gepubliceerd op 05 april 2022
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vaststelling van de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer van de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen van de sector der taxi's en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur
29 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vaststelling van de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer van de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen van de sector der taxi's en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2021, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de vaststelling van de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer van de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen van de sector der taxi's en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 januari 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2021 Vaststelling van de werkgeverstussenkomst voor het woon-werkverkeer van de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen van de sector der taxi's en diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur (Overeenkomst geregistreerd op 16 november 2021 onder het nummer 168186/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die een taxionderneming of die diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur uitbaten en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek alsook op hun werknemers. § 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters, aangegeven in de RSZ-categorie 068. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van het protocolakkoord van 18 oktober 2021 voor de jaren 2021-2022.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2019 (registratienr. 157739/CO/140). HOOFDSTUK III. - Openbaar vervoer
Art. 3.§ 1. Voor de werknemers die gebruik maken van het door de NMBS georganiseerd openbaar vervoer, wordt de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs opgetrokken tot 80 pct. van de prijs van de treinkaart in 2de klasse voor de overeenstemmende afstand en vanaf de eerste kilometer. § 2. Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om een derdebetalersregeling voor het treinvervoer af te sluiten, waarbij de overige 20 pct. door de overheid ten laste wordt genomen, zodat hun werknemers kunnen genieten van kosteloos woon-werkverkeer, dat door de werkgevers kan aangeboden worden zonder bijkomende kosten en via een vereenvoudigde administratieve procedure.
Op basis van deze derdebetalersovereenkomst verbindt de NMBS zich er immers toe om aan de werknemers van de overeenkomstsluitende onderneming gratis valideringsbiljetten te verstrekken. De kosten hiervan worden door de NMBS onmiddellijk ten belope van 80 pct. bij de werkgevers gerecupereerd en voor de overige 20 pct. bij de overheid.
Art. 4.§ 1. Ook wanneer de werknemer gebruik maakt van een ander gemeenschappelijk openbaar vervoer dan het treinvervoer, wordt de werkgeversbijdrage in de prijs van de abonnementen tot 80 pct. van de reële kosten opgetrokken. § 2. Deze bepaling geldt zowel wanneer de prijs in verhouding staat tot de afstand als wanneer de prijs een eenheidsprijs is.
Art. 5.§ 1. Indien de werknemer gebruik maakt van een combinatie van de trein (2de klasse) en één of meer andere gemeenschappelijke vervoermiddelen, wordt de bijdrage van de werkgever eveneens vastgesteld op 80 pct. van de reële kostprijs. § 2. Deze bepaling geldt zowel wanneer een vervoerbewijs wordt afgeleverd voor het geheel van de afstand (dus zonder dat in dit vervoerbewijs een onderverdeling wordt opgemaakt per gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel) als wanneer meerdere vervoerbewijzen voor het geheel van de afstand worden afgeleverd. In dit laatste geval wordt een opsomming gemaakt van de patronale bijdragen voor elk apart vervoersbewijs. § 3. Indien een treinkaart gecombineerd wordt met een vervoersbewijs van de MIVB is het voor de ondernemingen bedoeld in artikel 1 eveneens mogelijk om een derde betalers overeenkomst aan te gaan met de NMBS, zonder dat deze ondernemingen ook in dit geval bijkomende kosten moeten betalen en eveneens mits een vereenvoudigde administratieve procedure. De 20 pct. tegemoetkoming van de overheid heeft bijgevolg betrekking op het gedeelte trein in 2de klasse en het gedeelte MIVB. Voor de trajecten van De Lijn of TEC is geen extra tegemoetingkoming voorzien door de overheid.
Art. 6.De bepalingen opgenomen in artikels 7 tot en met 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van de Nationale Arbeidsraad betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers blijven onverminderd gelden. HOOFDSTUK IV. - Fietsvergoeding
Art. 7.De werknemers die effectief gebruik maken van een fiets (of een elektrische fiets) om zich regelmatig naar het werk te verplaatsen, hebben recht op een fietsvergoeding van 0,24 EUR per km, zowel heen als terug.
Deze vergoeding zal automatisch aangepast worden tot het plafond van de fiscale vrijstelling indien dit zou verhoogd worden in de toekomst.
Zij kan, voor de met de fiets afgelegde kilometers, niet worden gecumuleerd met andere werkgeverstussenkomsten in het woon-werkverkeer. HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 8.Onverminderd de bepalingen van hoofdstukken III en IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven gunstigere bepalingen van de verplaatsingskosten woon-werkverkeer op ondernemingsvlak behouden.
Art. 9.Wanneer de werkgever met eigen middelen of door zijn tussenkomst het vervoer van zijn werknemers op een andere wijze kosteloos verzekert, kunnen de werknemers geen aanspraak maken op betaling van de vervoerskosten.
Art. 10.De tussenkomst woon-werkverkeer wordt minstens om de maand betaald. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur
Art. 11.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur gaat in op 1 november 2021. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2022.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE