30 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006 Maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in het kader van de Sociale Maribel (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2008 onder het nummer 86650/CO/327.02) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het paritair subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie. HOOFDSTUK III. - Bepalingen

Art. 3.§ 1. Onder "koninklijk besluit" wordt verstaan : het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector. § 2. Onder "sociaal fonds" wordt verstaan : het "Fonds Maribel Social pour les entreprises de travail adaptées subsidiées par la Commission communautaire française", opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie. § 3. Onder "werknemer" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK IV. - Vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever

Art. 4.Het bedrag van de bijdragevermindering, verschuldigd aan de werkgevers, wordt jaarlijks door de Koning vastgelegd, op voorstel van de Minister van Werk en van de Minister van Sociale Zaken.

De kwartaalopbrengst van deze bijdragevermindering wordt als volgt berekend : aantal werknemers dat minimaal 33 pct. van de prestaties uitoefent tijdens het kwartaal vermenigvuldigd met het bedrag van de vermindering bedoeld in alinea 1. HOOFDSTUK V. - Verbintenis ten gunste van de tewerkstelling

Art. 5.Overeenkomstig artikel 49, alinea 5, 1° van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 wordt de opbrengst van de bijdrageverminderingen van de werkgever die overeenstemmen met 241,70 EUR per kwartaal (Sociale Maribel 1, 2 en 3) integraal aangewend voor de financiering van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandloon van de werknemers.

Art. 6.§ 1. Het overblijvende saldo van deze opbrengst van de bijdrageverminderingen van de werkgever wordt integraal aangewend voor de financiering van bijkomende betrekkingen. Deze bijkomende betrekkingen liggen in de lijn van de vermindering van de moeilijkheden (ofwel verbetering van de omkadering, van de werking en van het beheer van de ondernemingen) en van de verbetering van de intensiteit en van de kwaliteit van alle soorten diensten, evenals van de optimalisering van het comfort van de rechthebbenden. § 2. Overeenkomstig artikel 14 van het koninklijk besluit mag een werkgever, als die zich verplicht ziet om het tewerkstellingsvolume te verminderen, niet worden uitgesloten van de voordelen van de Sociale Maribel, voor zover hij vooraf, via aangetekende brief, de vermindering van het arbeidsvolume meldt aan het Fonds, met vermelding van de vermindering die het arbeidsvolume, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, ondergaat tijdens een volledig kalenderjaar, de datum vanaf wanneer de vermindering gebeurt, de fases van deze vermindering, evenals de motieven die hij inroept tot ondersteuning van de vermindering van het tewerkstellingsvolume.

Op basis van de objectieve criteria en via een gemotiveerde beslissing gaat het fonds akkoord of weigert het voorstel tot vermindering van het tewerkstellingsvolume.

Het fonds betekent haar beslissing aan de werkgever. HOOFDSTUK VI. - Procedure tot aanvaarding van de kandidaturen

Art. 7.De werkgevers die tot doel hebben een bijkomende inspanning te leveren inzake tewerkstelling, in uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moeten een kandidatuurstelling indienen, gericht aan het fonds, per aangetekende brief.

Art. 8.Deze kandidatuurstelling zal besproken worden in de ondernemingsraad of, bij gebreke, met de vakbondsafvaardiging. Zij moet ondertekend worden door de werknemersafgevaardigden, of bij gebreke, door ten minste twee regionale verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair subcomité voor de beschutte werkplaatsen door de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 9.Het model van kandidatuurstelling en de lijst van de documenten die moeten worden bijgevoegd, wordt bepaald door het fonds. HOOFDSTUK VII. - Financiële tegemoetkoming en aanwending

Art. 10.Het fonds neemt de beslissing om een tegemoetkoming toe te kennen, gelet op de kandidatuurstelling en op haar budgettaire middelen. De beslissing van het fonds wordt betekend aan de betrokken werkgever.

Art. 11.§ 1. Overeenkomstig het koninklijk besluit moeten de aanwervingen gebeuren op het niveau van elke onderneming met een gemiddelde bruto jaarlijkse loonkost van maximaal 64 937,84 EUR, werkgeversbijdragen inbegrepen. Het fonds kan echter een jaarlijkse tegemoetkoming vastleggen die lager is dan dit bedrag. De tegemoetkoming van het fonds wordt trouwens beperkt tot de effectieve of gelijkgestelde vergoede prestaties. § 2. Het bedrag vermeld in vorige paragraaf wordt geïndexeerd volgens de regels bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomsten die werden gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, evenals door deze gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie. § 3. Overeenkomstig het koninklijk besluit moet onder "loonkosten" worden verstaan : het brutoloon van de werknemer, vermeerderd met de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever. Het brutoloon omvat het loon, evenals alle vergoedingen en voordelen die aan werknemer verschuldigd zijn door of krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen, evenals de vergoedingen en voordelen verschuldigd krachtens de collectieve arbeidsovereenkomsten die werden gesloten in het paritair orgaan waaronder de werkgever valt. HOOFDSTUK VIII. - Waarborgen tot integrale aanwending van de verminderingen toegekend door de nettoverhoging van het aantal betrekkingen

Art. 12.§ 1. Elke werkgever die een financiële tegemoetkoming geniet van het fonds moet jaarlijks, uiterlijk op 31 januari, een gedetailleerd verslag opstellen voor het fonds. Een model van verslag zal door het fonds worden opgesteld. De niet-naleving van deze bepalingen zal aanleiding geven tot sancties, bepaald door het fonds. § 2. Dit verslag moet ten minste de volgende elementen bevatten : - het tewerkstellingsvolume, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, waarvoor een voltijdse equivalent overeenkomt met de voltijdse tewerkstelling van een werknemer gedurende een kwartaal op basis van de verklaring van de werknemer waarvoor zowel de vergoede dagen, als de vakantiedagen en alle gelijkgestelde dagen in aanmerking worden genomen; - de namenlijst van de werknemers die aangeworven zijn dankzij de financiële tegemoetkoming van het fonds met het arbeidsstelsel, hun functie en hun loonschaal. § 3. Indien nodig kan het fonds bijkomende inlichtingen vragen.

Art. 13.Het verslag, bedoeld in artikel 12, zal besproken worden in de ondernemingsraad of, bij gebreke, met de vakbondsafvaardiging. Het moet ondertekend worden door de werknemersafgevaardigden of, bij gebreke, door ten minste twee regionale verantwoordelijken die behoren tot de vakorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie.

Art. 14.§ 1. Het sociaal fonds laat haar rekeningen elk jaar controleren door een bedrijfsrevisor, lid van het Instituut der bedrijfsrevisoren. Dit instituut wordt belast met het eerlijk en juist verklaren van de boekhouding. § 2. Het fonds stuurt uiterlijk op 30 juni van elk jaar, tijdens de opmaak van de balans en van de winst- en verliesrekening of van de jaarrekening, een verslag over de activa en de passiva naar de betrokken ministers, naar de Minister van Financiën en naar de beheerorganen van het fonds. Het deelt hen dadelijk elke nalatigheid, elke onregelmatigheid en, in het algemeen, elke toestand mee die de solvabiliteit en de liquiditeiten van het fonds zouden kunnen in gevaar brengen. § 3. Bij dit verslag wordt een overzicht gevoegd met de vermelding van : 1° de toestand van provisies en reserves op 1 januari en 31 december van het betrokken jaar;2° de toestand van vorderingen en schulden op 1 januari en 31 december van het betrokken jaar;3° de kastoestand op 1 januari van het betrokken jaar;4° de theoretische dotaties van het betrokken jaar, berekend volgens de artikelen 6, 61 en 61/1 van het koninklijk besluit;5° de ontvangsten, vermeld in artikel 18, alinea 7 van het koninklijk besluit, in de loop van het betrokken jaar;6° de aard en het bedrag van andere ontvangsten in de loop van het betrokken jaar;7° de betaling aan de werkgevers in de loop van het betrokken jaar en met betrekking tot het jaar dat het betrokken jaar voorafgaat;8° de betaling aan de werkgevers in de loop van het betrokken jaar en met betrekking tot het betrokken jaar;9° de aard en het bedrag van andere betalingen verricht in de loop van het betrokken jaar;10° de kastoestand op 31 december van het betrokken jaar;11° de andere uitgaven vermeld in artikel 35, E van de wet van 29 juni 1981. HOOFDSTUK IX. - Kalender voor de uitvoering van de netto-verhoging van het aantal betrekkingen

Art. 15.§ 1. De nieuwe verbintenissen worden uitgevoerd binnen de drie maanden die volgen op de kennisgeving van de beslissing tot financiële tegemoetkoming van het fonds. § 2. Als, na drie maanden, een werkgever niet overgegaan is tot de voorziene verbintenis, kan de financiering die door het fonds geprogrammeerd werd toegekend worden aan een andere werkgever die afhangt van hetzelfde fonds, ten nadele van de eerste. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen en geldigheidsduur

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, geregistreerd (nr. 65743 - koninklijk besluit van 1 september 2004 - Belgisch Staatsblad van 14 oktober 2004).

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 10 oktober 2006 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elke van de partijen worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt nageleefd, betekend via een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET