Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 mei 2023
gepubliceerd op 02 augustus 2023

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 2017 houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik" binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2023042871
pub.
02/08/2023
prom.
29/05/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MEI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/12/2017 pub. 28/12/2017 numac 2017040989 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie « Verbruik » binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame sluiten houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik" binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, de artikelen XIlI.8, eerste lid en Xlll.9, ingevoegd bij de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 09/01/2014 numac 2013011651 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van het boek XIII "Overleg", in het Wetboek van economisch recht sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/12/2017 pub. 28/12/2017 numac 2017040989 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie « Verbruik » binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame sluiten houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik" binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 februari 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 20 maart 2023;

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 18 april 2023 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de beslissing van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik" van 22 december 2022 tot afschaffing van de betaling van de presentiegelden en van de terugbetaling van de reiskosten voor de effectieve en plaatsvervangende leden, met uitzondering van de voorzitter, de ondervoorzitters, voor de vergaderingen van de subcommissies die zij voorzitten, en de leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde;

Overwegende de noodzaak om de presentiegelden te verhogen voor de ondervoorzitters, voor de vergaderingen die zij voorzitten van de subcommissies, en van de leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde, gelet op hun bijzondere bijdrage voor de werking van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik";

Overwegende dat de goede werking en de continuïteit van de openbare dienst vereisen dat dit besluit uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2023 teneinde de uniformiteit binnen de koepel van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven te bewaren inzake presentiegelden en de terugbetaling van de reiskosten, en de sociale en fiscale behandeling ervan te laten gelijklopen met het einde van een kalenderjaar en de start van een nieuw kalenderjaar;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 13 december 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/12/2017 pub. 28/12/2017 numac 2017040989 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie « Verbruik » binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame sluiten houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik" binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en tot opheffing van de Commissie voor Milieu-etikettering en milieureclame wordt vervangen als volgt: "

Art. 6.Aan de voorzitter, ondervoorzitters, voor de vergaderingen van de subcommissies die zij voorzitten, en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde van de Commissie die geen lid zijn van het rijkspersoneel in de zin bepaald door het koninklijk van 2 oktober 1937 houdende statuut van het rijkspersoneel, wordt per zitting een presentiegeld toegekend waarvan het bedrag vastgesteld is als volgt: a) 120,5 euro aan de voorzitter, en b) 75 euro aan de ondervoorzitters en de leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde.".

Art. 2.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 7.Aan de voorzitter, ondervoorzitters, voor de vergaderingen van de subcommissies die zij voorzitten, en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde van de Commissie, die hun hoofdactiviteit hebben buiten de Brusselse agglomeratie, worden de reiskosten terugbetaald die zij hebben gedragen, op basis van de wettelijke afstand tussen hun woonplaats en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de kostprijs van een treintraject 2e klas over deze afstand.".

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.

Art. 4.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 mei 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, A. BERTRAND

^