Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 augustus 2021
gepubliceerd op 15 september 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021203124
pub.
15/09/2021
prom.
29/08/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 augustus 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2020 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 23 februari 2021 onder het nummer 163429/CO/323) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid behoren van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Met "werknemers" worden alle werknemers bedoeld, zonder onderscheid naar gender.

Art. 2.De ondernemingshoofden erkennen dat hun werknemers, aangesloten bij één van de ondertekenende vakverenigingen, het recht hebben zich bij hen te laten vertegenwoordigen door een syndicale afvaardiging waarvan het statuut bij deze overeenkomst wordt geregeld.

Art. 3.De ondernemingshoofden gaan de verbintenis aan de syndicale afvaardiging te ontvangen, geen druk op het personeel uit te oefenen om te verhinderen dat het tot een vakvereniging zou toetreden, noch aan niet gesyndiceerde werknemers blijken van voorkeur te geven ten opzichte van gesyndiceerde werknemers.

Art. 4.De syndicale afgevaardigden van het personeel moeten onder alle omstandigheden : a) een geest van rechtvaardigheid, van billijkheid en verzoeningsgezindheid aan de dag leggen;b) elke tekortkoming aan de sociale wetgeving, de arbeidsreglementen van de onderneming, de collectieve arbeidsovereenkomsten, alsook aan de arbeidstucht en aan het beroepsgeheim, persoonlijk vermijden en door hun collega's doen vermijden;c) het optreden van de leiding van de onderneming en van haar vertegenwoordigers op verschillende gezagsposten niet bemoeilijken.

Art. 5.De ondertekenende vakverenigingen gaan de verbintenis aan de vrijheid van vereniging te eerbiedigen en te zorgen dat hun leden uit hun syndicale propaganda alle methoden weren, die niet overeen te brengen zijn met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel, aangevuld met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5bis van 30 juni 1971, noch met deze overeenkomst. HOOFDSTUK II. - Bevoegdheid

Art. 6.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger te worden gehoord naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht, wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

Art. 7.Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg ingediend door de belanghebbende werknemer die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde.

De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of betwisting die langs deze weg niet kon worden opgelost.

Art. 8.Ten einde de in voorgaande artikelen 6 en 7 bedoelde geschillen of betwistingen te voorkomen, moet de syndicale afvaardiging van het personeel voorafgaandelijk door de werkgever worden ingelicht over de veranderingen die de contractuele of gebruikelijke arbeids- en beloningsvoorwaarden kunnen wijzigen, met uitzondering van inlichtingen van individuele aard.

Zij zal met name worden ingelicht over de wijzigingen welke voortvloeien uit de wet, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de bepalingen van algemene aard die in de individuele arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen, voornamelijk de bepalingen die een weerslag hebben op de loonschalen en de regelen van de beroepsclassificatie.

Art. 9.Het ondernemingshoofd of zijn vertegenwoordiger zal de syndicale afvaardiging zo spoedig mogelijk ontvangen, ten laatste binnen de 14 dagen na het indienen van het verzoek. Gehoor wordt aldus verleend naar aanleiding van gelijk welke betwisting aangaande : a) inbreuken op de algemene beginselen bepaald in de artikelen 2 tot 5 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen;b) het nakomen van de sociale wetgeving, de arbeidsreglementen van de onderneming, de collectieve arbeidsovereenkomsten en de individuele arbeidsovereenkomsten, met name opdat voor het gesyndiceerd personeel van de onderneming de weddeschalen en de classificeringsregelen worden toegepast, voorzien in het kader van de geldende wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten;c) de arbeidsverhoudingen.

Art. 10.De syndicale afvaardiging is bevoegd om onderhandelingen te voeren voor het sluiten van collectieve overeenkomsten of van akkoorden in de schoot van de onderneming, onverminderd de collectieve overeenkomsten of de akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten.

Art. 11.De syndicale afvaardiging heeft geen zeggenschap in aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van paritaire instellingen op het vlak van de onderneming bestaande of in het leven te roepen krachtens een wets- of reglementsbepaling, zoals onder meer de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk.

De syndicale afvaardiging mag evenwel toezicht houden op de oprichting en de werking van deze instelling en op de uitvoering van hun beslissingen die de werknemers aanbelangen. HOOFDSTUK III. - Samenstelling van de afvaardiging

Art. 12.Op vraag van één of meerdere van de organisaties die deze overeenkomst hebben ondertekend wordt een syndicale afvaardiging ingesteld in de ondernemingen vanaf 25 werknemers, wanneer ten minste 10 werknemers gesyndikeerd zijn.

In deze overeenkomst wordt onder "onderneming" verstaan : de technische bedrijfseenheid in de zin van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven.

Art. 13.De syndicale afvaardiging wordt ingesteld op initiatief van (één van) de vakbonden vertegenwoordigd in het paritair comité. De vakbond die een initiatief neemt met het oog op de oprichting van een syndicale afvaardiging, neemt hierover voorafgaand contact op met de andere vakbonden. De initiatiefnemende vakbond dient bewijs te kunnen leveren dat de andere vakbonden gecontacteerd zijn. De syndicale organisaties die aanspraak maken op minstens één mandaat, zullen zich voor het indienen van de aanvraag tot oprichting in onderling akkoord stellen over de verdeling van de mandaten in verhouding tot het respectieve ledental in de onderneming.

Het verzoek tot oprichting van een syndicale afvaardiging wordt door de vakbond(en) bij de werkgever ingediend via een aangetekende brief.

Op het ogenblik dat het verzoek tot oprichting van een syndicale delegatie wordt opgestuurd, zullen de vakbond(en) een afschrift van dit verzoek, samen met de lijst van de mogelijk effectieve en plaatsvervangende kandidaten, beperkt tot het aantal volgens artikel 15 te begeven zetels, bij aangetekende brief toesturen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

De werkgever kan zich binnen een termijn van 15 dagen na het indienen van het hierboven vermelde verzoek verzetten tegen de oprichting van een syndicale afvaardiging met een aangetekende brief aan de syndicale organisatie(s) die het verzoek hebben opgestuurd.

In geval van betwisting kan er beroep worden ingediend bij de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden. De voorzitter kan zijn verzoeningsrol opnemen of overgaan tot bijeenroepen van het bij artikel 42 voorziene nationaal verzoeningscomité.

Art. 14.De afvaardiging bestaat uit hetzelfde aantal effectieve en plaatsvervangende leden.

Art. 15.Het aantal effectieve afgevaardigden bedraagt, in verhouding tot het aantal werknemers in de onderneming : - voor 25 tot 75 werknemers : 2 afgevaardigden; - voor 76 tot 150 werknemers : 3 afgevaardigden; - voor 151 tot 300 werknemers : 4 afgevaardigden; - voor 301 tot 500 werknemers : 5 afgevaardigden; - voor 501 tot 1 000 werknemers : 6 afgevaardigden; - voor 1 001 tot 2 000 werknemers : 8 afgevaardigden; - meer dan 2 000 werknemers : 10 afgevaardigden.

In de ondernemingen met 25 tot 75 werknemers wordt het aantal afgevaardigden echter verhoogd tot 3 wanneer een derde syndicale organisatie bewijst dat zij binnen de onderneming ten minste 25 pct. van het gesyndikeerd personeel vertegenwoordigt.

In de ondernemingen waar ten minste 25 werknemers van minder dan 21 jaar oud in dienst zijn, kan een plaats worden voorbehouden aan een kandidaat van minder dan 21 jaar oud.

Het aantal afgevaardigden mag niet gewijzigd worden tijdens de normale duur van het mandaat.

Art. 16.Bij de berekening van de in artikelen 12 en 15 bepaalde getalsterkte, worden alle werknemers die met een arbeidsovereenkomst verbonden zijn met de werkgever, in aanmerking genomen.

Voor de vaststelling van de personeelssterkte van de onderneming wordt het gemiddeld aantal werknemers in aanmerking genomen dat er tewerkgesteld is gedurende de vier kwartalen die het kwartaal voorafgaan, tijdens welke de instelling van een syndicale afvaardiging werd aangevraagd.

Ten einde de syndicalisatiegraad vast te stellen bepaald in artikel 12, lid 1, wordt rekening gehouden met het aantal gesyndiceerden tewerkgesteld binnen de onderneming op het ogenblik van de indiening van de vraag tot oprichting van een syndicale afvaardiging.

In geval van betwisting aangaande het aantal gesyndiceerde werknemers die in de onderneming werken, wordt beroep gedaan op de voorzitter van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden. HOOFDSTUK IV. - Aanduiding van de afgevaardigden

Art. 17.Om de functie van effectief afgevaardigde of van plaatsvervanger te mogen uitoefenen, moeten de werknemers aan de volgende vereisten voldoen : 1. minstens zes maanden effectief gepresteerd hebben in de onderneming;2. niet in een opzeggingsperiode zijn op het ogenblik van de aanduiding;3. lid zijn van één van de vakorganisaties, ondertekenaars van deze overeenkomst.

Art. 18.De syndicale afgevaardigden worden aangeduid omwille van het gezag dat van hen zal moeten uitgaan bij de uitoefening van hun discrete taak en ook wegens hun bekwaamheid, wat veronderstelt dat ze behoorlijk vertrouwd zijn met de onderneming en met de bedrijfstak.

Art. 19.De vakbonden leggen aan de werkgever, schriftelijk, de definitieve lijst voor van de effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden die worden voorgedragen. Deze lijst wordt ten vroegste 15 dagen na het indienen van de aanvraag tot oprichting van een syndicale delegatie ingediend. In geval van verzoening wordt de lijst pas verstuurd na het afronden van de verzoening.

Art. 20.De plaatsvervangende leden zetelen in de plaats van een effectief lid : 1. ingeval dit lid verhinderd is, ingevolge een wettelijke schorsing van zijn werknemersovereenkomst;2. wanneer het effectief lid overleden is, de vereisten bepaald bij artikel 17 niet meer vervult of wanneer zijn mandaat een einde heeft genomen overeenkomstig artikel 25.

Art. 21.Elke organisatie zal tijdig zorgen voor de vervanging van haar afgevaardigden die hun opdracht niet meer vervullen. Deze vervanging zal geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikelen 17 tot 20.

Art. 22.De syndicale afvaardiging wordt officieel ingesteld binnen de 14 dagen nadat de lijst per aangetekend schrijven is verstuurd aan de werkgever. In geval van onenigheid tussen de partijen wordt de aanstelling slechts definitief na betekening van de beslissing van het verzoeningsbureau.

Art. 23.Ter gelegenheid van de officiële instelling stellen de partijen, in uitvoering van hoofdstuk VI, de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardiging vast.

Art. 24.Het mandaat van de syndicale afgevaardigden duurt vier jaar, met stilzwijgende verlenging, voor telkens vier jaar.

Art. 25.Het mandaat van syndicale afgevaardigde neemt een einde : a) wanneer de termijn verstrijkt;b) wanneer een afgevaardigde ontslag neemt.Het ontslag moet schriftelijk ter kennis van de werkgever worden gebracht; c) wanneer de afgevaardigde niet meer deel uitmaakt van het personeel van de onderneming;d) wanneer hij naar een andere technische bedrijfseenheid in de zin van artikel 12, 2de lid van deze overeenkomst wordt overgeplaatst;e) wanneer hij geen deel meer uitmaakt van de vakorganisatie waartoe hij behoorde bij zijn aanstelling.In dit geval verwittigt de vakvereniging de werkgever bij aangetekende brief en duidt zo nodig, de plaatsvervanger aan. HOOFDSTUK V. - Statuut van de syndicaal afgevaardigden

Art. 26.De syndicale afgevaardigden hebben recht op de normale bevorderingen van de categorie waartoe zij behoren.

Art. 27.De leden van de syndicale afvaardiging mogen niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van hun mandaat.

De werkgever die overweegt om een syndicale afgevaardigde, om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende reden, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekende brief die uitwerking heeft op de derde dag, volgend op de datum van de verzending.

De betrokken syndicale organisatie beschikt over een termijn van vijftien werkdagen om mee te delen dat zij de geldigheid van de voorgenomen afdanking weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt bij aangetekende brief, de periode van vijftien werkdagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft. De werkgever verstuurt de bevoegde vakbondssecretaris onmiddellijk en per e-mail een kopie van het aangetekend schrijven.

Het uitblijven van reactie van de syndicale organisatie moet beschouwd worden als een aanvaarding van de geldigheid van de voorgenomen afdanking.

Indien de syndicale organisatie weigert de geldigheid van de voorgenomen afdanking te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair comité voor te leggen; de maatregel tot afdanking mag niet worden uitgevoerd gedurende de duur van deze procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen éénparige beslissing is kunnen komen binnen de 2 maanden van de aanvraag tot tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om de afdanking te verantwoorden, voorgelegd aan de Arbeidsrechtbank.

Art. 28.Ingeval een kandidaat voorkomend op de lijst waarvan sprake in artikel 13 voor de officiële instelling, bedoeld in artikel 19, wordt afgedankt, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het verzoeningsbureau voor te leggen dat oordeelt of de afdanking geschiedt is om redenen eigen aan de kandidaatstelling.

Art. 29.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale organisatie daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht.

Art. 30.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : 1. indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemd artikel 27 bepaalde procedure na te leven;2. indien op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepaling van artikel 28, door het verzoeningsbureau of door de Arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3. indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de Arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4. indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst.De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de brutobezoldiging van een jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt bepaald in artikel 21, paragraaf 7 van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven en in artikel 1bis, paragraaf 7 van de wet van 10 juni 1952 betreffende de gezondheid en de veiligheid van de werknemers.

Art. 31.Bij wijziging van werkgever ingevolge een overgang van een onderneming of van een gedeelte van een onderneming krachtens overeenkomst geldt navolgende regeling : a) Met betrekking tot het genot van de beschermingsmaatregelen, bepaald bij onderhavig hoofdstuk V : de bescherming voorzien bij de artikelen 27, 28 en 30 van toepassing op de syndicale afgevaardigden van de onderneming, die overgaat, of het gedeelte ervan, dat overgaat, tot op het ogenblik dat een nieuwe syndicale afvaardiging wordt samengesteld of, indien de afgevaardigden niet opnieuw aangeduid of herkozen worden, tot op het ogenblik dat de conventionele duur van hun mandaat zou verstreken zijn;te dien einde worden die syndicale afgevaardigden beschouwd alsof zij hun mandaat verder uitoefenen binnen de hiervoor vermelde tijdslimieten; b) Met betrekking tot de voortzetting van de uitoefening van het mandaat : 1.indien bij de overgang de autonomie van de onderneming of van het gedeelte van de onderneming, op het vlak waarvan de syndicale afvaardiging werd opgericht, behouden blijft, blijven de syndicale afgevaardigden hun mandaat verder uitoefenen tot op het ogenblik dat het verstrijkt; 2. voor het geval dat de autonomie van de onderneming of van het gedeelte van de onderneming, op het vlak waarvan de syndicale afvaardiging werd opgericht, niet behouden blijft, wordt de syndicale afvaardiging uiterlijk zes maanden na de overgang wedersamengesteld. Tot op het ogenblik van de wedersamenstelling blijven de syndicale afgevaardigden hun mandaat verder uitoefenen.

Art. 32.De opgezegde syndicale afgevaardigde behoudt tijdens de opzeggingstermijn, benevens de rechten die uit de wet op de arbeidsovereenkomst voor werknemers voortvloeien, ook de rechten ontstaan uit deze overeenkomst. HOOFDSTUK VI. - Werking van de syndicale afvaardiging

Art. 33.De syndicale afvaardiging wordt naargelang de noodwendigheden door het hoofd van de onderneming of diens afgevaardigde ontvangen.

Art. 34.De voltallige of niet voltallige afvaardiging komt tijdens de normale diensturen met de werkgever samen.

Art. 35.De tijd besteed aan de samenkomst van de syndicale afvaardiging met de werkgever, wordt als werktijd aangezien en bezoldigd. Voor het tijdsgedeelte van de samenkomst dat de normale arbeidsduur overschrijdt, is geen overloon verschuldigd.

Art. 36.De leden van de syndicale afvaardiging beschikken over de nodige tijd en faciliteiten - in onderling akkoord met de werkgever te bepalen en bezoldigd als arbeidstijd - om de in dit statuut omschreven syndicale opdrachten en activiteiten in de onderneming collectief of individueel uit te oefenen.

Met het oog op het gebruik van die tijd en die faciliteiten, dienen de leden van de syndicale afvaardiging vooraf de werkgever in te lichten en in akkoord met hem ervoor te zorgen dat dit gebruik het goed verloop van de diensten in de onderneming niet verstoort.

De onderneming stelt - ofwel permanent ofwel occasioneel - een lokaal ter beschikking van de syndicale afvaardiging van het personeel, ten einde haar toe te staan haar opdracht passend te vervullen.

Art. 37.Om de samenkomsten met de werkgever voor te bereiden en met diens vooraf gegeven toestemming, mag de syndicale afvaardiging binnen de onderneming bijeenkomen. Deze voorbereidende vergaderingen zijn te beschouwen als syndicale opdrachten en activiteiten zoals beoogd in artikel 36, lid 1.

Art. 38.De syndicale afvaardiging kan meer bepaald tijdens de rustperiodes mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen die nuttig zijn voor het personeel, zonder dat zulks de organisatie van het werk mag verstoren. Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn.

Op gemotiveerd verzoek door de syndicale afvaardiging in te dienen met een vooropzegging van 48 uren en met de voorafgaande instemming van de werkgever kunnen door de syndicale afvaardiging voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren worden belegd. De werkgever kan niet willekeurig zijn instemming weigeren. Hij wordt er meer bepaald toe gebracht zijn instemming te geven ter gelegenheid van het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten die het gehele werknemerspersoneel van de onderneming aanbelangen. HOOFDSTUK VII. - Rol van de syndicale afvaardiging bij ontstentenis van de ondernemingsraad

Art. 39.In afwijking van artikel 11 kan de syndicale afvaardiging, bij ontstentenis van de ondernemingsraad, de taken, rechten en opdrachten uitoefenen die aan deze raad worden toegekend in het hoofdstuk II, artikelen 4, 5, 6, 7 en 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst, die de nationale akkoorden en de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden coördineert, gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad op 9 maart 1972. HOOFDSTUK VIII. - Beslechting van een geschil

Art. 40.Wanneer een geschil ontstaat binnen de onderneming met de directie, wendt de syndicale afvaardiging alle mogelijke middelen aan ten einde het geschil door onderhandelingen te beslechten.

Art. 41.Wanneer na bemoeienis van een syndicale afvaardiging geen akkoord is bereikt met de werkgever aangaande de regeling van een geschil, kunnen de afgevaardigden de hulp inroepen van de vaste vertegenwoordigers van hun vakorganisaties om het overleg omtrent die aangelegenheid voort te zetten. Wanneer dit geval zich voordoet, kan de werkgever zich doen bijstaan door vertegenwoordigers van zijn beroepsorganisatie.

Art. 42.Na uitputting van alle onderhandelingsmogelijkheden kan de syndicale afvaardiging het geschil doen voorbrengen voor het nationaal verzoeningscomité van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Art. 43.Ieder beroep op het nationaal verzoeningscomité moet geschieden door bemiddeling van een lid van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden.

Art. 44.Een stakingsaanzegging kan enkel schriftelijk betekend worden nadat het nationaal verzoeningscomité zich heeft uitgesproken.

Art. 45.De stakingsaanzegging zal een duurtijd hebben van tenminste 14 dagen en zal ingaan de dag na de betekening.

Art. 46.Het nationaal verzoeningscomité van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden is eveneens bevoegd voor alle geschillen omtrent de samenstelling en aanduiding van de syndicale delegatie. HOOFDSTUK IX. - Duur van de overeenkomst en diversen

Art. 47.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor vier jaar. Zij wordt stilzwijgend voor een verdere termijn van vier jaar verlengd en zo verder om de vier jaar, zolang de bepalingen van navolgend artikel 48 niet worden ingeroepen.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 april 2009 (registratienummer 93495/CO/323 - koninklijk besluit van 19 april 2010 - Belgisch Staatsblad van 23 juni 2010), gesloten in het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 48.Ten vroegste zes maanden en ten laatste drie maanden voor het verstrijken van iedere periode bedoeld in artikel 47 kan deze collectieve arbeidsovereenkomst worden opgezegd door om het even welke ondertekenende partij.

De opzegging wordt door middel van een aangetekende brief betekend aan alle ondertekenende partijen en aan de voorzitter van het paritair comité.

Art. 49.De organisatie op wier verantwoording de collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgezegd, gaat de verbintenis aan de redenen te noemen en onmiddellijk voorstellen tot wijziging in te dienen. De ondertekenende partijen gaan de verplichtingen aan deze voorstellen binnen de maand na ontvangst te bespreken.

Art. 50.Zolang deze collectieve arbeidsovereenkomst loopt, opzeggingstermijn inbegrepen, gaan de partijen de verbintenis aan in de ondernemingen waar ze wordt nageleefd, geen staking of geen lock-out te beginnen, zonder zich vooraf te gedragen naar de bepalingen van hoofdstuk VIII. De werkstakingen of lock-outs die in strijd met onderhavig artikel worden uitgeroepen, zullen niet worden ondersteund.

Art. 51.Uitzonderlijke gevallen of gevallen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst niet zijn voorzien, worden onderzocht door het beperkt comité van het Paritair Comité voor het beheer van gebouwen, de vastgoedmakelaars en de dienstboden, hetwelk aan dit comité verslag zal uitbrengen.

Art. 52.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 24 november 2020.

Art. 53.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^