gepubliceerd op 23 mei 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de lonen van de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders en van het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel in de beschutte werkplaatsen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 juli 2001
28 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de lonen van de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders en van het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel in de beschutte werkplaatsen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 juli 2001 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de lonen van de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders en van het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel in de beschutte werkplaatsen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 juli 2001.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001 Lonen van de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders en van het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel in de beschutte werkplaatsen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vanaf 1 juli 2001 (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2002 onder het nummer 60872/CO/327) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, erkend en gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie, op de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders en op het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel die zij tewerkstellen. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en in het bijzonder met deze van het koninklijk besluit van 20 december 1996.
Art. 4.De functies van de semi-geschoolde arbeiders, de ongeschoolde arbeiders en het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel worden bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001 betreffende de functieclassificatie, de loonschalen en de uurlonen van de personeelsleden van de beschutte werkplaatsen erkend en gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie. HOOFDSTUK III. - Loon
Art. 5.Om tegemoet te komen aan een voldoende loonspanning komen de sociale partners overeen om op 1 juli 2001 een verhoging van minimaal 2 BEF (0,0496 EUR)/uur toe te kennen aan de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders waarvan het uurloon hoger is dan de bedragen bepaald in bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarvan sprake in artikel 4, behalve als ze reeds zo een verhoging hebben genoten tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2001.
Art. 6.Zij komen overeen om op 1 januari 2003 een verhoging van minimaal 2 BEF (0,0496 EUR)/uur toe te kennen en van minimaal 2 BEF (0,0496 EUR)/uur tussen 1 januari 2005 en 31 december 2005 aan de semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders waarvan het uurloon dan hoger is dan de bedragen bepaald in bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarvan sprake in artikel 4.
Art. 7.Alle semi-geschoolde en ongeschoolde arbeiders moeten een verhoging genieten van minimaal 8 BEF (0,1983 EUR)/uur (buiten indexering) tussen 1 januari 2001 en 31 december 2005.
Art. 8.De sociale partners komen overeen een verhoging van het bruto maandloon van 329 BEF (8,1557 EUR) toe te kennen aan het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel waarvan het bruto maandloon hoger is dan de bedragen bepaald in bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarvan sprake in artikel 4, behalve als het reeds zo een verhoging heeft genoten tussen 1 januari 2001 en 30 juni 2001.
Art. 9.Zij komen overeen om op 1 januari 2003 een verhoging van het bruto maandloon van 329 BEF (8,1557 EUR) toe te kennen en van 329 BEF (8,1557 EUR) tussen 1 januari 2005 en 31 december 2005 aan het technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel waarvan het bruto maandloon dan hoger is dan de bedragen bepaald in bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst waarvan sprake in artikel 4.
Art. 10.Alle technisch uitvoerend semi-geschoold en ongeschoold bediendepersoneel moet een verhoging genieten van hun bruto maandloon van minimaal 1 316 BEF (32,6228 EUR) (buiten indexering) tussen 1 januari 2001 en 31 december 2005. HOOFDSTUK IV. - Duur
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 juli 2001 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 30 juni van elk jaar, met effect op 1 januari van het volgende jaar. De opzegging moet bij een ter post aangetekende brief worden betekend, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 september 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE