gepubliceerd op 25 januari 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling voor het jaar 1998 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot vaststelling voor het jaar 1998 en 1999 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de invoering van de sociale identiteitskaart
30 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling voor het jaar 1998 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot vaststelling voor het jaar 1998 en 1999 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de invoering van de sociale identiteitskaart
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 165, veertiende lid, ingevoegd bij de wet van 15 januari 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen;
Gelet op wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies, uitgebracht op 15 december 1999 van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het advies, uitgebracht op 22 december 1999 door de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat nog vóór 1 januari 2000 aanpassingen moeten worden aangebracht in de programmatie van de leesapparatuur voor de sociale identiteitskaart in de apotheken;
Overwegende dat deze dringende aanpassingen vitaal zijn voor de effectieve implementatie van de lezing van de sociale identiteitskaart in de apotheken;
Overwegende dat de kosten, verbonden aan deze aanpassingen, niet voorzien zijn;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling voor het jaar 1998 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de mededeling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering moeten meedelen en tot vaststelling voor het jaar 1998 en 1999 van de ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aangerekende kosten, verbonden aan de invoering van de sociale identiteitskaart, wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende : «
Art. 3ter.§ 1. Bovenop de vergoeding voorzien in artikel 2 en artikel 3bis wordt aan iedere apotheker-titularis en depothoudende geneesheer aangesloten bij een erkende tariferingsdienst een éénmalige forfaitaire vergoeding van 3.000 BEF toegekend ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wanneer aan de hierna volgende voorwaarden is voldaan : - het bewijs leveren dat vóór 1 januari 2000 de leesapparatuur is aangepast aan de problematiek van het wijzigen bij bepaalde sociale identiteitskaarten van de datum 31 december 1999 in 31 december 2000; - het bewijs leveren van de kostprijs van deze aanpassing en de nodige bewijsstukken van de betaling daarvan voorleggen.
Deze bewijsstukken moeten door de apotheker-titularis of de depothoudende geneesheer vóór 1 februari 2000 worden overgemaakt aan de erkende tariferingsdienst waarbij hij is aangesloten. § 2. De bepalingen van §§ 2 en 3 van artikel 3bis zijn van toepassing op de in § 1 bedoelde vergoeding. ».
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 30 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE