gepubliceerd op 10 juli 2002
Koninklijk besluit betreffende de dematerialisatie van de lening « Geünificeerde schuld 4 %, tweede reeks »
30 APRIL 2002. - Koninklijk besluit betreffende de dematerialisatie van de lening « Geünificeerde schuld 4 %, tweede reeks »
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 juni 2001 betreffende de dematerialisatie van sommige staatsleningen;
Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, inzonderheid op hoofdstuk 1;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 166 van 11 mei 1935 betreffende de conversie van de Staatsfondsen door omruiling, inzonderheid op artikel 1 en artikel 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 1935 betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit nr. 166, inzonderheid op artikel 13;
Overwegende dat de lening « Geünificeerde schuld 4 %, tweede reeks » met name wordt vertegenwoordigd door effecten aan toonder;
Overwegende dat de hernieuwing van de effecten aan toonder niet langer zal kunnen gerechtvaardigd worden in het kader van een gezond financieel beheer van de lening;
Overwegende dat het daarom eveneens wenselijk is de effecten aan toonder te dematerialiseren op de datum van de eerstvolgende intrestvervaldag teneinde in 2002 de rekeningen voor deze effecten in euro te kunnen omzetten;
Overwegende dat de houders van effecten aan toonder hun effecten kunnen omzetten in op naam gestelde inschrijvingen en/of in gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt;
Overwegende dat de effecten verhandelbaar zijn op Euronext Brussels;
Overwegende dat de afschaffing van de effecten aan toonder geenszins de rechtmatige belangen van de houders van dergelijke effecten schaadt;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De lening « Geünificeerde schuld 4 %, tweede reeks » wordt niet meer vertegenwoordigd door effecten aan toonder vanaf 1 augustus 2002.
Art. 2.De omzetting van de effecten aan toonder van de lening « Geünificeerde schuld 4 %, tweede reeks » in op naam gestelde inschrijvingen en/of in gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt gebeurt vanaf 1 augustus 2002.
Art. 3.De houders die hun effecten aan toonder niet wensen om te zetten, worden terugbetaald tegen de laatste koers die genoteerd is op Euronext Brussels, vóór 1 augustus 2002, welke ook de datum van aanbieding moge wezen.
Indien deze koers het pari overschrijdt, gebeuren de terugbetalingen tegen pari van de nominale waarde.
Art. 4.Op de datum van hun aanbieding in het kader van de omzettingsoperatie zijn de effecten aan toonder voorzien van hun niet- vervallen rentecoupons. Het bedrag van de ontbrekende coupons wordt aan de Schatkist vergoed.
Art. 5.De voor de effecten aan toonder en de inschrijvingen op naam vigerende bepalingen betreffende hun aanneming tot betaling van successierechten, waarvan sprake is in artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 166 van 11 mei 1935 betreffende de conversie van de Staatsfondsen door omruiling, zijn toepasselijk op gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt.
Art. 6.De omzetting van effecten aan toonder in op naam gestelde inschrijvingen in een grootboek van de Staatsschuld en/of in gedematerialiseerde effecten die uitsluitend op rekening zijn geboekt, of hun terugbetaling gebeuren aan de loketten van de Rijkskassier bij de Nationale Bank van België te Brussel en buiten de hoofdstad.
Art. 7.De verrichtingen van omzetting of terugbetaling gebeuren zonder kosten voor de houders van de effecten aan toonder.
Art. 8.Onze Minister van Financiën kan de technische modaliteiten van deze verrichtingen regelen.
Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 10.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 april 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS