29 AUGUSTUS 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 augustus 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019 Inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2019 onder het nummer 155176/CO/113)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf ressorteren (PC 113), met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de pannenbakkerijen (PSC 113.04).

Onder "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters verstaan.

Art. 2.Artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 (registratienummer 47238/CO/113) dat de financiële tussenkomsten regelt van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf" ten voordele van de tewerkstelling van werknemers die behoren tot een risicogroep, en dat integraal vervangen werd door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018 tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (registratienummer 150338/CO/113) wordt als volgt vervangen: "Deze bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die het op haar beurt zal doorstorten aan het "Fonds voor bestaanszekerheid van het ceramiekbedrijf".

De bedragen worden bepaald op basis van de brutolonen aan 108 pct., rekening houdend met de ploegenpremies, de eindejaarspremie en andere voordelen die met loon gelijkgesteld worden.".

Art. 3.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is belast met de inning bij de werkgevers van het bedrag noodzakelijk voor de betaling van de syndicale premie zoals gedefinieerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2018, afgesloten door het Paritair Comité van het ceramiekbedrijf tot wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid (registratienummer 150338/CO/113).

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal een bijdrage van 0,5 pct. van de brutolonen aan 108 pct. inhouden van de werknemers tewerkgesteld in een onderneming of bij een werkgever zoals bepaald in artikel 1.

Het aantal tewerkgestelde werknemers is het aantal dat vermeld wordt op de aangiftes bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het refertejaar.

Art. 4.De bijdragen worden op kwartaalbasis geïnd. § 1. In uitvoering van artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 1995 (registratienummer 47238/CO/113) worden de patronale bijdragen als volgt verdeeld: - 0,2 pct. in het derde kwartaal van 2019; - 0,2 pct. in het vierde kwartaal van 2019.

Vanaf 2020 zal de bijdrage 0,10 pct. per kwartaal bedragen. § 2. De bijdragen voorzien in artikel 3 worden als volgt verdeeld: - 1 pct. in het derde kwartaal van 2019; - 1 pct. in het vierde kwartaal van 2019.

Vanaf 2020 zal de bijdrage 0,5 pct. per kwartaal bedragen.

Art. 5.De werkgever is vrijgesteld van de inning van de bijdrage zoals bepaald in artikel 3, indien er, in geval van een geschil tussen de werkgever en de werknemers, een werkonderbreking is geweest zonder dat de werknemers en hun representatieve vakorganisaties alle verzoeningsprocedures en andere bepalingen zoals voorzien door artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardigingen van het werkliedenpersoneel van de ondernemingen van het ceramiekbedrijf (registratienummer 105206/CO/113), hebben nageleefd.

Art. 6.Het globale bedrag van de bijdrage van 0,5 pct. zoals bepaald in artikel 3 wordt gestort door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het fonds voor bestaanszekerheid. Deze laatste maakt dit bedrag over aan het sociaal fonds voor de arbeiders van het ceramiekbedrijf.

Art. 7.. Het eventueel te veel of te weinig ingehouden bedrag door het fonds voor bestaanszekerheid van de bijdrage zoals bedoeld in artikel 3 wordt geraamd op basis van het formulier dat als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd is.

De verschuldigde bedragen zullen overgeschreven of ingevorderd worden na goedkeuring door de algemene statutaire jaarvergadering van het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door de meest gerede partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor het ceramiekbedrijf, met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf"

FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VOOR HET CERAMIEKBEDRIJF Patronale bijdragen aan het sociaal fonds

Rechtvaardigend formulier voor het jaar XXXX, in uitvoering van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van [...] 2019 met betrekking tot de inning door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de patronale bijdragen aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het ceramiekbedrijf"

Ingevuld terug te sturen aan het FBZ voor het ceramiekbedrijf - Hoogstraat 26-28 - 1000 Brussel

Naam en adres van de onderneming:

R.S.Z. nr:

Tel.:

Fax:

e-mail:

Inlichtingen: Arbeiderspersoneel - Jaar xxxx

A. Bruto loonmassa aan 108 % aangegeven aan de RSZ

€

B. Patronale bijdrage ontvangen door RSZ voor de syndicale premie

0,50 %

C. TOTAAL (A x B)

€

D. Aantal tewerkgestelde arbeiders(sters) Het aantal ingeschreven personen wordt bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het totaal van de 4 kwartalen zoals aangegeven bij de RSZ. E. Bedrag van de syndicale premie

145,00 €

F. TOTAAL (D x E)

€

Indien van toepassing: 1. Aantal SWT en gelijkgestelde werknemers 2.Bedrag van de toegekende syndicale premie = € G. TOTAAL G.1 x G.2

€

Verschil [C - (F + G)]

€

Positief saldo, dit wil zeggen in voordeel van de onderneming = bedrag te storten door het FBZ op rekening IBAN BE-.......................... van de onderneming.

Negatief saldo, dit wil zeggen in voordeel van het FBZ = bedrag te storten door de onderneming op rekening IBAN BE- ...........................van het FBZ

Verklaring op eer, handtekening van de werkgever of zijn mandataris, datum en stempel van de firma

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 augustus 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE