gepubliceerd op 09 november 2005
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 betreffende de leeftijd van oprustpensioenstelling van officieren die bepaalde bijzondere functies bekleden
28 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 betreffende de leeftijd van oprustpensioenstelling van officieren die bepaalde bijzondere functies bekleden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de militaire pensioenen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1923, inzonderheid op artikel 3, A, 4° en 5°, vervangen bij de wet van 13 juli 1934; Gelet op de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel, inzonderheid op artikel 115, derde lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 betreffende de leeftijd van oprustpensioenstelling van officieren die bepaalde bijzondere functies bekleden;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 9 maart 2005;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 mei 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Pensioenen van 6 juni 2005;
Gelet op advies nr. 38.965/2/V van de Raad van State, gegeven op 31 augustus 2005;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 betreffende de leeftijd van oprustpensioenstelling van officieren die bepaalde bijzondere functies bekleden wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende : «
Artikel 1bis.Voor zover zij daartoe voltijds aangewezen zijn, kunnen de opperofficieren verbonden aan de persoon van de Koning of van de Leden van de Koninklijke Familie in werkelijke dienst worden gehouden na de leeftijd van oprustpensioenstelling geldend voor de graad die zij bekleden.
Zij worden in dit geval evenwel op rustpensioen gesteld uiterlijk na afloop van het trimester tijdens hetwelk zij de leeftijd van vijf en zestig jaar bereiken. ».
Art. 2.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT