gepubliceerd op 24 mei 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "Andere"
29 MAART 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "Andere" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, gewijzigd bij latere koninklijke besluiten;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "Andere", geregistreerd onder het nummer 49192/CO/319;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "Andere".
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 maart 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.
Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "Andere" (Overeenkomst geregistreerd op 8 mei 2000 onder het nummer 54840/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de inrichtingen en diensten die tot een andere sector behoren dan die van de gehandicapten, jeugdzorg en kinderdagverblijven, onthaalcentra en moedertehuizen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door het Waals Gewest en de Franse gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onder "werknemers" worden de mannelijke en vrouwelijke bedienden verstaan en de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen
Art. 2.Artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juli 1998 betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de sector van de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen "andere" wordt als volgt aangevuld : « Vanaf 1 januari 1999 wordt voor de berekening van de netto aangroei van het aantal werknemers, het maximum bedrag per kwartaal dat gelijkstaat met de aanwerving van een bijkomend werknemer, voltijds equivalent, vastgelegd op het bedrag bepaald in het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. »
Art. 3.Artikel 12 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door : «
Art. 12.Wordt niet beschouwd als nieuw aangeworven werknemer, de werknemer bedoeld in artikel 4, § 2 van bovenvermeld koninklijk besluit van 5 februari 1997. »
Art. 4.Artikel 18 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt aangevuld : « Voor de aanwervingen die gebeuren na 30 juni 1999 zullen de betrekkingen worden toegewezen met het oog op het verminderen van de arbeidslast zodanig dat : - de lastigheid wordt verminderd; - de intensiteit en de kwaliteit van alle diensten wordt verbeterd en het comfort van de rechthebbenden wordt geoptimaliseerd; - een oplossing wordt geboden voor het probleem van de vervangingen bij te voorziene en te programmeren afwezigheden, zoals de afwezigheden voor vakbondsmandaten, de opleidingen, de officiële mandaten, enz. »
Art. 5.Artikel 26 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst wordt als volgt aangevuld : « De arbeidsplaatsen die worden aangewend en gefinancierd op 30 juni 1999 worden eveneens gehandhaafd. » HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan worden opgezegd door één van de ondertekenende partijen per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 maart 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX