gepubliceerd op 20 maart 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het SWT op 60 jaar met een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende en 20 jaar nachtprestaties hebben of gewerkt hebben in een zwaar beroep (1)
29 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het SWT op 60 jaar met een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende en 20 jaar nachtprestaties hebben of gewerkt hebben in een zwaar beroep (geharmoniseerd stelsel - arbeiders) (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het SWT op 60 jaar met een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende en 20 jaar nachtprestaties hebben of gewerkt hebben in een zwaar beroep (geharmoniseerd stelsel - arbeiders).
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 februari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2023 SWT op 60 jaar met een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende en 20 jaar nachtprestaties hebben of gewerkt hebben in een zwaar beroep (geharmoniseerd stelsel - arbeiders) (Overeenkomst geregistreerd op 30 oktober 2023 onder het nummer 183391/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975), de wet houdende het Generatiepact van 23 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), de programmawet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 29/03/2012 pub. 06/04/2012 numac 2012021063 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten (Belgisch Staatsblad van 6 april 2012) en hun uitvoeringsbesluiten te weten het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 166 van 30 mei 2023.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle arbeiders/sters die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden bepaald in de artikelen 4 en 5. HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden
Art. 4.Leeftijdsvoorwaarde en algemene loopbaanvoorwaarden § 1. Kunnen aanspraak maken op dit stelsel de arbeiders/sters die, behalve om dringende reden, tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden ontslagen en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen : a. en ofwel minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990; b. ofwel gewerkt hebben in een zwaar beroep gedurende : - ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; - ofwel gedurende minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd : - het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; - het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990. § 2. Voor de periode van 1 oktober 2023 tot 30 juni 2025 wordt de leeftijd vanaf welke dit stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend vastgesteld op 60 jaar.
De arbeider/ster moet worden ontslagen en de leeftijd van 60 jaar of ouder hebben bereikt, uiterlijk op 30 juni 2025 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De arbeider/ster die voldoet aan de voorwaarden en wiens opzeggingstermijn na 30 juni 2025 verstrijkt, behoudt het recht op bedrijfstoeslag.
Art. 5.Bijkomende loopbaanvoorwaarde § 1. Om echter recht te kunnen laten gelden op het SWT, dient de arbeider/ster niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen, doch dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. Indien de arbeider/ster dit bewijs niet kan leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens 8 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. De loopbaan dient te worden berekend van datum tot datum. § 2. Uitzondering wordt echter gemaakt voor de arbeider/ster die het slachtoffer werd van een faillissement, een sluiting of een herstructurering van een onderneming uit de sector stoffering en houtbewerking, daarna werd aangeworven door een andere werkgever van de sector en op het ogenblik van deze aanwerving 50 jaar of ouder was.
Deze arbeider/ster kan niet altijd voldoen aan de vereiste het bewijs te leveren van 8 jaar anciënniteit bij de werkgever die ontslaat. Toch zal hij/zij het SWT kunnen genieten indien hij/zij het bewijs levert van een loopbaan van ten minste twintig jaar in de sector. HOOFDSTUK III. - Bedrijfstoeslag
Art. 6.De arbeiders/sters omschreven in artikel 3 hebben recht op een bedrijfstoeslag ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsuitkeringen in het kader van het SWT. Deze bedrijfstoeslag wordt maandelijks uitbetaald.
Art. 7.De bedrijfstoeslag, volgens de berekeningsmethode bepaald door het paritair comité, wordt toegekend tot de pensioengerechtigde leeftijd.
De bedrijfstoeslag bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil tussen de werkloosheidsvergoeding en het nettorefertemaandloon. De sociale en/of fiscale afhoudingen op de bedrijfstoeslag vallen ten laste van de arbeider/ster.
De bedrijfstoeslag voor SWT van de arbeider/ster die gebruik maakt van een landingsbaan in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 77 en nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, wordt berekend op basis van het brutorefertemaandloon, omgerekend naar een voltijdse betrekking.
Het nettorefertemaandloon wordt berekend, rekening houdend met de werkbonus toegekend aan arbeiders/sters met een laag loon.
Art. 8.De bedrijfstoeslag, zoals bepaald in artikel 7, is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer, zoals die is voorzien in de artikelen 5 tot en met 10 van hoofdstuk IV van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst inzake de loons- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 9.De bedrijfstoeslag waarvan het bedrag bepaald volgens artikelen 7 en 8 lager is dan 123,50 EUR per maand, wordt verhoogd tot 123,50 EUR. Deze verhoging zal evenwel nooit tot gevolg hebben dat het totale brutomaandbedrag van de werkloosheidsuitkering en de aanvullende vergoeding samen, hoger ligt dan de toepasselijke inhoudingsgrenzen zoals bepaald in artikel 130 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten (na indexering en herwaardering). De verhoging van de aanvullende vergoeding wordt in voorkomend geval beperkt tot beloop van de toepasselijke inhoudingsgrens.
Art. 10.e werkgever kan de bedrijfstoeslagen die hij betaalde, na afloop van elk kalenderjaar terugvorderen bij het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking" (FBZ).
Hetzelfde geldt voor de eventuele verhoging van de bedrijfstoeslag in toepassing van artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Daarbij zijn de volgende regels van toepassing : - De terugvordering moet door de werkgever of zijn gemachtigde worden ingediend met de formulieren die daartoe door het FBZ worden ter beschikking gesteld; - De terugvordering slaat op de bedrijfstoeslagen die de werkgever betaalde in het kalenderjaar X. De terugvorderingen kunnen worden ingediend tot het einde van het kalenderjaar X+1; - De terugbetaling door het FBZ is beperkt tot maximaal 94,20 EUR van de brutobedrijfstoeslag per maand. Het terugbetaalde bedrag wordt gekoppeld aan de indexeringen en herwaarderingen zoals die van toepassing zijn op de betaalde bedrijfstoeslagen. De DECAVA-bijdragen worden niet terugbetaald. Ten aanzien van de eventuele verhoging van de bedrijfstoeslag in toepassing van artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft de terugbetaling betrekking op het verschil tussen het verhoogde bedrag en het oorspronkelijk berekende, geïndexeerde en geherwaardeerde bedrag van de bedrijfstoeslag; - De terugbetaling is afhankelijk van het voldoen aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 4 en 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 11.De bedrijfstoeslag zal door de werkgever worden doorbetaald bij een eventuele werkhervatting van de ontslagen arbeider/ster, hetzij als loontrekkende, hetzij als zelfstandige.
De ontslagen arbeider/ster zal zijn ex-werkgever vooraf op de hoogte brengen van zijn werkhervatting alsook van de stopzetting ervan.
Art. 12.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de arbeider/ster zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken arbeider/ster in aanmerking komt voor SWT onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in de artikelen 4 en 5.
Art. 13.De werkgever die met het oog op het SWT zijn arbeider/ster ontslaat, is - behoudens vrijstelling - verplicht deze te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten en binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald.
In de vervanging moet worden voorzien gedurende ten minste zesendertig maanden. Bij niet-vervanging worden de sancties toegepast voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 14.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2023 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE