Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2019
gepubliceerd op 22 oktober 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de opleiding; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018 betreffende de opleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019014675
pub.
22/10/2019
prom.
29/09/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de opleiding; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018 betreffende de opleiding (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de opleiding;b) de als bijlage 2 overgenomen de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018 Opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 7 januari 2019 onder het nummer 149886/CO/200)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.§ 1. De werkgevers verbinden er zich toe om 2 dagen opleiding toe te kennen voor de periode die ingaat op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019. Onverminderd artikel 4 van deze overeenkomst worden de opleidingsdagen toegekend op om het even welk moment in 2019. § 2. Onverminderd het recht op opleiding dat onder § 1 is erkend, wordt voor elke bediende een aanvullend recht op één dag beroepsopleiding geopend voor de periode die ingaat op 1 januari 2019 en eindigt op 31 december 2019. De tijd die overeenstemt met de opleidingsdag moet 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd vallen. § 3. De deeltijdse bedienden genieten de voornoemde opleidingsdagen in evenredigheid met hun deeltijdse prestaties.

Het recht op opleiding geldt niet voor de bedienden die in opzegging zijn of die zijn aangeworven met een overeenkomst voor een bepaalde tijd van één jaar of minder. § 4. De opleidingsdagen moeten gericht zijn op een verhoging van de beroepsbekwaamheid van alle bedienden.

Art. 3.§ 1. Onverminderd de toepassing van het opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 4 hierna, gaat het om opleidingen die worden aangeboden door het Centrum voor de Vorming van Bedienden van het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (CEVORA) of om door CEVORA erkende opleidingen, alsook om de door de betrokken ondernemingen of sectoren of door andere opleidingsverstrekkers georganiseerde opleidingen.

De werkgever heeft de verantwoordelijkheid om de opleidingsdagen aan te bieden tijdens de werkuren.

Indien de opleiding plaatsvindt buiten de arbeidstijd, moet de werkgever aan de bediende een gelijke compensatie in arbeidstijd toekennen.

De verplaatsingskosten van de bediende die betrekking hebben op de opleidingsdagen komen voor rekening van de werkgever.

Onverminderd de toepassing van het opleidingsplan zoals bepaald in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst, moet de bediende, als de werkgever geen opleidingsdagen heeft voorgesteld vóór 1 juni 2019, vóór 1 september 2019 hiervoor een schriftelijke aanvraag indienen bij de werkgever.

In dat geval moet de werkgever vóór 1 oktober 2019 schriftelijk aan de werknemer meedelen hoe en wanneer hij binnen de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de opleidingsdagen zal aanbieden.

Wanneer de werkgever : - ofwel niet vóór 1 oktober 2019 is ingegaan op de schriftelijke vraag van de werknemer; - ofwel uiterlijk op 31 december 2019 geen of te weinig opleidingsdagen aan de werknemer heeft aangeboden, worden de niet toegekende opleidingsdagen naar keuze van de werknemer door hem opgenomen onder de vorm van hetzij betaald verlof, hetzij opleidingsdagen binnen het opleidingsaanbod georganiseerd door CEVORA. In dit laatste geval richt de werknemer zijn verzoek om opleidingsdagen aan CEVORA. In alle gevallen worden deze dagen gelijkgesteld met gepresteerde arbeidsdagen. § 2. De onder artikel 2, § 2 voorziene opleidingsdag is een beroepsopleiding die door CEVORA wordt gegeven.

Om die opleidingsdag te genieten, moet de bediende zich wenden tot CEVORA. Per volledige opleidingsdag die hij volgt, ontvangt de bediende vanwege CEVORA een premie van 40 EUR als forfaitaire tegemoetkoming in zijn verplaatsings- en opleidingskosten.

Deze opleidingsdag wordt niet als arbeidstijd beschouwd en wordt niet als zodanig bezoldigd. Daarenboven komt deze opleidingsdag niet in aanmerking voor het betaald educatief verlof.

Art. 4.De nadere regelen van het recht op opleiding zoals bepaald in artikel 2, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen in de onderneming als volgt worden vastgelegd : § 1. Ondernemingen met vakbondsafvaardiging 1) Ondernemingen die reeds een opleidingsplan voor de periode 2018 opmaakten en het lieten registreren Deze ondernemingen kunnen het opleidingsplan, met instemming van de ondertekenende partijen, herbevestigen of aanpassen voor de periode 2019 met een eenvoudige brief (met vermelding van hun volledig Rijksdienst voor Sociale Zekerheidsnummer) aan het "Sociaal Fonds van het APCB", opgericht bij de in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden gesloten collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2015 houdende oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (hierna sociaal fonds genoemd). De verlenging moet gebeuren tussen 1 januari 2019 en 30 april 2019. 2) Ondernemingen met vakbondsafvaardiging die nog geen opleidingsplan opmaakten In de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kan tussen 1 januari 2019 en 30 april 2019 een bedrijfseigen opleidingsplan worden overeengekomen. Om geldig te zijn, moet dat plan de instemming krijgen van de meerderheid van de leden van de vakbondsafvaardiging.

In het opleidingsplan kunnen de inhoud, het tijdstip, de doelgroep en alle andere nadere regelen van de opleiding volledig autonoom worden vastgelegd.

Daarenboven kan het plan bepalen dat het opleidingskrediet op bepaalde bedienden wordt overgedragen.

Het opleidingsplan wordt tussen 1 januari 2019 en 31 mei 2019 geregistreerd bij het sociaal fonds. De registratie gebeurt op basis van het formulier dat ter beschikking gesteld wordt door het sociaal fonds. 3) De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder bedrijfseigen opleidingsplan Voor de ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder bedrijfseigen opleidingsplan die zijn toegetreden tot het suppletief opleidingsplan voor 2018, wordt het suppletief opleidingsplan automatisch verlengd voor het jaar 2019. Deze bedrijven mogen het opleidingskrediet niet op bepaalde bedienden overdragen.

De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder bedrijfseigen opleidingsplan en die niet zijn toegetreden tot het suppletief opleidingsplan voor 2018, kunnen uiterlijk op 31 mei 2019 toetreden tot het suppletief opleidingsplan.

Deze bedrijven mogen het opleidingskrediet niet op bepaalde bedienden overdragen.

Met "suppletief plan" wordt het suppletief opleidingsplan bedoeld, uitgewerkt door de raad van beheer van CEVORA. In een bedrijf met vakbondsafvaardiging wordt het suppletief opleidingsplan, indien van toepassing, aan de vakbondsafvaardiging meegedeeld. 4) De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder opleidingsplan De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging maar zonder opleidingsplan mogen het opleidingskrediet niet op bepaalde bedienden overdragen. Bij de uitvoering van artikel 4, § 1, 3) en 4), dient artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, met betrekking tot het statuut van de syndicale afvaardiging, te worden nageleefd. § 2. Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging 1) Ondernemingen die reeds zijn toegetreden tot het suppletief opleidingsplan De toetreding van deze ondernemingen wordt automatisch verlengd voor het jaar 2019. Deze ondernemingen kunnen het individuele opleidingsrecht van de bedienden op andere bedienden overdragen, maar slechts ten belope van 50 pct. van het totale krediet aan opleidingsdagen Met "suppletief plan" wordt het suppletief opleidingsplan bedoeld, uitgewerkt door de raad van beheer van CEVORA. In een bedrijf zonder vakbondsafvaardiging wordt het suppletief opleidingsplan in het bedrijf uitgehangen. 2) Ondernemingen die nog niet zijn toegetreden Deze ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging hebben de mogelijkheid om toe te treden tot een suppletief opleidingsplan uitgewerkt door de raad van beheer van CEVORA. Deze ondernemingen kunnen het individuele opleidingsrecht van de bedienden op andere bedienden overdragen, maar slechts ten belope van 50 pct. van het totale krediet aan opleidingsdagen.

Het suppletief opleidingsplan wordt in het bedrijf uitgehangen.

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kunnen eveneens tot deze collectieve arbeidsovereenkomst toetreden door een schriftelijke verbintenis aan te gaan dat het recht op opleiding zal gerealiseerd worden via CEVORA-opleidingen.

De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging kunnen tussen 1 januari 2019 en 31 mei 2019 hun toetreding laten registreren bij het sociaal fonds, met het formulier dat door het sociaal fonds ter beschikking wordt gesteld.

Art. 5.De ondernemingen met een geregistreerd opleidingsplan of -verbintenis, genieten voor de ontwikkeling van hun opleidingsinitiatieven een trekkingsrecht ten laste van CEVORA. De nadere regelen voor dit trekkingsrecht zullen worden vastgelegd door het sociaal fonds.

Art. 6.De concrete maatregelen inzake opleiding die in het jaar 2012 door de raad van bestuur van CEVORA werden genomen teneinde de tewerkstelling en hertewerkstelling van oudere bedienden te bevorderen zullen worden verdergezet.

Art. 7.§ 1. De partijen verbinden er zich toe om in coherentie met de regionaal-communautaire initiatieven - onder meer door het sluiten van convenanten - de tewerkstelling in de sector van werkzoekenden behorende tot de risicogroepen te bevorderen via opleiding en/of trajectbegeleiding gericht op knelpuntberoepen in de sector. § 2. Met "risicogroepen" wordt bedoeld : - Werkzoekenden : - laaggeschoolde werkzoekenden (maximum HSO-diploma); - langdurig werkzoekenden (meer dan 1 jaar werkzoekend); - oudere werkzoekenden (+ 40 jaar); - migranten; - Pas ontslagen bedienden; - Oudere bedienden (+ 45 jaar); - Administratieve, uitvoerende en KMO-bedienden die zonder collectieve arbeidsovereenkomst geen automatische toegang tot vorming zouden hebben; - Jongeren met leermoeilijkheden. § 3. In toepassing van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), wordt onder "risicogroepen met betrekking tot het voorbehouden van 0,05 pct. van de loonmassa" verstaan : de risicogroepen bepaald in artikel 1 van hogervermeld besluit, en wordt onder "risicogroepen met betrekking tot het voorbehouden van de helft daarvan, of 0,025 pct. van de loonmassa" verstaan : de risicogroepen bedoeld in artikel 2 van hogervermeld koninklijk besluit.

Art. 8.De sector zal binnen het bestaande budget via CEVORA inspanningen leveren inzake ingroeibanen en duaal leren.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur voor de periode ingaand op 1 januari 2019 en eindigend op 31 december 2019.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

Bijlage 2 Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018 betreffende de opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 24 juli 2019 onder het nummer 152850/CO/200)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden behoren.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, inzake opleiding (geregistreerd onder nr. 149886/CO/200) wordt aangevuld met volgende tekst : "Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het sectoraal akkoord van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden 2017-2018.

In het kader van de interprofessionele opleidingsdoelstelling zoals bepaald in de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk, verbinden de partijen zich ertoe om in het sectoraal akkoord van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden van 2019-2020 het aantal opleidingsdagen vanaf 2020 te verhogen.".

Art. 3.De tekst van artikel 2, § 3, 2de lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2018, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, inzake opleiding, wordt vervangen door het volgende : "Het recht op opleiding geldt niet voor de bedienden die zijn aangeworven voor een bepaalde tijd van één jaar of minder.".

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur voor de periode ingaand op 1 januari 2019 en eindigend op 31 december 2019.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^