gepubliceerd op 13 december 2022
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in 2021 en 2022
29 JUNI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in 2021 en 2022 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in 2021 en 2022.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 juni 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 december 2021 Arbeids- en loonvoorwaarden in 2021 en 2022 (Overeenkomst geregistreerd op 26 januari 2022 onder het nummer 169714/CO/115) TITEL I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf. De titel IV "Loonvoorwaarden" van deze collectieve arbeidsovereenkomst is echter niet van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de subsector van de spiegelmakerij waarvoor een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten.
Onder "arbeiders" verstaat men : zowel arbeiders als arbeidsters.
TITEL II. - Onderhandelingskader
Art. 2.De ondertekenende partijen en hun leden zijn akkoord om volgend punt na te leven gedurende eventuele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 : er zullen geen eisen ingediend of besproken worden in de sector, de subsectoren en de ondernemingen uit de glasindustrie die in tegenspraak of conflict zijn met het wettelijk kader voorzien door de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot de bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, gewijzigd door de wet van 19 maart 2017 en door het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 23/08/2021 numac 2021042678 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2021 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld bij de werkgevers in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis en die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021021164 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, financien, sociale zekerheid, mobiliteit en vervoer, beleid en ondersteuning en justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021) tot vaststelling van de maximale marge voor loonkostontwikkeling voor de periode 2021-2022.
TITEL III. - Arbeidsvoorwaarden HOOFDSTUK I. - Arbeidsduur
Art. 3.De overeengekomen wekelijkse arbeidsduur mag op jaarbasis gemiddeld de 38 uur per week niet overschrijden. HOOFDSTUK II. - Opeenvolgende arbeidsovereenkomsten
Art. 4.In geval van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur of vervangingsovereenkomsten, zal de gedekte periode door de bedoelde arbeidsovereenkomsten in aanmerking worden genomen voor de berekening van de anciënniteit in geval van definitieve aanwerving, voor zover er geen onderbreking plaats heeft gehad in de opeenvolging van deze contracten van meer dan vier weken. HOOFDSTUK III. - Arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en uitzendwerk
Art. 5.De vakbondsorganisaties engageren zich om het gebruik van uitzendkrachten toe te staan daar waar het wettelijk mogelijk is.
Anderzijds verbinden de werkgevers er zich toe het gebruik van uitzendarbeid te beperken tot die gevallen voorzien in de wetgeving.
In dit kader, in geval van definitieve aanwerving in het vooruitzicht, zal er, in geval van gelijke competentie, voorrang verleend worden aan werknemers die verbonden waren door een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur en aan werknemers die reeds een interimopdracht hebben uitgevoerd in de onderneming, voor zover er geen onderbreking van meer dan 18 maanden is geweest sinds hun laatste contract of missie.
Er zal rekening gehouden worden met hun vorige periode(s) van ononderbroken tewerkstelling in de onderneming om hun anciënniteit te bepalen in de onderneming. Die anciënniteit zal enkel dienen voor wat betreft het basisloon en de duur van de opzeggingstermijn. HOOFDSTUK IV. - Arbeidsongevallen, andersvaliden en re-integratietraject
Art. 6.Slachtoffers van een arbeidsongeval en gehandicapten De werkgevers verbinden er zich toe, in functie van de mogelijkheden, om werknemers met fysisch verminderde capaciteiten al dan niet veroorzaakt door ongeval (arbeidsongeval of privé-ongeval) of door ziekte (beroepsziekte of gewone ziekte) aan te werven of aan het werk te houden.
In geval van gedeeltelijke ongeschiktheid en om maximaal ontslagen wegens overmacht te beperken, zullen de ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst alles in het werk stellen om betrokken arbeiders aan het werk te houden, in overleg met de preventieadviseur, het comité voor preventie en bescherming op het werk (of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging), de geneesheer van de externe dienst, de AWIPH en VOP met het oog op de promotie van tewerkstelling van gehandicapten, waar dit mogelijk blijkt.
De ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen eveneens de aanbeveling om bij aanwerving van personen met een handicap gebruik te maken van de regionale subsidies (AWIPH en VOP) met het oog op de promotie van tewerkstelling van gehandicapten daar waar dit mogelijk blijkt.
Art. 7.Re-integratietraject In het kader van de procedures van re-integratieprojecten, waken de werkgevers van de sector er in het bijzonder over de betrokken werknemers, met respect voor het privéleven, eraan te herinneren dat zij zich kunnen laten bijstaan door een werknemersvertegenwoordiger van het comité voor preventie en bescherming op het werk of door een syndicaal afgevaardigde van hun keuze gedurende het hele re-integratietraject (artikel 1.4-77 van de Code voor welzijn op het werk).
In dit kader wordt het belang van samenwerking erkent tussen werkgevers en werknemers om het re-integratietraject goed te laten verlopen (artikel 1.4-78) en om regelmatig het comité voor preventie en bescherming op het werk te consulteren betreffende collectieve aspecten van de re-integratie en de re-integratiepolitiek in het algemeen (artikelen 1.4-78 en 1.4-79). HOOFDSTUK V. - Onderaanneming
Art. 8.Indien het nodig blijkt een beroep te moeten doen op onderaannemingsbedrijven, verbindt de werkgever er zich toe de vakbondsafvaardiging of de ondernemingsraad op de hoogte te brengen van de gekende en geplande onderaannemingsactiviteiten.
De informatie zal betrekking hebben op de aard van de werken, hun duur en de kwalificatie van de werknemers die deze werken zullen uitvoeren.
De werkgever verbindt er zich toe een beroep te doen op onderaannemingsbedrijven die de wettelijke bepalingen inzake personeelsbezetting, de wetten en Belgische reglementen betreffende veiligheid en gezondheid van de werknemers, naleven.
De opvolging van de wettelijke bepalingen inzake veiligheid en gezondheid zal gebeuren in overleg met het comité voor preventie en bescherming op het werk.
TITEL IV. - Loonvoorwaarden HOOFDSTUK I. - Loonmarge
Art. 9.De maximale marge voor de evolutie van de loonkost, voorzien in het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 23/08/2021 numac 2021042678 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2021 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld bij de werkgevers in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis en die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021021164 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, financien, sociale zekerheid, mobiliteit en vervoer, beleid en ondersteuning en justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen tot vaststelling van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de periode 2021-2022, wordt als volgt ingevuld : a. Minimum sectorale bruto-uurlonen : De sectorale minimum bruto-uurlonen worden met 0,4 pct.verhoogd, met een minimum van 0,10 EUR per uur (op basis van 38 uur/week(1)) vanaf 1 januari 2022.
Indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen. b. De sociale partners hebben de mogelijkheid om op ondernemingsvlak een akkoord te onderhandelen binnen de grenzen van de loonnorm van 0,4 pct.voor de periode van 1 januari 2021 tot 31 december 2022 alsook in het kader van de coronapremie.
Indien ten laatste op 17 december 2021 geen overeenkomst in de onderneming wordt bereikt : - de loonnorm is uitgeput door een verhoging van de reële bruto-uurlonen met ingang van 1 januari 2022 met 0,4 pct. met een minimum van 0,10 EUR per uur (op basis van 38 uur/week).
Indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen; - toekenning van een coronapremie van 150 EUR(2) (zonder criteria) aan werknemers : - die minstens één effectieve prestatiedag hebben tijdens de periode van 1 december 2020 tot 30 november 2021; - pro rata van het arbeidsregime op 30 november 2021; - betaalbaar aan de werknemers in dienst op 30 november 2021; - de eventuele coronapremies die al werden toegekend in 2021 worden in mindering gebracht op het bedrag van 150 EUR. Deze eenmalige coronapremie wordt toegekend in de vorm van consumptiecheques conform het koninklijk besluit van 21 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021203680 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid 21 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelij VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit waarvan ik de eer heb aan uwe Majesteit te(...) sluiten tot wijziging van artikel 19quinquies van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
De maximale nominale waarde van de consumptiecheque bedraagt 10 EUR per consumptiecheque.
De werkgevers zullen de consumptiecheques "coronapremie" in elektronische vorm toekennen tenzij op het niveau van de onderneming wordt beslist om deze in papieren vorm toe te kennen, volgens de modaliteiten voorzien in deze overeenkomst.
Voor de consumptiecheques geldt bovendien dat : - Deze niet mogen worden toegekend ter vervanging van of als omzetting van loon, premies, voordelen in natura of andere voordelen, al dan niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen; - De papieren of elektronische cheques kunnen niet geheel of gedeeltelijk voor geld ingewisseld worden; - De cheques worden uitgereikt op naam van de werknemer; - De consumptiecheques moeten tussen 1 augustus 2021 en 31 december 2021 uitgegeven worden door de onderneming; - Ze blijven geldig tot 31 december 2022.
De individuele rekening van de werknemer zal de waarde van de coronapremie vermelden. c. Ploegenpremies De sectorale ploegenpremies worden per 1 januari 2022 met 0,4 pct. verhoogd. HOOFDSTUK II. - Minimum aanwervingsloon
Art. 10.§ 1. Vanaf 1 februari 2020 wordt het minimum aanwervingsloon vastgesteld op 11,6630 EUR/uur.
Dit bedrag moet worden gesteld tegenover de spilindex van 109,18 (basis 2013 = 100).
Vanaf 1 september 2021 wordt het minimum aanwervingsloon vastgesteld op 11,8963 EUR/uur.
Dit bedrag moet worden gesteld tegenover de spilindex van 111,36 (basis 2013 = 100).
Vanaf 1 januari 2022 wordt het minimum aanwervingsloon met 0,4 pct. verhoogd, met een minimum van 0,10 EUR/uur (op basis van 38 uur/week).
Indien de loonindexering in januari 2022 plaatsvindt, worden de lonen eerst geïndexeerd en vervolgens op 1 januari 2022 verhoogd met de bovengenoemde loonstijgingen. § 2. Bij de aanwerving, mag men een minimum aanwervingsloon betalen gelijk aan 95 pct. van het minimumloon vermeld in de eerste paragraaf (11,0798 EUR/uur vanaf 1 februari 2020 - spilindex 109,18 - basis 2013 = 100 - en 11,3014 EUR/uur vanaf 1 september 2021 - spilindex 111,36 - basis 2013 = 100) en dit gedurende maximum vier weken effectieve arbeid. Gedurende deze periode wordt de arbeider opgeleid en begeleid in de functie. Dit systeem mag maar één keer toegepast worden voor dezelfde arbeider, behalve voor de studenten. HOOFDSTUK III. - Minimale ploegenpremies
Art. 11.Wanneer het werk in twee of in drie "draaiende" ploegen is ingericht, worden aan de arbeiders, zonder onderscheid van leeftijd, de ploegenpremies toegekend voor een arbeidsregeling van 38 uren per week : - Vanaf 1 februari 2020 :
Ploeg
Vanaf 1 februari 2020
Equipe
A partir du 1er février 2020
Namiddag
0,5002 EUR/uur
Après-midi
0,5002 EUR/heure
Nacht
1,5578 EUR/uur
Nuit
1,5578 EUR/heure
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover de spilindex van 109,18 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 september 2021 :
Ploeg
Vanaf 1 september 2021
Equipe
A partir du 1er septembre 2021
Namiddag
0,5102 EUR/uur
Après-midi
0,5102 EUR/heure
Nacht
1,5890 EUR/uur
Nuit
1,5890 EUR/heure
De bovenvermelde bedragen moeten worden gesteld tegenover de spilindex van 111,36 (basis 2013 = 100). - Vanaf 1 januari 2022 : De sectorale ploegenpremies worden met 0,4 pct. verhoogd.
TITEL V. - Syndicale opdrachten
Art. 12.Op het vlak van de onderneming die niet over een eigen reglement beschikt, zal een pot van 4 dagen per effectief mandaat in de syndicale delegatie worden voorzien voor syndicale opdrachten voor 2022.
Vanaf 2023 zal de pot voor syndicale opdrachten per effectief mandaat in de syndicale delegatie 8 dagen per 2 jaar bedragen, op het vlak van de onderneming die niet over een eigen reglement beschikt.
TITEL VI. - Sociale vrede
Art. 13.De syndicale organisaties verbinden er zich toe om gedurende de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst de sociale vrede te respecteren.
Indien de sociale vrede niet nageleefd wordt, indien de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de sociale vrede en prestaties van openbaar nut in vredestijd, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 september 1987, niet nageleefd wordt door de vakbondsorganisaties en hun leden, zullen de sancties voorzien in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 toegepast worden.
TITEL VII. - Geldigheid
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2021 en verliest haar uitwerking op 31 december 2022.
Deze overeenkomst wordt te goeder trouw gesloten en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen naleven bij hun lastgevers, zowel naar de letter als naar de geest.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid en het preventieve behoud van de competitiviteit gewijzigd door de wet van 19 maart 2017 en het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 23/08/2021 numac 2021042678 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2021 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld bij de werkgevers in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis en die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021021164 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, financien, sociale zekerheid, mobiliteit en vervoer, beleid en ondersteuning en justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021) tot vaststelling van de maximale marge voor loonkostontwikkeling voor de periode 2021-2022.
Art. 15.De voordeligere maatregelen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de schoot van de ondernemingen of de subsectoren behouden hun uitwerking tijdens de ganse duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover zij op deze niveaus door alle partijen bevestigd worden.
Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en een aanvraag tot algemeen verbindend verklaring bij koninklijk besluit zal worden gevraagd.
Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, worden voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds, en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2022.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1) De minimumverhoging van 0,10 EUR is voorzien voor een loon dat gekoppeld is aan een 38 uren/week arbeidsregime.Als de wekelijkse werkschema's verschillen, is een gelijktrekking vereist wanneer het betaalde uurloon overeenkomt met dit verschillend arbeidsregime (wanneer compenserende rustdagen worden betaald). Bijvoorbeeld, bij een arbeidsregime van 40 uur/week met het loon van een 40-uren week (en dus met betaalde compenserende rustdagen), zal de minimumverhoging 0,0950 EUR bedragen (wat overeenkomt met 0,10 EUR x (38/40)). (2) In ondernemingen kan deze bonus via collectieve arbeidsovereenkomst worden omgevormd tot minstens een gelijkwaardig voordeel.