gepubliceerd op 17 december 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen
29 NOVEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 november 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019 Statuut van de syndicale afvaardigingen (Overeenkomst geregistreerd op 29 juli 2019 onder het nummer 152968/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het paritair subcomité voor de diensten voor gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Algemene principes
Art. 2.De werkgevers kennen aan de werknemers die lid zijn van een vakbond die deze collectieve arbeidsovereenkomst ondertekent, het recht toe zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een syndicale afvaardiging, waarvan het statuut bepaald wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 3.De werkgevers verbinden er zich toe de syndicale afvaardiging van de werknemers te ontvangen en geen enkele druk uit te oefenen op het personeel, ten einde het te beletten zich aan te sluiten bij een vakbond, evenals aan de niet gesyndiceerde werknemers andere of voordeliger voordelen te verlenen dan aan de gesyndiceerde werknemers.
Art. 4.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe hun aangeslotenen aan te bevelen : a. blijk te geven van een geest van rechtvaardigheid, gelijkheid en verzoening;b. persoonlijk en door hun collega's iedere tekortkoming inzake de naleving van de sociale wetgeving, het arbeidsreglement en de collectieve arbeidsovereenkomsten te vermijden;c. hun inspanningen te bundelen met het oog op het scheppen van goede sociale verhoudingen in de onderneming.
Art. 5.De ondertekenende vakbonden verbinden er zich toe, door eerbiediging van de vrijheid van vereniging, erover te waken dat hun leden uit hun syndicale propaganda de methodes zouden weren die in strijd zijn met de geest van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten op 24 mei 1971 en 30 juni 1971 in de Nationale Arbeidsraad en van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Instelling en samenstelling van de syndicale afvaardiging
Art. 6.Een syndicale afvaardiging kan opgericht worden in de ondernemingen die 10 en meer werknemers tellen.
Art. 7.De vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging wordt schriftelijk ingediend bij het ondernemingshoofd.
Art. 8.De syndicale afvaardiging is samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden.
Art. 9.Het aantal effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden is vastgesteld als volgt, naar rato van het totaal aantal werknemers in de onderneming : - Van 10 tot 20 werknemers : 2 effectieve en geen plaatsvervangende afgevaardigden; - Van 21 tot 50 werknemers : 2 effectieve en 2 plaatsvervangende afgevaardigden; - Van 51 tot 200 werknemers : 3 effectieve en 3 plaatsvervangende afgevaardigden; - Van 201 tot 1 000 werknemers : 4 effectieve en 4 plaatsvervangende afgevaardigden; - Vanaf 1 001 werknemers : minstens 5 effectieve en 5 plaatsvervangende afgevaardigden.
De ondernemingsovereenkomsten die een groter aantal afgevaardigden voorzien blijven behouden.
De ondertekenende werknemersorganisaties zullen de leden van de syndicale afvaardiging bij prioriteit en indien mogelijk aanduiden onder de werknemers bedoeld door de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden.
Art. 10.Ten einde vast te stellen welke het effectief is van de werknemers van de onderneming, wordt er rekening gehouden met het gemiddeld aantal werknemers die tewerkgesteld waren gedurende de vier burgerlijke trimesters voorafgaand aan deze waarin de aanvraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging werd ingediend, met uitzondering van de helpers in opleiding (cursistenstagiairs). In geval van betwisting omtrent het aantal tewerkgestelde werknemers wordt beroep gedaan op de tussenkomst van de voorzitter van het paritair subcomité.
Art. 11.Om de functie van effectief afgevaardigde of plaatsvervanger te vervullen moeten de werknemers voldaan aan de volgende voorwaarden : a. Van Belgische nationaliteit zijn of een onderdaan van de Europese Unie of houder van een arbeidsvergunning A;b. De leeftijd van ten volle 18 jaar bereikt hebben;c. Als werknemer gewerkt hebben sedert : - minstens drie jaar in de Europese Unie;en - minstens twaalf opeenvolgende maanden aanwezig zijn in de onderneming; d. Niet in vooropzeg zijn op het ogenblik van de voordracht;e. Aangesloten zijn bij één van de vakbonden die deze collectieve overeenkomst ondertekend hebben;f. De pensioengerechtigde leeftijd niet bereikt hebben.
Art. 12.De syndicale afgevaardigden worden door de vakbonden aangeduid, rekening houdend met het gezag waarover zij moeten beschikken bij de uitoefening van hun delicate functies en met hun bevoegdheid die een goede kennis van de dienst en van de sector omvat.
Art. 13.De ondertekenende vakbonden verbinden er zich toe zich onderling akkoord te stellen, eventueel door beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair subcomité voor de aanwijzing in de onderneming van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging, rekening houdend met het aantal afgevaardigden dat zij moet omvatten en van het aan iedere vertegenwoordigde vakbond toekomend aantal in verhouding tot zijn aantal aangesloten leden.
De ondertekenende vakbonden maken aan het ondernemingshoofd een lijst over van de voorgestelde effectieve afgevaardigden en van de plaatsvervangers, dit ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op de aanvraag voorzien bij artikel 7.
Art. 14.De plaatsvervangende leden worden opgeroepen om te zetelen in vervanging van een overleden, een ontslagnemend afgevaardigde of een afgevaardigde die de voorwaarden vastgesteld bij artikel 11 niet meer vervult of waarvan het mandaat beëindigd is krachtens de bepalingen voorzien bij artikel 24.
Zij kunnen eveneens zetelen in vervanging van een effectief lid met instemming van deze laatste.
Art. 15.Het ondernemingshoofd heeft het recht zich te verzetten, uit hoofde van ernstige redenen, tegen de aanwijzing of het behoud van een afgevaardigde. In het eerste geval zal hij aan de vakbonden de redenen laten kennen van zijn verzet en dit binnen de 14 dagen die volgen op de mededeling van de lijst voorzien bij alinea 2 van artikel 13. In geval tussen de partijen geen akkoord bereikt is, wordt de zaak aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voorgelegd, dat ter zake beslist na de partijen, eventueel bijgestaan door hun raadgever, te hebben gehoord.
Art. 16.Iedere vakbond voorziet tijdig in de vervanging van de afgevaardigden die hun functies stopzetten en dit volgens de modaliteiten voorzien bij de artikelen 12 en 15 van dit statuut. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging
Art. 17.De bevoegdheid van de syndicale afvaardiging heeft onder meer, samen met deze van de gewestelijke vakbondssecretarissen, betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de onderhandelingen met het oog op het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden afgesloten op andere vlakken;3. de toepassing in de dienst van de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten, het arbeidsreglement en de individuele contracten van dienstverhuring;4. het eerbiedigen van de algemene principes vastgelegd in de artikelen 2 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, aangevuld door deze van 30 juni 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel der ondernemingen.
Art. 18.De syndicale afvaardiging is niet bevoegd kwesties te behandelen die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire organen die op het vlak van de onderneming opgericht zijn of worden, krachtens een wettelijke of reglementaire beschikking en inzonderheid de ondernemingsraad en het comité voor preventie en bescherming op het werk.
Voornoemde afvaardiging mag evenwel waken over de oprichting en werking van deze organen en over de toepassing van de beslissingen die deze zouden genomen hebben voor de werknemers.
Bij ontstentenis echter van een ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk, wordt aan de syndicale afvaardiging de bevoegdheid van deze organen toegekend en dit onder dezelfde wettelijke voorwaarden.
Art. 19.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger te worden ontvangen naar aanleiding van iedere geschil of betwisting van collectieve aard dat in de onderneming voorkomt.
Hetzelfde recht komt haar toe, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen uit te breken.
Art. 20.Iedere individuele klacht wordt door de betrokken werknemer, op zijn aanvraag bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde, langs de gewone hiërarchische weg voorgelegd.
De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden ontvangen naar aanleiding van alle geschillen of betwistingen van individuele aard en die niet langs deze weg konden opgelost worden.
Art. 21.Ten einde de geschillen of betwistingen bedoeld bij de artikelen 19 en 20 hierboven te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk door het ondernemingshoofd ingelicht worden over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden zouden kunnen wijzigen, met uitsluiting van de inlichtingen van individuele aard.
Zij zal inzonderheid ingelicht worden over de wijzigingen die voortspruiten uit de wet, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van algemene aard, die in de individuele contracten voorkomen en in het bijzonder over de bepalingen die een weerslag hebben op het bedrag van de bezoldiging en de regels van de beroepenclassificatie.
Art. 22.De werkgever, of zijn vertegenwoordiger, ontvangt de syndicale afvaardiging ten laatste binnen de 8 dagen die volgen op het schriftelijk indienen van de aanvraag. HOOFDSTUK V. - Statuut van de leden van de syndicale afvaardiging
Art. 23.Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt twee jaar, het is stilzwijgend hernieuwbaar, voor zover de voorwaarden voorzien in artikel 11 en in hoofdstuk III van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog steeds vervuld zijn.
Art. 24.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde neemt een einde : a. bij het verstrijken van de normale termijn;b. bij schriftelijk betekend ontslag van de afgevaardigde;c. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel van de onderneming;d. door overplaatsing van de ene dienst naar een andere, binnen het kader van eenzelfde organisatie;e. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van de vakbond waarvan hij lid was op het ogenblik van zijn aanwijzing;f. wanneer het mandaat hem door zijn vakbond wordt ontnomen. In het geval bedoeld onder d. hierboven, geniet de betrokkene nochtans, vanaf de datum van zijn overplaatsing, van de beschermingsperiode voorzien bij de artikelen 26 en 28 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
In de gevallen bedoeld onder e. en f. hierboven, verwittigt de betrokken vakbond het diensthoofd per aangetekend schrijven en stelt indien nodig de plaatsvervanger voor met inachtneming van de procedure voorzien bij de artikelen 12 tot 15 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 25.Het mandaat van syndicaal afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel noch tot speciale voordelen voor degene die het uitoefent.
Dit betekent dat de syndicale afgevaardigden genieten van de normale promoties en bevorderingen van de categorie werknemers tot dewelke zij behoren.
Art. 26.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet afgedankt worden om redenen die verband houden met de normale uitoefening van hun mandaat en die overeenstemmen met deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De werkgever die overweegt een syndicale afgevaardigde af te danken, om welke redenen dan ook, dringende redenen uitgezonderd, moet hiervan de syndicale afvaardiging voorafgaandelijk in kennis stellen evenals de vakbond die de kandidatuur van de afgevaardigde ingediend heeft.
Deze kennisgeving wordt betekend bij aangetekend schrijven dat van kracht wordt de derde dag na afgifte ter post.
De betrokken vakbond beschikt over een termijn van 7 dagen om zijn gemotiveerde weigering, voor het erkennen van de geldigheid van het voorgenomen ontslag, te betekenen. Deze betekening gebeurt per aangetekend schrijven; de periode van 7 dagen neemt aanvang de dag dat het schrijven toegezonden door de werkgever van kracht wordt.
Het uitblijven van reactie vanwege de vakbond, wordt beschouwd als een erkenning van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.
Indien de vakbond weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te erkennen, staat het de meest gerede partij vrij het geval voor te leggen aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. De uitvoering van de afdankingsmaatregel mag tijdens de duurtijd van de procedure niet getroffen worden.
Indien het verzoeningsbureau niet tot een éénparige beslissing komt binnen de dertig dagen na het verzoek tot tussenkomst, kan het geschil inzake de geldigheid van de redenen, door de werkgever ingeroepen om de afdanking te rechtvaardigen, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd worden.
Art. 27.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zwaarwichtige reden wordt de syndicale afvaardiging hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht.
Art. 28.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1. Indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt zonder de procedure te eerbiedigen voorzien bij artikel 26 hierboven;2. Indien, bij het einde van deze procedure, de geldigheid van de ontslagredenen, tegenover de beschikkingen van het artikel 26, eerste alinea hierboven, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. Indien hij de afgevaardigde ontslagen heeft uit hoofde van ernstige redenen en de arbeidsrechtbank het ontslag als ongegrond verklaard heeft;4. Indien het arbeidscontract een einde genomen heeft uit hoofde van een ernstige fout van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden vormt voor onmiddellijke verbreking van het contract. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het normaal loon van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde een vergoeding geniet voorzien bij de artikelen 16 en 17 van de wet van 19 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/1991 pub. 22/12/2009 numac 2009000842 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende de bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardig-den. HOOFDSTUK VI. - Uitoefeningsvoorwaarden van het mandaat van syndicale afgevaardigden
Art. 29.De syndicale afgevaardigde wordt, naargelang de noodzaak, ontvangen door het diensthoofd of door zijn vertegenwoordiger.
Art. 30.De syndicale afvaardiging, voltallig of gedeeltelijk, komt met de werkgever samen gedurende de normale werkuren.
Art. 31.De tijd die de syndicale afvaardiging besteedt aan de vergaderingen met de werkgever wordt als arbeidsprestatie aanzien en vergoed tegen het normale loon.
Art. 32.De leden van de syndicale afvaardiging beschikken over de nodige tijd en mogelijkheden, te bepalen in gemeenschappelijk overleg met de werkgever en bezoldigd als werktijd, om collectief of individueel de syndicale opdrachten of activiteiten in de onderneming uit te oefenen, voorzien door dit statuut.
In het vooruitzicht van het gebruik van deze tijd en mogelijkheden, verwittigen de leden van de syndicale afvaardiging de werkgever voorafgaandelijk en waken erover, in gemeenschappelijk overleg met hem, dat dit gebruik de goede werking van de onderneming niet in het gedrang brengt.
De werkgever stelt een lokaal ter beschikking van de syndicale afvaardiging, hetzij permanent hetzij tijdelijk, teneinde haar in staat te stellen haar taak behoorlijk te vervullen.
Art. 33.De syndicale afvaardiging mag zonder dat hierdoor de werkorganisatie gestoord wordt mondeling of schriftelijk, alle nuttige mededelingen aan de werknemers doen. Deze mededelingen moeten van syndicale aard zijn, verband houden met de dienst en worden, indien zij schriftelijk gebeuren, voorafgaandelijk in kennis gebracht van de werkgever.
Mits gemotiveerde aanvraag, 48 uur op voorhand in te dienen door de syndicale afvaardiging, en met het akkoord van de werkgever, kunnen voorlichtingsvergaderingen voor de werknemers ingericht worden door de syndicale afvaardiging op de plaats van het werk en gedurende de werkuren.
Deze voorlichtingsvergaderingen moeten over welbepaalde onderwerpen handelen en zich beperken tot het betrokken personeel.
De werkgever mag zijn akkoord hierover niet naar willekeur weigeren; hij is er in het bijzonder aan gehouden dit te verlenen bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die het geheel van de werknemers van de onderneming aanbelangen. HOOFDSTUK VII. - Tussenkomst van de vrijgestelden van de werknemers en werkgeversorganisaties
Art. 34.Wanneer er in de onderneming een geschil ontstaat met de directie, wendt de syndicale afvaardiging alle mogelijke middelen aan ten einde het geschil door onderhandeling te regelen.
Art. 35.Wanneer door tussenkomst van de syndicale afvaardiging geen vergelijk kan bekomen worden met de werkgever voor het regelen van een geschil, kunnen de afgevaardigden beroep doen op de vrijgestelden van hun vakbonden ten einde deze zaak verder te onderzoeken.
In dit geval mag de werkgever zich laten bijstaan door een vertegenwoordiger van zijn beroepsvereniging.
Art. 36.Nadat alle onderhandelingsmiddelen uitgeput zijn, mogen de partijen het geschil voorleggen aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité.
Art. 37.Ieder beroep op het verzoeningsbureau moet gebeuren door bemiddeling van een lid van bovengenoemd paritair subcomité.
Art. 38.Een stakingsaanzeg mag slechts door een vakbond gebeuren, en schriftelijk en nadat het verzoeningsbureau zich uitgesproken heeft.
Art. 39.De stakingsaanzeg bedraagt minstens twee weken wanneer het de sector betreft en een week wanneer het een specifieke dienst betreft.
Hij vangt aan de maandag volgend op de week waarin hij is gegeven. HOOFDSTUK VIII. - Duur van de overeenkomst en opzegging
Art. 40.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking vanaf 1 juli 2019. Zij wijzigt vanaf deze datum de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1977 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (koninklijk besluit van 11 april 1978, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1978), nr. 4809/CO/318.
Art. 41.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de partijen. De vooropzeg bedraagt zes maanden.
De vooropzeg moet per aangetekend schrijven aan alle ondertekenende partijen betekend worden, evenals aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Art. 42.De organisatie die het initiatief neemt om deze collectieve arbeidsovereenkomst op te zeggen, verbindt er zich toe de redenen hiervoor aan te geven en onmiddellijk voorstellen tot wijziging in te dienen.
De ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden er zich toe deze voorstellen te bespreken binnen de termijn van één maand na ontvangst hiervan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 november 2019.
De Minister van Werk, N. MUYLLE