gepubliceerd op 22 oktober 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari en 27 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loopbaanonderbreking
30 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari en 27 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loopbaanonderbreking (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari en 27 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, betreffende de loopbaanonderbreking.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 mei 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari en 27 maart 1995 Loopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 13 juli 1995 onder het nummer 38382/CO/314) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werknemers en de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen. HOOFDSTUK II. - Bepalingen
Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen ter zake is het recht op loopbaanonderbreking gewaarborgd voor de in artikel 1 vermelde werknemers.
Art. 3.Er wordt ingegaan op de aanvragen in alle ondernemingen die ten minste 15 werknemers tewerkstellen, met dien verstande dat loopbaanonderbreking slechts aan één persoon tegelijk per technische bedrijfseenheid die ten minste 8 personen tewerkstelt kan worden toegekend.
Art. 4.Het recht op loopbaanonderbreking gaat gepaard met de verbintenis van de werknemer om zich gedurende de periode van loopbaanonderbreking niet te vestigen als zelfstandige in dezelfde sector. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld