gepubliceerd op 08 september 2011
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand
31 AUGUSTUS 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 508/13, eerste en tweede lid, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten, en artikel 676, eerste lid, vervangen door de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten;
Gelet op de wet van 23 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/11/1998 pub. 22/12/1998 numac 1998009936 bron ministerie van justitie Wet betreffende de juridische bijstand sluiten betreffende de juridische bijstand, artikel 9;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 april 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 1 juni 2011;
Gelet op het advies nr. 50.103/2/V van de Raad van State, gegeven op 22 augustus 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/12/2003 pub. 24/12/2003 numac 2003009879 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand sluiten tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 juli 2006 en 26 april 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in paragraaf 1 worden de bepalingen onder 9°, 10°, en 11° opgeheven;b) paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Wordt, behoudens tegenbewijs, beschouwd als een persoon wiens inkomsten onvoldoende zijn : 1° de gedetineerde;2° de beklaagde bedoeld in de artikelen 216quinquies tot 216septies van het Wetboek van strafvordering;3° de geesteszieke die het voorwerp heeft uitgemaakt van een maatregel voorzien in de wet van 26 juni 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/1990 pub. 22/07/2009 numac 2009000474 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke sluiten betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke;4° de vreemdeling, voor wat betreft de indiening van het verzoek tot machtiging van verblijf, of van een administratief of rechterlijk beroep tegen een beslissing die genomen werd met toepassing van de wetten betreffende de toegang, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, op voorlegging van bewijsstukken;5° de asielaanvrager of de persoon die een aanvraag indient van het statuut van ontheemde, op voorlegging van bewijsstukken;6° de persoon tijdens de procedure van collectieve schuldenregeling, op voorlegging van de beschikking van toelaatbaarheid, bedoeld in artikel 1675/6 van het Gerechtelijk Wetboek, alsmede de persoon belast met overmatige schulden op voorlegging van een verklaring van hem waaruit blijkt dat de toekenning van de rechtsbijstand of van de juridische tweedelijnsbijstand aangevraagd wordt met het oog op de inleiding van een procedure van collectieve schuldenregeling.»
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidende : « De persoon die van de gedeeltelijke kosteloosheid geniet, betaalt een eigen bijdrage aan de advocaat in de kosten van juridische bijstand per aanstelling door het bureau van juridische bijstand. Het bedrag van de bijdrage verschuldigd door de begunstigde van gedeeltelijk kosteloze tweedelijnsbijstand is gelijk aan het verschil tussen zijn inkomsten uit de bestaansmiddelen en de bedragen van de inkomstengrenzen voor de toegang tot de volledig kosteloze juridische bijstand, zonder dat dit bedrag hoger mag liggen dan 125 euro noch lager dan 25 euro. De advocaat voegt het ontvangstbewijs van deze betaling bij het dossier. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2011.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 augustus 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK