gepubliceerd op 10 februari 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
30 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 12, laatst gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;
Gelet op de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 november 2000;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 januari 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, die de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum vervangt, in werking is getreden op 1 oktober 2002; dat artikel 58, § 2, van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie voorziet in een jaarlijks voorschot op de staatstoelage voor de financiële tussenkomsten die een O.C.M.W. verleent in de kosten die verbonden zijn aan de inschakeling in het beroepsleven van de rechthebbende op maatschappelijke integratie; dat de oude voorschottenregeling wordt vervangen door deze regeling die soepeler is en beter aangepast aan de noden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; dat het om verwarring te vermijden omtrent de toepasselijke voorschottenregeling bijgevolg dringend noodzakelijk is dat de voorschottenregeling zoals die bestond voor de inwerkingtreding van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, wordt opgeheven;
Gelet op het advies 34.722/3 van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 mei 1994 tot uitvoering van artikel 12 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 24 november 2000, wordt opgeheven.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 januari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE