gepubliceerd op 21 april 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten
29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 augustus 1991, inzonderheid op artikel 4 van de statuten;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 maart 1994, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 april 2000;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 5 augustus 1991, Belgisch Staatsblad van 15 november 1991.
Koninklijk besluit van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 19 mei 1994.
Koninklijk besluit van 26 april 2000, Belgisch Staatsblad van 22 september 2000.
Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2001 onder het nummer 58171/CO/128.03)
Artikel 1.Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 tot vaststelling van de bijdragen te storten door de werkgevers ter uitvoering van de artikelen 3, 4 en 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1991 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten wordt als volgt aangevuld : A. Voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 30 september 2001 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal voor alle ondernemingen, met inbegrip van de "N.V. Samsonite" te Torhout, vastgesteld op 0,40 pct. van de brutolonen voor de financiering van het sociaal voordeel.
B. Voor de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 december 2001 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal voor alle ondernemingen, met inbegrip van de "N.V. Samsonite" te Torhout, vastgesteld op 0,80 pct. van de brutolonen, zijnde : a) 0,40 pct.voor de financiering van het sociaal voordeel; b) 0,40 pct.(4 x 0,10 pct.) voor de financiering van de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.
C. Voor de periode van 1 januari 2002 en met 31 december 2002 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal voor alle ondernemingen, met inbegrip van de "N.V. Samsonite" te Torhout, vastgesteld op 0,50 pct. van de brutolonen, zijnde : a) 0,40 pct.voor de financiering van het sociaal voordeel; b) 0,10 pct.voor de financiering van de bevordering van de tewerkstelling van risicogroepen.
D. Vanaf 1 januari 2003 wordt het bedrag van de bijdrage per kwartaal voor alle ondernemingen, met inbegrip van de "N.V. Samsonite" te Torhout, vastgesteld op 0,40 pct. van de brutolonen voor de financiering van het sociaal voordeel.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk.
De opzegtermijn begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt gestuurd. De opzegtermijn mag evenwel ten vroegste een aanvang nemen op 1 oktober 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 februari 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE