gepubliceerd op 10 april 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007 tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010 tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering
29 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik U ter ondertekening voorleg bepaalt enerzijds de datum van inwerkingtreding van de
wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/02/2010
pub.
11/03/2010
numac
2010009184
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties
type
wet
prom.
21/02/2010
pub.
23/06/2010
numac
2010000374
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels
sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en wijzigt anderzijds het
koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
26/10/2007
pub.
09/11/2007
numac
2007009900
bron
federale overheidsdienst justitie
Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat
sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de
wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
31/05/2007
numac
2007009497
bron
federale overheidsdienst justitie
Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
04/09/2007
numac
2007015076
bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
04/09/2007
numac
2007015067
bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1)
type
wet
prom.
21/04/2007
pub.
22/06/2007
numac
2007022909
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat.
De wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten brengt een aantal wijzigingen aan in de wettelijke bepalingen met betrekking tot de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat. Met de wet wordt een technisch bijsturing beoogd en getracht te verhelpen aan onbillijke situaties, zonder echter de aard van het systeem van de verhaalbaarheid te veranderen.
De wijzigingen aan de wet vereisen ook dat het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten wordt aangepast met het oog op de samenhang van het systeem.
In dit ter uitvoering van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek genomen besluit worden immers de regels voor de berekening van het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding bepaald.
Daarnaast bevat het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten een aantal terminologische vergissingen in de Nederlandse versie van de tekst die moeten worden gecorrigeerd.
Toelichting bij de artikelen Artikel 1 Het artikel 1 vervangt het tweede lid van artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten.
Deze wijziging heeft tot doel een verveelvoudiging van rechtsplegingsvergoedingen te vermijden en alzo een einde te stellen aan onbillijke situaties.
De actuele tekst van artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten bepaalt dat de rechtsplegingsvergoeding per aanleg wordt vastgesteld. Enerzijds is deze formulering het voorwerp van uiteenlopende interpretaties rond de vraag of een onderscheiden rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is in het geval van een tegenvordering (1). Anderzijds wordt er geen grens bepaald wanneer een advocaat meerdere partijen verdedigt (2). 1. In navolging van het advies van de Raad van State op het voorontwerp van wet inzake de verhaalbaarheid van de erelonen wordt de formulering van het oude koninklijk besluit van 30 november 1970 tot vaststelling van het tarief van de invorderbare kosten bedoeld in artikel 1022 van het gerechtelijk wetboek, met name de zinsnede "per aanleg en ten aanzien van elke partij die door een advocaat bijgestaan wordt en een eigen belang heeft", niet opnieuw ingevoerd in artikel 1, tweede lid. Het is immers de bedoeling om inzake de rechtsplegingsvergoeding een oplossing aan te reiken voor de problemen betreffende de gevolgen van tussenvorderingen en meerpartijengeschillen. De door de Raad van State voorgestelde wijziging van artikel 1, tweede lid, uitgaande van de begrippen aanleg en gerechtelijke band, verwoordt duidelijker en beantwoordt beter aan deze doelstelling.
Er is een aanleg wanneer voor een rechtscollege een procedure is aangespannen; in die zin doet de inleidende vordering een gerechtelijke band ontstaan tussen de partijen die er in voorkomen.
Doordat een vordering tot tussenkomst formeel moet worden gedaan (artikel 15 en 16 van het Gerechtelijk Wetboek), wordt in het proces evenwel een extra gerechtelijke band tot stand gebracht, die ontstaat tussen één of meer partijen bij de oorspronkelijke aanleg en één of meer derden, die door een tussenvordering tot tussenkomst, partijen bij de aanleg zijn geworden.
De toekenning van een onderscheiden rechtsplegingsvergoeding op grond van een tegenvordering wordt bijgevolg uitgesloten.
Er blijkt inderdaad nood te zijn aan enige verduidelijking in de regelgeving om de navolgende redenen: De aanvaarding door een deel van de rechtsleer van het principe van het omslaan van de kosten met betrekking tot de rechtsplegingsvergoedingen, stemt impliciet in met de toekenning van een rechtsplegingsvergoeding op grond van een tegenvordering, onafhankelijk van deze toegekend in het kader van de hoofdvordering.
Geen enkele wettekst spreekt deze zienswijze tegen.
Niettemin lijkt de niet-toekenning van een rechtsplegingsvergoeding op grond van een tegenvordering weinig voor discussie vatbaar gelet op artikel 1, 2e lid van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten waarin bepaald wordt dat er slechts een rechtsplegingsvergoeding per aanleg wordt vastgesteld. Alzo wordt het principe van de enigheid van rechtsplegingsvergoeding per aanleg bekrachtigd. De rechtsplegingsvergoeding dekt dus de verrichtte prestaties binnen de rechtsband die ontstaan is tussen de eiser en verweerder. De instelling van een tegenvordering heeft geen ontdubbeling van die rechtsband tot gevolg en geeft bijgevolg geen aanleiding tot een afzonderlijke rechtsplegingsvergoeding.
Zoals de Raad van State terecht heeft aangehaald, moet men in deze zeer gevoelige materie evenwel zo veel mogelijk voorkomen dat nieuwe betwistingen zouden rijzen en moeten precieze en duidelijke teksten gelden.
Door de aanpassing van het ontwerp van Koninklijk besluit aan het advies van de Raad van State van 28 september 2009 (47.167/2) wordt de moeilijke afweging tussen wat wordt begrepen onder "eigen belang", "gemeenschappelijke vordering" (zie 2.) of concluderen "in dezelfde zin" (zie 2.) vermeden en bestaat er een perfecte overeenstemming tussen de wet en het Koninklijk besluit.
De opname van de notie "gerechtelijke band" in het Koninklijk Besluit is conform met de rechtspraak van het Hof van Cassatie in deze materie en, meer in het bijzonder, met de conclusies van advocaat-generaal A. Van Ingelgem in het arrest van 25 januari 2013.
Dit heeft tot gevolg dat binnen één aanleg er meerdere gerechtelijke banden kunnen ontstaan. Elke gerechtelijke band is een aparte rechtsplegingsvergoeding-verhouding. Per rechtsplegingsvergoeding-verhouding worden de bedragen vastgesteld ten aanzien van elke partij die wordt bijgestaan door een advocaat. 2. Het is niet billijk ten aanzien van de in het ongelijk gestelde partij dat de kosten van de in het gelijk gestelde partijen worden betaald alsof elk van hen alleen de kosten van de rechtspleging draagt, terwijl die kosten worden verdeeld tussen de partijen onderling. Ook hier wordt om de hoger vermelde redenen het advies van de Raad van State gevolgd en uitgegaan van de begrippen aanleg en gerechtelijke band. De eerder toegevoegde zin "Indien eenzelfde advocaat verscheidene partijen bijstaat die een gemeenschappelijke vordering instellen of concluderen in dezelfde zin, wordt de vergoeding tussen hen verdeeld" wordt derhalve niet meer weerhouden.
De zin "Wanneer eenzelfde advocaat in eenzelfde gerechtelijke band verscheidene partijen bijstaat, wordt de rechtsplegingsvergoeding onder hen verdeeld", houdt in dat er in casu slechts sprake kan zijn van één enkele rechtsplegingsvergoeding.
Wanneer binnen een gerechtelijke band meerdere partijen de rechtsplegingsvergoeding ten laste van één of meer in het ongelijk gestelde partijen genieten, bedraagt het bedrag maximum het dubbel van de maximale rechtsplegingsvergoeding waarop de begunstigde die gerechtigd is om de hoogste vergoeding te eisen, aanspraak kan maken.
Ze wordt door de rechter verdeeld tussen de partijen.
Artikel 2 Krachtens artikel 2 is geen rechtsplegingsvergoeding verschuldigd bij een vonnis van onbevoegdheid. In dat geval moet de rechtsplegingsvergoeding worden uitgesloten.
Op grond van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek kan immers slechts aanspraak worden gemaakt op een rechtsplegingsvergoeding wanneer een partij in het ongelijk wordt gesteld. Welnu, wanneer de rechter zich onbevoegd verklaart, doet hij geen uitspraak over de vorderingen van de partijen en wordt geen van beiden tegenover de ander in het ongelijk gesteld.
Het mag duidelijk zijn dat deze wijziging enkel betrekking heeft op beslissingen over bevoegdheid en niet op beslissingen over rechtsmacht. Wanneer een rechter zich onbevoegd verklaart, moet hij verwijzen naar een andere rechter. Dit is evenzeer de reden waarom er in dergelijk vonnis geen rechtsplegingsvergoeding moet worden toegekend. De zaak wordt immers verder behandeld voor een andere rechter.
Wanneer de rechtsmacht van een rechter wordt betwist, gaat het gebeurlijk over de vraag of een Belgische rechter bevoegd is en niet een buitenlandse. De Belgische rechter die oordeelt geen rechtsmacht te hebben, kan niet verwijzen naar een buitenlandse rechter. In die zaken moet wel een rechtsplegingsvergoeding worden uitgesproken. De zaak kent immers een definitief einde.
Artikels 3, 4, 6 en 7 In de artikelen 3, 4, 6 en 7 wordt de Nederlandse tekst afgestemd op de Franse tekst. Het betreft een louter taalkundige aanpassing.
Artikel 5 In artikel 5 wordt artikel 560 van het Gerechtelijk Wetboek uitgesloten voor de vaststelling van het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding.
Artikel 560 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt: "Wanneer een of meer eisers optreden tegen een of meer verweerders, wordt de bevoegdheid bepaald door de totale gevorderde som, ongeacht ieders aandeel daarin".
Bij de toepassing van dit artikel, op grond waarvan bij de bepaling van de bevoegdheid rekening wordt gehouden met de cumulatie van de bedragen van de hoofdvorderingen en dat naar analogie van toepassing is op de bepaling van het bedrag van de vordering waarop de rechtsplegingsvergoeding wordt gebaseerd, stelt zich het probleem naar de verenigbaarheid daarvan met het vijfde lid van artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek.
In artikel 1022, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt immers het volgende bepaald: "Wanneer meerdere partijen de rechtsplegingsvergoeding ten laste van dezelfde in het ongelijk gestelde partij genieten, bedraagt het bedrag ervan maximum het dubbel van de maximale rechtsplegingsvergoeding waarop de begunstigde die gerechtigd is om de hoogste vergoeding te eisen aanspraak kan maken.".
In deze bepaling wordt het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding ten laste van de in het ongelijk gestelde partij beperkt wanneer er meerdere eisers zijn, wat veronderstelt dat het bedrag van elke rechtsplegingsvergoeding wordt berekend los van het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding van de andere winnende partijen.
Artikel 2, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten moest dus worden gewijzigd.
Op basis van deze eerste wijziging, dient men, om verwarring te vermijden, ook niet meer te refereren aan artikel 618, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Inderdaad, het eerste lid van dit artikel refereert onmiddellijk aan de artikelen 557 tot 562 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze referentie is niet meer relevant gelet op de voorgestelde schrapping van artikel 560 van het Gerechtelijk Wetboek.
Artikel 8 In artikel 8 wordt artikel 6 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten opgeheven. Aangezien de toekenning van een rechtsplegingsvergoeding bij verstek voortaan in de wet wordt geregeld, wordt dit artikel opgeheven.
Dit is de strekking van het koninklijk besluit dat ik u ter ondertekening voorleg.
Gegeven te Brussel, 29 maart 2019.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, K. GEENS
Raad van State afdeling Wetgeving ADVIES NR. 65.319/2 VAN 27 FEBRUARI 2019 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 26 OKTOBER 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten TOT VASTSTELLING VAN HET TARIEF VAN DE RECHTSPLEGINGSVERGOEDING BEDOELD IN ARTIKEL 1022 VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK EN TOT VASTSTELLING VAN DE DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN DE ARTIKELEN 1 TOT 13 VAN DE WET VAN 21 APRIL 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten BETREFFENDE DE VERHAALBAARHEID VAN DE ERELONEN EN DE KOSTEN VERBONDEN AAN DE BIJSTAND VAN DE ADVOCAAT EN TOT VASTSTELLING VAN DE DATUM VAN INWERKINGTREDING VAN DE WET VAN 21 FEBRUARI 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten TOT WIJZIGING VAN DE ARTIKELEN 1022 VAN HET GERECHTELIJK WETBOEK EN 162BIS VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING' Op 1 februari 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 27 februari 2019. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Luc DETROUX en Patrick RONVAUX, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Xavier DELGRANGE, eerste auditeur-afdelingshoofd.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 27 februari 2019.
Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of het ontwerp onder die beperkte bevoegdheid valt, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van alle feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als zij moet beoordelen of het nodig is een verordening vast te stellen of te wijzigen.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP Het voorliggende ontwerp is, op drie uitzonderingen na, gelijkluidend met het ontwerp waarover op 14 april 2010 advies 47.990/2 gegeven is.
In artikel 2 wordt de wijziging die in artikel 1, derde lid, aangebracht is, aangevuld met de woorden "en de zaak verwijst naar de bevoegde rechter".
Artikel 7 van het eerste ontwerp is weggelaten en de nummering is dienovereenkomstig aangepast.
De datum van inwerkingtreding is herzien om rekening te houden met advies 47.990/2.
De afdeling Wetgeving heeft derhalve haar bevoegdheid opgebruikt behalve wat artikel 2 van het ontwerp betreft.
Die bepaling geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
De griffier, Béatrice Drapier.
De voorzitter, Pierre Vandernoot.
29 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk wetboek, artikel 1022, tweede lid, vervangen bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten;
Gelet op de wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering, artikel 6;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat;
Gelet op advies van de Orde van Vlaamse Balies van 14 augustus 2018 en van de Ordre des Barreaux francophones et germanophone van 13 augustus 2018;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 oktober 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 23 oktober 2018;
Gelet op advies 65.319/2 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2007 pub. 09/11/2007 numac 2007009900 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat sluiten tot vaststelling van het tarief van de rechtsplegingsvergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 1 tot 13 van de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007009497 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van de advocaat wordt het tweede lid vervangen als volgt: "De bedragen worden vastgesteld per gerechtelijke band en ten aanzien van elke partij die door een advocaat wordt bijgestaan. Wanneer eenzelfde advocaat in eenzelfde gerechtelijke band verscheidene partijen bijstaat, wordt de rechtsplegingsvergoeding onder hen verdeeld.".
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt het derde lid aangevuld met de woorden: "of indien een gerecht zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de bevoegde rechter.".
Art. 3.In artikel 1, vierde en vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst het woord "eis" vervangen door het woord "vordering".
Art. 4.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst het woord "geschillen" vervangen door het woord "rechtsvorderingen".
Art. 5.In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 557 tot 562 en 618 van het Gerechtelijk Wetboek" vervangen door de woorden "de artikelen 557 tot 559, 561, 562 en 618, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek".
Art. 6.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst het woord "geschillen" vervangen door het woord "rechtsvorderingen".
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt in de Nederlandse tekst het woord "procedure" vervangen door het woord "rechtspleging".
Art. 8.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 9.De wet van 21 februari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/02/2010 pub. 11/03/2010 numac 2010009184 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties type wet prom. 21/02/2010 pub. 23/06/2010 numac 2010000374 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering en tot opheffing van artikel 6 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. - Duitse vertaling van uittreksels sluiten tot wijziging van de artikelen 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en 162bis van het Wetboek van strafvordering, gewijzigd bij de wet van 18 maart 2018 tot wijzigingen van diverse bepalingen van het strafrecht, de strafvordering en het gerechtelijk recht, treedt in werking op dezelfde datum als het huidige besluit.
Art. 10.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 maart 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS