Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 september 2003
gepubliceerd op 30 september 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2001 en 2002

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003022894
pub.
30/09/2003
prom.
28/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/28/2003022894/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2001 en 2002


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Wij hebben de eer aan Uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit voor te leggen tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2001 en 2002.

Dit besluit wordt opgenomen in toepassing van artikel 8 van de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector.

Om de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen te bepalen moeten de volgende elementen in aanmerking genomen worden : - de in artikel 5, derde lid van voormelde bijzondere wet van 5 mei 2003 bedoelde bijdragevoeten die respectievelijk : - 33,71151 pct. voor het jaar 1998; - 34,79736 pct. voor het jaar 1999; - 36,00977 pct. voor het jaar 2000; - 37,39923 pct. voor het jaar 2001 bedragen; - de in artikel 5, eerste lid bedoelde gemiddelde bijdragevoet die 34,83954 pct. bedraagt voor het jaar 2001 en 36,06879 pct. voor het jaar 2002.

Voor het jaar 2001 bedraagt de totale responsabiliseringsbijdrage die voortvloeit uit de toepassing van de artikelen 3 tot 6 van dezelfde bijzondere wet maar vóór de toepassing van artikel 7, (34,83954 pct. - 30 pct.) x 4 pct. of 4,83954 x 4 pct. of 0,19358 pct. van de weddenmassa voor het jaar 2000 van de in artikel 2 van dezelfde bijzondere wet bedoelde overheden en van de federale Staat. Aangezien de weddenmassa van het jaar 2000 8.535.044.114,00 euro bedraagt, is de totale bijdrage 0,19358 x 8.535.044.114,00 euro = 16.522.138,00 euro .

Deze totale bijdrage wordt, overeenkomstig artikel 3, tweede lid van dezelfde bijzondere wet, onder de verschillende bedoelde overheden verdeeld op basis van de verhouding die de weddenmassa van elke overheid vertegenwoordigt ten opzichte van de weddenmassa van alle overheden, wat volgend resultaat geeft : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Artikel 7 van dezelfde bijzondere wet bevat evenwel een waarborgclausule in die zin dat, wanneer de responsabiliseringsbijdrage voor een bepaalde overheid een in dat artikel 7 vastgesteld bepaald referentiebedrag overschrijdt, de bijdrage beperkt wordt tot dat referentiebedrag verhoogd met een bepaald percentage van het verschil tussen de twee bedragen. Dat percentage bedraagt 10 pct. voor het jaar 2001 en wordt op 20 pct. gebracht voor het jaar 2002.

Zo heeft de toepassing van artikel 7 voor het jaar 2001 tot gevolg dat de door de hierna vermelde overheden werkelijk verschuldigde responsabiliseringsbijdragen beperkt worden tot de volgende bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en het Waals Gewest daarentegen speelt de waarborgclausule niet zodat de responsabiliseringsbijdrage uitsluitend volgens de bepalingen van de artikelen 3 tot 6 van dezelfde bijzondere wet vastgesteld wordt.

Voor het jaar 2002 bedraagt de totale responsabiliseringsbijdrage vóór de toepassing van artikel 7 van de bijzondere wet (36,06879 pct. - 30 pct.) x 4 pct. of 0,24275 pct. van de weddenmassa van het jaar 2001 of 0,24275 pct. van 8.695.967.051,00 euro = 21.109.460,00 euro .

Deze totale responsabiliseringsbijdrage wordt voor het jaar 2002 als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De toepassing van artikel 7 heeft evenwel tot gevolg dat de door de hierna vermelde overheden werkelijk verschuldigde responsabiliseringsbijdragen beperkt worden tot de volgende bedragen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars.

De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Werk en van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de responsabiliseringsbijdragen voor de jaren 2001 en 2002 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector;

Gelet op het feit dat, tengevolge van het overleg gehouden op 24 januari 2003 met de Regeringen van de Gemeenschappen en de Gewesten, deze overheden de bedragen van de door hen voor de jaren 2001 en 2002 verschuldigde responsabiliseringsbijdragen hebben goedgekeurd;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 juli 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 september 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, met name op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voor de jaren 2001 en 2002 verschuldigde responsabiliseringsbijdragen zo snel mogelijk bij het Fonds voor overlevingspensioenen moeten toekomen, is het noodzakelijk dat dit besluit zo spoedig mogelijk wordt aangenomen;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Werk en van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het in artikel 5, eerste lid van de bijzondere wet van 5 mei 2003 tot instelling van een nieuwe berekeningswijze van de responsabiliseringsbijdrage ten laste van sommige werkgevers van de openbare sector bepaalde percentage bedraagt voor het jaar 2001 0,19358 t.h..

Art. 2.Het in artikel 4 van voormelde bijzondere wet van 5 mei 2003 bepaalde totale bedrag van de voor het jaar 2001 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage bedraagt 16.522.138,00 euro .

Art. 3.Het in artikel 2 bedoelde totale bedrag wordt, vóór de toepassing van artikel 7 van dezelfde bijzondere wet, verdeeld als volgt : 1° Vlaamse Gemeenschap : .. . . . 9.335.398,00 euro 2° Franse Gemeenschap : .. . . . 6.592.306,00 euro 3° Duitstalige Gemeenschap : .. . . . 97.562,00 euro 4° Waals Gewest : .. . . . 409.257,00 euro 5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : .. . . . 77.244,00 euro 6° Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : .. . . . 8.025,00 euro 7° Franse Gemeenschapscommissie : .. . . . 2.346,00 euro

Art. 4.Het bedrag van de voor het jaar 2001 verschuldigde responsabliseringsbijdrage wordt, na toepassing van artikel 7 van dezelfde bijzondere wet, vastgesteld als volgt : 1° Vlaamse Gemeenschap : .. . . . 6.243.000,00 euro 2° Franse Gemeenschap : .. . . . 6.592.306,00 euro 3° Duitstalige Gemeenschap : .. . . . 97.562,00 euro 4° Waals Gewest : .. . . . 409.257,00 euro 5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : .. . . . 69.914,00 euro 6° Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : .. . . . 5.933,00 euro 7° Franse Gemeenschapscommissie : .. . . . 1.495,00 euro

Art. 5.Het in artikel 5, eerste lid van dezelfde bijzondere wet bepaalde percentage bedraagt voor het jaar 2002 0,24275 t.h.

Art. 6.Het in artikel 4 van dezelfde bijzondere wet bepaalde totale bedrag van de voor het jaar 2002 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage bedraagt 21.109.461,00 euro .

Art. 7.Het in artikel 6 bedoelde totale bedrag wordt, vóór de toepassing van artikel 7 van dezelfde bijzondere wet, verdeeld als volgt : 1° Vlaamse Gemeenschap : .. . . . 11.925.834,00 euro 2° Franse Gemeenschap : .. . . . 8.427.913,00 euro 3° Duitstalige Gemeenschap : .. . . . 126.537,00 euro 4° Waals Gewest : .. . . . 518.918,00 euro 5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : .. . . . 101.241,00 euro 6° Gemeenschappelijke Gemeenschaps-commissie : .. . . . 5.439,00 euro 7° Franse Gemeenschapscommissie : .. . . . 3.579,00 euro

Art. 8.Het bedrag van de voor het jaar 2002 verschuldigde responsabiliseringsbijdrage wordt, na toepassing van artikel 7 van dezelfde bijzondere wet, vastgesteld als volgt : 1° Vlaamse Gemeenschap : .. . . . 7.104.687,00 euro 2° Franse Gemeenschap : .. . . . 8.427.913,00 euro 3° Duitstalige Gemeenschap : .. . . . 108.347,00 euro 4° Waals Gewest : .. . . . 518.918,00 euro 5° Brussels Hoofdstedelijk Gewest : .. . . . 75.528,00 euro 6° Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie : .. . . . 5.439,00 euro 7° Franse Gemeenschapscommissie : .. . . . 1.836,00 euro

Art. 9.De in de artikelen 4 en 8 bedoelde bedragen van de responsabiliseringsbijdragen moeten uiterlijk op de eerste dag van de derde maand volgende op deze van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad , bij het Fonds voor Overlevingspensioenen toekomen.

Art. 10.Onze Minister van Werk en van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Werk en van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^