Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 april 1999
gepubliceerd op 24 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bevordering van de tewerkstelling

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012307
pub.
24/12/1999
prom.
29/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/29/1999012307/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bevordering van de tewerkstelling (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 maart 1979, inzonderheid op artikel 18 van de statuten;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bevordering van de tewerkstelling.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 13 maart 1979, Belgisch Staatsblad van 14 april 1979.

Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997.

Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Bevordering van de tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45022/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en meer in het bijzonder het hoofdstuk IV van titel III van deze wet, evenals van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de voormelde wet. HOOFDSTUK II. - Tewerkstelling van risicogroepen

Art. 3.De ondernemingen die langdurig werklozen, laaggeschoolde werklozen, werklozen met een leeftijd van minstens 50 jaar, werkzoekenden die het begeleidingsplan voor werklozen hebben gevolgd, gehandicapten, personen die terugkeren op de arbeidsmarkt of bestaansminimumtrekkers voor onbepaalde duur aanwerven, kunnen een éénmalige forfaitaire toelage ten laste van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" bekomen.

Deze toelage bedraagt 30 000 F, voor de voltijdse aanwerving van een arbeider of arbeidster en 15 000 F voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen arbeider of arbeidster met een arbeidsovereenkomst van minstens 18 uren per week.

Deze toelage wordt toegekend voor de aanwervingen die plaatsvinden vanaf 1 januari 1997 wanneer de werkman of werkster 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming.

Art. 4.De ondernemingen die werknemers die geheel of gedeeltelijk hun beroepsloopbaan onderbreken, of werknemers die bruggepensioneerd zijn vanaf of na de leeftijd van 58 jaar vervangen door werklieden of werksters, die behoren tot de bovengenoemde risicogroepen, kunnen ten laste van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" genieten van dezelfde éénmalige forfaitaire toelage onder dezelfde voorwaarden als deze vastgesteld in artikel 3 hierboven.

Art. 5.De ondernemingen die werknemers die bruggepensioneerd zijn op 55 jaar in 1997 of 56 jaar in 1998 vervangen door werklieden of werksters, kunnen ten laste van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" genieten van een éénmalige en forfaitaire toelage.

Deze toelage bedraagt 50 000 F voor de voltijdse aanwerving van een werkman of werkster en 25 000 F voor de aanwerving van een deeltijds in dienst genomen werkman of werkster met een arbeidsovereenkomst van minstens 18 uren per week.

Deze toelage wordt toegekend wanneer de werkman of werkster die de bruggepensioneerde vervangt 6 maanden anciënniteit heeft bereikt in de onderneming.

Art. 6.De omschrijving van de bovengenoemde risicogroepen is deze vastgesteld bij koninklijk besluit van 12 april 1991 tot uitvoering van artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Art. 7.De raad van bestuur van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" wordt ermee belast de uitvoerings- en controlemodaliteiten voor de toekenning van de toelagen, beschreven in de artikelen 3 tot 5, vast te stellen.

De uitbetaling van de toelagen geschiedt bij beslissing van de raad van bestuur of van het directiecomité van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren". Er kan per werkman of werkster slechts één maandelijkse toelage aan de werkgever toegekend worden.

In voorkomend geval, kan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" de nodige beslissingen nemen om het bedrag van de toelagen bedoeld in de artikelen 3 tot 5 te beperken, om zo een overschrijding te voorkomen van de financiële middelen, voortvloeiend uit de bedrage van 0,20 pct. bedoeld in artikel 8.

Art. 8.Teneinde de financiering te verzekeren van de tewerkstellingsbevorderende maatregelen bedoeld in de artikelen 3 tot 5, zijn de werkgevers bedoeld in het eerste artikel, aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren" voor de periode van 1 januari tot 31 december 1998, een bedrage verschuldigd van 0,20 pct. berekend op de brutolonen van de werklieden en werksters.

Ze wordt geheven en geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid, volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 14 tot 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juli 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, tot vaststelling van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 maart 1979.

De financiering wordt ook verrekend door de aanwending van de nog resterende activa voortvloeiend uit de inning van de bijdragen ter bevordering van de tewerkstelling met name van de personen behorend tot de risicogroepen, op basis van de interprofessionele akkoorden van 27 november 1990, 9 december 1992 en 7 december 1994.

Art. 9.Het initiatief ten voordele van de risicogroepen waarvan sprake in dit hoofdstuk zal aan de ondernemingen de mogelijkheid bieden te genieten van de gelijkstelling van de gedane aanwervingen met aanwervingen van stagiairs-RVA, overeenkomstig het koninklijk besluit van 23 september 1992. HOOFDSTUK III. - Arbeidsvermindering, vormingsdagen

Art. 10.De voltijds tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die vrijwillig wensen hun arbeidsduur te verminderen tot 32 uren per week, kunnen die doen mits het respecteren van de volgende voorwaarden : - de prestaties worden gespreid overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 april 1982, gesloten in het paritair comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de afwijking aan de vijfdagenweek, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juli 1982, Belgisch Staatsblad van 7 september 1982; - behoud van het uurloon.

De werkgevers verbindend er zich toe de op die manier vrijgekomen uren te compenseren door ofwel een verhoging van de arbeidsduur van deeltijdse werklieden en werksters, ofwel door nieuwe aanwervingen, van zodra het aantal van deze uren minstens overeenstemt met een halftijdse betrekking.

Art. 11.De werkgevers die behoren tot de beenhouwerijsector en niet meer dan 20 werknemers tewerkstellen en die de maatregel inzake arbeidsduurvermindering vermeld in artikel 10 hierboven niet wensen toe te passen, kunnen deze vervangen door de verplichting twee vormingsdagen van 8 uur te organiseren voor hun werklieden en werksters tijdens de werkuren.

In voorkomend geval moeten zij zulks meedelen aan de voorzitter van het paritair comité, per aangetekend schrijven, vóór 1 november 1997.

Art. 12.De ondernemingsraad of de syndicale afvaardiging zal ingelicht worden over de toepassing van de vermelde maatregelen, overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot coördinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972.

Bij ontstentenis van ondernemingsraad en syndicale afvaardiging, kunnen eventuele klachten over de toepassing worden gericht tot de voorzitter van het paritair comité, die ze zal voorleggen aan een beperkte groep van het paritair comité. HOOFDSTUK IV. - Beroepsloopbaanonderbreking

Art. 13.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 1996, wordt verlengd tot 31 maart 1999.

Art. 14.De arbeiders en arbeidsters van 55 jaar of ouder die voltijds tewerkgesteld zijn en die dit wensen, hebben recht op halftijdse beroepsloopbaanonderbreking, binnen de voorwaarden die bepaald zijn door de herstelwet van 22 januari 1985, met dien verstande dat deze onderbreking van definitieve aard is tot op het einde van hun beroepsloopbaan.

De werkgevers verbinden er zich toe de werklieden en de werksters die in halftijdse loopbaanonderbreking zijn, te vervangen door contracten van onbepaalde duur of door het toekennen van uren aan halftijdse werklieden en werksters en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Collectief ontslag

Art. 15.Het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de handel in voedingswaren" zal aan de werklieden en werksters die het slachtoffer zijn van een collectief ontslag, zoals gedefinieerd in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 10 gesloten op 8 mei 1973 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende het collectief ontslag, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 augustus 1973 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr 24, gesloten op 2 oktober 1975 in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de procedure van inlichting en raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers met betrekking tot het collectief ontslag, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 januari 1976, een uitkering toekennen van 100 F per dag ter aanvulling van de wettelijke vergoeding en gedurende de eerste 90 door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vergoedbare dagen volgend op het ontslag. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt inwerking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 1999.

Zij vervangt voor het eerste kwartaal 1997 de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de bevordering van de tewerkstelling van de risicogroepen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 mei 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^