gepubliceerd op 27 november 2020
Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 23 mei 2018 betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan
29 OKTOBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 18/06/2018 numac 2018012696 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012292 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte in 2018 van herdenkingsmuntstukken - type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012184 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2018 (1) type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012182 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2018 type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012183 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2018 sluiten betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 2 oktober 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/10/2017 pub. 31/10/2017 numac 2017031388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid type wet prom. 02/10/2017 pub. 18/12/2017 numac 2017031910 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, in het bijzonder de artikelen 61, 4°, 147, 150 en 259;
Gelet op het Koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 18/06/2018 numac 2018012696 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012292 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte in 2018 van herdenkingsmuntstukken - type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012184 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2018 (1) type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012182 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2018 type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012183 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2018 sluiten betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 19 maart 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 6,1° van het koninklijk besluit van 23 mei 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 18/06/2018 numac 2018012696 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 houdende oprichting van een Commissie voor boekhoudkundige normen type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 30/05/2018 numac 2018012292 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de uitgifte in 2018 van herdenkingsmuntstukken - type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012184 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2018 (1) type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012182 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2018 type koninklijk besluit prom. 23/05/2018 pub. 28/05/2018 numac 2018012183 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2018 sluiten betreffende de vereisten inzake beroepsopleiding, -ervaring en -bekwaamheid en inzake het psychotechnisch onderzoek voor het uitoefenen van een leidinggevende, uitvoerende of commerciële functie in een bewakingsonderneming, interne bewakingsdienst of opleidingsinstelling en de organisatie ervan worden de woorden `geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 14, 1°, 2° en 3° ' vervangen door de woorden `geslaagd zijn voor de vakken bedoeld in artikel 14, 2° en 3° '.
Art. 2.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: a) In het bepaalde onder 5° worden in de Franstalige tekst de woorden `l'attestation de compétence agent de gardiennage - opérateur de centrale d'alarme' geschrapt; b) Het bepaalde onder 11° wordt vervangen als volgt: `11° voor de opleidingen bedoeld in de artikelen 10 tot en met 12, 14 tot en met 29 en 31 voldoen aan het bepaalde in artikel 50;' c) In het bepaalde onder 13° worden de volgende woorden toegevoegd: `of ingeschreven worden door de opleidingsinstelling waartoe hij behoort'.
Art. 3.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 36.De vakken kunnen enkel gedoceerd worden door lesgevers die: 1° Voldoen aan de profielvereisten bepaald in bijlage 2 van dit besluit;2° Lesgeven in overeenstemming met het bepaalde in artikel 35;3° Beschikken over een aantoonbare en relevante pedagogische en didactische bekwaamheid;4° Als ze deel uitmaken van een politiedienst beschikken over de toestemming van hun hiërarchie;5° Geen administratieve geldboetes, schorsing of intrekking van een identificatiekaart in toepassing van de wet hebben opgelopen;6° Geen feiten begaan hebben die een tekortkoming kunnen uitmaken op de beroepsdeontologie van het personeel van de bewakingsondernemingen of interne bewakingsdiensten en/of deze van lesgever;7° Voor het doceren van de vakken bedoeld in de artikelen 10, 1° en 2°, 11, 2° en 3°, 12, 2° en 3°, 13, 1° en 2°, 14, 2° en 3°, 19, 2° en 3° en 32: - slagen met minimum 80% van de punten voor het examen van de vakken bedoeld in artikel 11, 2° en 3° met maximum één herkansing; - Houder zijn van een bijscholingsattest leidinggevend personeel afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat.
De vereiste onder het tweede streepje geldt niet indien de betrokkene in de periode van vijf jaar die deze aanvraag voorafgaat een attest bekwam bedoeld in artikel 10 of 11 of slaagde met minimum 80 % van de punten voor het examen van de vakken bedoeld in artikel 11, 2° en 3° met maximum één herkansing. 8° Voor het doceren van de vakken bedoeld in artikel 15, 2° en 3° : - Slagen met minimum 80% van de punten voor het examen van deze vakken met maximum één herkansing; - Houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd in de periode van twee jaar die de eerste aanvraag tot goedkeuring voor het doceren van één van deze vakken, voorafgaat; - Houder zijn van een bijscholingsattest leidinggevend personeel afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat.
De vereisten onder het tweede en derde streepje gelden niet indien betrokkene in de periode van vijf jaar die, al naargelang het geval, de eerste aanvraag tot goedkeuring voor het doceren van deze vakken of de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwam, bedoeld in artikel 10 of 11 of slaagde met minimum 80% van de punten voor het examen van de vakken bedoeld in artikel 11, 2° en 3° met maximum één herkansing; 9° Voor het doceren van de vakken bedoeld in de artikelen 16, 2°, 17, 2°, 18, 1°, 20, 2°, 21, 1°, 23, 1°, 24, 1°, 29, 1° en 2° en 31, 1° houder zijn van: - een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd in de periode van twee jaar die de eerste aanvraag tot goedkeuring voor het doceren van één van deze vakken, voorafgaat; - een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat.
Deze vereisten gelden niet indien de betrokkene in de periode van vijf jaar die, al naargelang het geval, de eerste aanvraag tot goedkeuring voor het doceren van één van de vermelde vakken of de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat, een attest bekwam, bedoeld in artikel 10 of 11 of slaagde met minimum 80% van de punten voor het examen van de vakken bedoeld in artikel 11, 2° en 3° met maximum één herkansing;
Art. 4.Artikel 50 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : `
Art. 50.Ongeacht de opleidingsinstelling kan een kandidaat die na vier deelnames niet geslaagd is voor de op basis van dit besluit georganiseerde examens niet meer deelnemen aan de opleiding noch aan de examens tot het behalen van het betreffende bekwaamheidsattest.
In deze vier deelnames zijn de herexamens, die binnen de drie maanden na het afleggen van het laatste examen van een vorige examenzitting moeten georganiseerd worden, inbegrepen.
In afwijking op het eerste en tweede lid en rekening houdend met artikel 61 kan iemand die eerder twee maal niet geslaagd was voor het examen, met inbegrip van de herkansing, voor het vak schietoefeningen bedoeld in de artikelen 29,4° en 30,2° niet meer deelnemen aan de opleiding noch aan de examens tot het behalen van het betreffende bekwaamheidsattest.'
Art. 5.In artikel 60 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) In het bepaalde onder 1° worden de woorden `bijlage 2' vervangen door de woorden `bijlage 3' b) In het bepaalde onder 6° wordt het woord `maximum' geschrapt en worden de woorden ` gelijk verdeeld over de twee onderdelen' toegevoegd.
Art. 6.In de Franse tekst van artikel 64, 2°, eerste streepje van hetzelfde besluit worden de woorden `L'attestation ne peut être délivrée que lors de la conclusion du contrat de travail' geschrapt.
Art. 7.In artikel 86 van hetzelfde besluit worden de woorden `bijlage 3' vervangen door de woorden `bijlage 4'.
Art. 8.De Nederlandse tekst van artikel 95,2° van het zelfde besluit wordt als volgt vervangen: `2° telkens de opleidingsinstelling een cursist heeft uitgesloten van de opleiding als gevolg van fraude of pogingen daartoe, het niet naleven van de regelgeving of wegens zijn houding.'
Art. 9.In artikel 98 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) In het eerste lid worden de woorden `indien zij voor 1 maart 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' behalen dat wordt uitgereikt indien betrokkene het onderdeel uit de opleiding bedoeld in artikel 13,1° volgt of na de inwerkingtreding van de wet' vervangen door de woorden `indien zij voor 15 april 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' behalen dat wordt uitgereikt indien betrokkene het onderdeel uit de opleiding bedoeld in artikel 13,1° volgt of een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' behaalden tussen 10 november 2017 en 15 april 2019';b) In het bepaalde onder 3° worden de woorden `of lesgever' geschrapt; c) Er wordt een lid 5° toegevoegd, luidende: `5° ofwel uit de gegevens beschikbaar bij de administratie blijkt dat ze op datum van de inwerkingtreding van dit besluit erkend zijn als lesgever.'
Art. 10.Artikel 99 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: `
Art. 99.Volgende personen die houder zijn van het `bekwaamheidsattest leidinggevend personeel type B' zijn gelijkgesteld met houders van het `bekwaamheidsattest operationeel leidinggevende': 1° De personen die op 31 augustus 2018 erkend zijn als cursuscoördinator en - ofwel voor 15 april 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' behalen zoals omschreven in artikel 98; - ofwel tussen 10 november 2017 en 15 april 2019 een `bijscholingsattest leidinggevend personeel behaalden. 2° De personen die kunnen aantonen dat ze de functie van commercieel vertegenwoordiger sinds 1 januari 2016 ononderbroken uitvoeren en - ofwel voor 15 april 2019 een `attest bijscholing nieuwe wet' zoals omschreven in artikel 98, een bekwaamheidsattest commercieel vertegenwoordiger of een bekwaamheidsattest strategisch leidinggevende behaalden; - ofwel tussen 10 november 2017 en 15 april 2019 een `bijscholingsattest leidinggevend personeel' behaalden.'
Art. 11.In artikel 100 van hetzelfde besluit wordt: a) Het bepaalde onder 3° opgeheven;b) Het bepaalde onder 4° wordt vervangen als volgt: `3° houder zijn van een `bijscholingsattest leidinggevend personeel afgeleverd tijdens de periode van twee jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafgaat;deze vereiste is niet van toepassing voor de personen die in de periode van vijf jaar die de aanvraag van een identificatiekaart voorafging, een attest bekwamen, bedoeld in artikel 10.'
Art. 12.In artikel 102 van hetzelfde besluit wordt: a) Het bepaalde onder 3° vervangen als volgt: `3° ofwel op het moment van de aanvraag van de identificatiekaart houder zijn van het `bekwaamheidsattest bewakingsagent - overgangsopleiding' dat slechts wordt verstrekt nadat betrokkene geslaagd is voor een opleiding van 48 lesuren bestaande uit volgende vakken van de opleiding bedoeld in artikel 14: - studie van de regelgeving met betrekking tot de bewaking en grondige studie van de rechten en verplichtingen van de bewakingsagent: 24 lesuren; - grondrechten en andere relevante bevoegdheden en verplichtingen: 8 lesuren; - gepast reageren bij crisissituaties: 8 lesuren; - praktijk van bewakingsmethodes en -technieken: 8 lesuren. a) Een alinea 2 toegevoegd, luidende: Het attest zoals bepaald onder 3° kan uiterlijk tot 1 maart 2021 uitgereikt worden.
Art. 13.In de Nederlandse tekst van artikel 104 tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden `bestaande uit' ingevoegd tussen het woord `lesuren' en het woord `volgende'.
Art. 14.Artikel 111 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: `
Art. 111.De opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bijscholingsattest leidinggevend personeel' kan de opleiding bedoeld in artikel 13 organiseren tot de vervaldatum van haar erkenning op voorwaarde dat ze voor 1 maart 2019 een aanvraag tot erkenning voor de organisatie van de opleiding bedoeld in artikel 11 of 12 indient.
De opleidingsinstelling die op 31 augustus 2018 erkend is voor de organisatie van de opleiding tot het behalen van het `bijscholingsattest bewakingsagent' kan de opleiding bedoeld in artikel 32 organiseren tot de vervaldatum van haar erkenning op voorwaarde dat ze voor 1 maart 2019 een aanvraag tot erkenning voor de organisatie van de opleiding bedoeld in artikel 14 indient.
De opleidingsinstelling bedoeld in het eerste en tweede lid dient de organisatie van deze opleiding onmiddellijk te staken indien de minister de erkenning weigert.'
Art. 15.In artikel 113 van hetzelfde besluit worden de woorden `of afleggen' vervangen door de woorden `of, voor wat de test betreft, een eerste maal met succes afleggen'.
Art. 16.In artikel 114 van hetzelfde besluit worden de woorden '69 tot en met 85' vervangen door de woorden `69 tot en met 71, 73 tot en met 85'.
Art. 17.`Bijlage 2' aan hetzelfde besluit wordt `Bijlage 3';
In deze bijlage worden de woorden `onderdeel schiettest' vervangen door de woorden `onderdeel schieten'.
Art. 18.`Bijlage 3' aan hetzelfde besluit wordt `Bijlage 4'
Art. 19.In hetzelfde besluit wordt een Bijlage 2 ingevoegd die als bijlage gevoegd is aan dit besluit.
Art. 20.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 oktober 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld