28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van reglementaire bepalingen van het tweede semester van het jaar 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling - van het koninklijk besluit van 10 juli 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot wijziging, wat het recht op borstvoedingspauzes betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 11 november 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, - van het koninklijk besluit van 10 december 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 tot 5 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : - van het koninklijk besluit van 10 juli 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot wijziging, wat het recht op borstvoedingspauzes betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van het koninklijk besluit van 11 november 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; - van het koninklijk besluit van 10 december 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Annexe 1 - Bijlage 1 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 10. JULI 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 93 Absatz 7;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 224 § 2;

Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschusses der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger vom 20. Februar 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 2. April 2002;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 6. Mai 2002;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates Nr. 33.403/1 vom 13. Juni 2002;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 224 § 2 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « § 2 - Der Zeitraum der Einberufung oder Wiedereinberufung und jeder aufgrund von Artikel 205 § 7 hiermit gleichgesetzte Zeitraum, die in Artikel 247 erwähnten Zeiträume fortgesetzter Versicherung, der Zeitraum, während dessen ein Arbeitnehmer eine Vollzeitlaufbahnunterbrechungszulage bezogen hat, und die Zeiträume, während deren ein Berechtigter die Arbeit eingestellt hat, um sich unter den in Artikel 205 § 5 festgelegten Bedingungen der Erziehung seines Kindes zu widmen, werden für die Anwendung der Bestimmungen von § 1 neutralisiert.

Der Zeitraum, während dessen ein Arbeitnehmer eine Teilzeitlaufbahnunterbrechungszulage bezogen hat, wird für die Anwendung der Bestimmungen von § 1 bei Ablauf des Zeitraums, für den der Berechtigte diese Zulage erhält, neutralisiert.

Der vorhergehende Absatz ist jedoch nur anwendbar, wenn die vereinbarte Verkürzung der Leistungen den Zeitraum, für den ein Berechtigter diese Zulage erhält, nicht übersteigt. » Art. 2 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 10. Juli 2002 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten, F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Annexe 2 - Bijlage 2 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 24. OKTOBER 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 27 Absatz 1, abgeändert durch das Gesetz vom 10. August 2001, und des Artikels 28 § 1, abgeändert durch die Gesetze vom 25.

Januar 1999, 24. Dezember 1999 und 12. August 2000;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 50, aufgehoben durch den Königlichen Erlass vom 21. Dezember 2001, des Titels II Kapitel I Abschnitt VII Buchstabe G , ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 19. März 1997;

Aufgrund des Gesetzes vom 25. April 1963 über die Verwaltung der Einrichtungen öffentlichen Interesses für soziale Sicherheit und Sozialfürsorge, insbesondere des Artikels 15;

Aufgrund der Dringlichkeit;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 21. November 2001;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 4.

Dezember 2001;

Aufgrund des Beschlusses des Ministerrates in Bezug auf den Antrag auf Begutachtung seitens des Staatsrates innerhalb einer Frist von höchstens einem Monat;

Aufgrund des Gutachtens des Staatsrates Nr. 32.929/1 vom 28. März 2002, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Titel II Kapitel I Abschnitt VII des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung werden Buchstabe D und Artikel 50, aufgehoben durch den Königlichen Erlass vom 21. Dezember 2001, mit folgendem Wortlaut wieder aufgenommen: « D . Fachrat für diagnostische Mittel und Pflegematerial Art. 50 - § 1 - Der aufgrund von Artikel 27 des koordinierten Gesetzes eingesetzte Fachrat für diagnostische Mittel und Pflegematerial setzt sich zusammen aus: 1. einem Präsidenten und einem stellvertretenden Präsidenten, 2.sieben ordentlichen Mitgliedern und sieben Ersatzmitgliedern, die Doktoren der Medizin oder Apotheker sind und unter den Kandidaten ausgewählt werden, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate von den Versicherungsträgern vorgeschlagen werden; um die Vertretung der Versicherungsträger zu bestimmen, wird ihre jeweilige Mitgliederzahl berücksichtigt, wobei jeder Versicherungsträger Anrecht auf mindestens ein Mandat eines ordentlichen Mitglieds und ein Mandat eines Ersatzmitglieds hat, 3. sieben ordentlichen Mitgliedern und sieben Ersatzmitgliedern, die unter den Kandidaten ausgewählt werden, die von den medizinischen Fakultäten der belgischen Universitäten vorgeschlagen werden;jede Universität hat Anrecht auf ein Mandat eines ordentlichen Mitglieds und ein Mandat eines Ersatzmitglieds, 4. drei ordentlichen Mitgliedern und drei Ersatzmitgliedern, die Apotheker sind und von denen zwei unter den Kandidaten ausgewählt werden, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate von den repräsentativen Berufsvereinigungen der Apothekerschaft vorgeschlagen werden, und einer unter den Kandidaten ausgewählt wird, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate von den repräsentativen Berufsvereinigungen der Krankenhausapotheker vorgeschlagen werden, 5.zwei ordentlichen Mitgliedern und zwei Ersatzmitgliedern, die Doktoren der Medizin sind und unter den Kandidaten ausgewählt werden, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate von den repräsentativen Berufsvereinigungen der Ärzteschaft vorgeschlagen werden, 6. zwei ordentlichen Mitgliedern und zwei Ersatzmitgliedern, die unter den Kandidaten ausgewählt werden, die in doppelter Zahl der zu vergebenden Mandate von den repräsentativen Berufsorganisationen der Fachkräfte für Krankenpflege vorgeschlagen werden, 7.einem ordentlichen Mitglied und einem Ersatzmitglied, die von dem für die sozialen Angelegenheiten zuständigen Minister vorgeschlagen werden, 8. einem ordentlichen Mitglied und einem Ersatzmitglied, die von dem für die Volksgesundheit zuständigen Minister vorgeschlagen werden, 9.einem Vertreter des Dienstes für medizinische Kontrolle des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung. Das Amt wird von einem Mitglied des Personals des Dienstes für medizinische Kontrolle wahrgenommen, das vom leitenden Beamten dieses Dienstes bestimmt wird. § 2 - Die in § 1 Nr. 7, 8 und 9 erwähnten Mitglieder sind nicht stimmberechtigt. » Art. 2 - In Titel II Kapitel I Abschnitt VII Buchstabe G , ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 19. März 1997, werden die Wörter « Fachrat für Fertigarzneimittel » durch die Wörter « Fachrat für diagnostische Mittel und Pflegematerial » ersetzt.

Art. 3 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 4 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 24. Oktober 2002 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Annexe 3 - Bijlage 3 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 5. NOVEMBER 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung, was das Recht auf Stillpausen betrifft, des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 103 § 3 und des Artikels 116bis , eingefügt durch das Programmgesetz vom 2. August 2002;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 242 § 2, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 11. Juni 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschusses der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger vom 20. Februar 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 13. September 2002;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 21.

Oktober 2002;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass das Recht auf Stillpausen, das im kollektiven Arbeitsabkommen Nr. 80 vom 27. November 2001 zur Einführung des Rechts auf Stillpausen vorgesehen ist, am 1.Juli 2002 in Kraft getreten ist; dass es daher unerlässlich ist, dass die Versicherungsträger und die Sozialversicherten so schnell wie möglich von den Bedingungen für die Entschädigung im Rahmen der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger in Kenntnis gesetzt werden;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Titel III Kapitel III des Königlichen Erlasses vom 3.

Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung wird ein Abschnitt IX quater mit folgendem Wortlaut eingefügt: « Abschnitt IX quater - Stillpausen Art. 223quater - In Artikel 116bis des koordinierten Gesetzes erwähnte Arbeitnehmerinnen haben Anrecht auf eine Entschädigung für Stillpausen, die 82 Prozent des Bruttobetrags des Lohnausfalls entspricht und für die Stunden oder halben Stunden der Stillpausen geschuldet wird, ohne dass die in Artikel 87 Absatz 1 desselben Gesetzes vorgesehene Lohnbegrenzung anzuwenden ist. » Art. 2 - Artikel 242 § 2 desselben Königlichen Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 11. Juni 2002, wird durch folgenden Absatz ergänzt: « Die in den vorhergehenden Absätzen erwähnten Berechtigten können für den Zeitraum, während dessen sie das Recht auf die Zulage zur Gewährleistung des Einkommens behalten, Anspruch erheben auf eine Entschädigung für Stillpausen, die jedoch allein auf der Grundlage des Lohns berechnet wird, der auf ihre Tätigkeit zurückzuführen ist. » Art. 3 - Vorliegender Erlass wird wirksam mit 1. Juli 2002.

Art. 4 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Châteauneuf-de-Grasse, den 5. November 2002 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Annexe 4 - Bijlage 4 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 11. NOVEMBER 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 93 Absatz 5, 6 und 7 und des Artikels 93bis , eingefügt durch das Gesetz vom 7. April 1995;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere des Artikels 213 Absatz 2, des Artikels 214, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 14. Juni 2001, und des Artikels 225 § 3 Absatz 1, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 14. Juni 2001 und 6. Mai 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Geschäftsführenden Ausschusses der Entschädigungsversicherung für Lohnempfänger vom 18. September 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 15. Oktober 2002;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 31.

Oktober 2002;

Aufgrund der am 12. Januar1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass der Satz der Entschädigung für alleinstehende invalide Berechtigte ohne Person zu Lasten von 45 Prozent auf 50 Prozent des Lohnausfalls erhöht wird und dass für dieselbe Kategorie von Berechtigten, die die Eigenschaft eines regelmässigen Arbeitnehmers haben, der Mindestbetrag der Entschädigung um 1 Prozent erhöht wird; dass der monatliche Betrag der Einkünfte, um als Person zu Lasten eines als arbeitsunfähig anerkannten Berechtigten angesehen werden zu können, ebenfalls erhöht wird; dass diese Massnahmen am 1. Januar 2003 in Kraft treten; dass es daher notwendig ist, die Versicherungsträger und die Sozialversicherten so schnell wie möglich von diesen Massnahmen in Kenntnis zu setzen;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 213 Absatz 2 des Königlichen Erlasses vom 3.

Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung wird die Ziffer « 45 » durch die Ziffer « 50 » ersetzt.

Art. 2 - Artikel 214 desselben Königlichen Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 14. Juni 2001, wird wie folgt abgeändert: 1. In § 1 Absatz 1 Nr.2 Buchstabe a) wird der Betrag « 28,0090 » durch den Betrag « 28,2891 » ersetzt. 2. In § 2 werden die Absätze 1, 2 und 3 durch folgende Absätze ersetzt: « § 2 - Der Mindesttagesbetrag der Invaliditätsentschädigung, die nicht regelmässigen Arbeitnehmern bewilligt wird, entspricht dem in Werktagen berechneten Betrag des Eingliederungseinkommens, das aufgrund des Gesetzes vom 26.Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung gewährt wird.

Für Berechtigte mit Person zu Lasten im Sinne von Artikel 93 des koordinierten Gesetzes entspricht dieser Betrag dem Betrag, der für zwei zusammenwohnende Personen gewährt wird.

Für Berechtigte ohne Person zu Lasten entspricht dieser Betrag dem Betrag, der für Alleinstehende gewährt wird. » Art. 3 - In Artikel 225 § 3 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 14. Juni 2001 und 6. Mai 2002, wird der zweite Satz durch folgenden Satz ersetzt: « Dieses Einkommen und die vorerwähnten Pensionen, Renten, Beihilfen und Entschädigungen werden jedoch nur berücksichtigt, wenn der Gesamtbetrag pro Monat den Höchsttagesbetrag des Arbeitslosengeldes übersteigt, das in Anwendung der Artikel 111 Absatz 3 und 114 § 1 des Königlichen Erlasses vom 25. November 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit gewährt wird, multipliziert mit 26. » Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 2003 in Kraft mit Ausnahme von Artikel 2 Nr. 2, der mit 1. Oktober 2002 wirksam wird.

Art. 5 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 11. November 2002 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Annexe 5 - Bijlage 5 MINISTERIUM DER SOZIALEN ANGELEGENHEITEN, DER VOLKSGESUNDHEIT UND DER UMWELT 10. DEZEMBER 2002 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3.Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere der Artikel 15, 17, abgeändert durch das Gesetz vom 24. Dezember 1999, 20, ersetzt durch den Königlichen Erlass vom 25. April 1997, 21 § 2, 24, abgeändert durch das Gesetz vom 24. Dezember 1999, 26, 28, abgeändert durch die Gesetze vom 25. Januar 1999, 24. Dezember 1999 und 12. August 2000, 29bis , eingefügt durch das Gesetz vom 10. August 2001, 30, abgeändert durch das Gesetz vom 24. Dezember 1999, 140 und 155, ersetzt durch das Gesetz vom 28. Dezember 1999;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, insbesondere der Artikel 5, 10 § 9, 10ter , 31, 41 Absatz 1, 52, 62, 67 § 1, 99, 116 Absatz 1, 122nonies § 3, eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 21. Dezember 2001, 298 und 306 § 2;

Aufgrund der Stellungnahme des Gesundheitspflegeversicherungsausschusses vom 8. Juli 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Allgemeinen Rates der Gesundheitspflegeversicherung vom 22. Juli 2002;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 2. Dezember 2002;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetz über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass gemäss Artikel 211 § 1 des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung Wahlen organisiert worden sind; dass die Stimmenauszählung am 25. Juni 2002 erfolgt ist; dass es notwendig ist, dass die Zusammensetzung der Organe des Landesinstituts für Kranken- und Invalidenversicherung, in denen insbesondere die durch die vorerwähnten Wahlen betroffenen Vertreter der Pflegeerbringer tagen, unverzüglich angepasst wird; in der Erwägung, dass in Artikel 211 § 1 des vorerwähnten koordinierten Gesetzes bestimmt wird, dass die Wahlen alle vier Jahre organisiert werden; dass es daher wichtig ist, dass dies für die Dauer der Mandate, die den Pflegeerbringern zuerkannt werden, berücksichtigt wird; dass es daher wichtig ist, dass vorliegender Erlass so schnell wie möglich veröffentlicht wird;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 5 des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung werden die Paragraphen 2 und 3 durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « § 2 - Der Präsident, die Vizepräsidenten und die in § 1 Nr. 4, 5, 6 und 7 erwähnten Mitglieder werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt. Ihr Mandat ist erneuerbar. » Art. 2 - In Artikel 10 § 9 desselben Königlichen Erlasses werden die Wörter « sechs Jahren » durch die Wörter « vier Jahren » ersetzt.

Art. 3 - In Artikel 10ter desselben Königlichen Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 14. Oktober 1998, werden die Wörter « sechs Jahren » durch die Wörter « vier Jahren » ersetzt.

Art. 4 - In Artikel 31 desselben Königlichen Erlasses, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 21. September 1999, werden die Absätze 1 und 2 durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « Art. 31 - Die Mitglieder der Nationalen Kommissionen Ärzte-Krankenkassen und Fachkräfte der Zahnheilkunde-Krankenkassen werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt. » Art. 5 - In Artikel 41 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses werden die Wörter « sechs Jahren » durch die Wörter « vier Jahren » ersetzt.

Art. 6 - Artikel 52 desselben Königlichen Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 52 - Die Mitglieder der Fachräte, die beim Dienst für Gesundheitspflege eingesetzt werden, werden für eine Amtszeit von sechs Jahren ernannt. Ihre Mandate sind alle drei Jahre je zur Hälfte erneuerbar.

In Abweichung von den Bestimmungen von Absatz 1 werden die Mitglieder des Pharmazeutischen Fachrates, des Fachrates für Heilgymnastik, des Fachrates für diagnostische Mittel und Pflegematerial und des Fachrates für Bandagen, Orthesen und Prothesen jedoch für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt.

Das Mandat der ausscheidenden Mitglieder ist erneuerbar. Jedes Mitglied, das vor dem regulären Datum des Ablaufs seines Mandats aus seinem Rat ausscheidet, wird binnen drei Monaten ersetzt. Das zu diesem Zweck bestimmte neue Mitglied beendet das Mandat des Mitglieds, das es ersetzt. » Art. 7 - Artikel 62 desselben Königlichen Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 62 - Die Mitglieder des Medizinischen und des Zahnmedizinischen Fachrates werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt.

Jedes Mitglied, das vor dem regulären Datum des Ablaufs seines Mandats aus seinem Rat ausscheidet, wird binnen drei Monaten ersetzt. Das neue Mitglied beendet das Mandat des Mitglieds, das es ersetzt. » Art. 8 - Artikel 67 § 1 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 67 - § 1 - Die Mitglieder der Profilkommissionen werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt. » Art. 9 - Artikel 99 desselben Königlichen Erlasses, dessen heutiger Text § 1 bilden wird, wird durch einen Paragraphen 2 mit folgendem Wortlaut ergänzt: « § 2 - Die Mitglieder des Rates für die Zulassung von Heilgymnasten werden jedoch für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt.

Das Mandat der ausscheidenden Mitglieder ist erneuerbar.

Jedes Mitglied, das vor dem regulären Datum des Ablaufs seines Mandats aus dem Rat ausscheidet, wird binnen drei Monaten ersetzt. Das zu diesem Zweck bestimmte neue Mitglied beendet das Mandat der Person, die es ersetzt. » Art. 10 - Artikel 116 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses wird durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « Art. 116 - Die Mitglieder des Beirates für Rehabilitation werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt. Das Mandat der ausscheidenden Mitglieder ist erneuerbar. » Art. 11 - Artikel 122nonies § 3, in denselben Königlichen Erlass eingefügt durch den Königlichen Erlass vom 21. Dezember 2001, wird durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « § 3 - Die Mitglieder der Kommission werden für einen erneuerbaren Zeitraum von vier Jahren ernannt.

Das Mandat geht zu Ende, wenn die Mitglieder das fünfundsechzigste Lebensjahr vollendet haben.

Das ordentliche Mitglied, das sein Mandat beendet oder verliert, wird für die Dauer dieses Mandats von seinem Ersatzmitglied ersetzt; das Ersatzmitglied wird für die Dauer dieses Mandats sofort ersetzt. » Art. 12 - In Artikel 298 desselben Königlichen Erlasses werden die Absätze 1 und 2 durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « Art. 298 - Die Mitglieder werden für eine Amtszeit von vier Jahren ernannt. » Art. 13 - Artikel 306 § 2 Absatz 1 desselben Königlichen Erlasses wird durch eine Bestimmung mit folgendem Wortlaut ersetzt: « § 2 - Das Mandat der Präsidenten und Mitglieder hat eine Dauer von vier Jahren; es ist erneuerbar. » Art. 14 - Die Mandate der Mitglieder, die für Organe ernannt werden, auf die die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses anwendbar sind, beginnen spätestens am letzten Tag des dritten Kalendermonats nach dem Datum der Stimmenauszählung der in Anwendung von Artikel 211 des koordinierten Gesetzes organisierten Wahlen.

Dies gilt auch für die Mitglieder, die in die in Artikel 122bis aufgezählten Organe ernannt werden.

Art. 15 - In Artikel 1 des Königlichen Erlasses vom 19. März 1997 zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 3. Juli 1996 zur Ausführung des am 14. Juli 1994 koordinierten Gesetzes über die Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung wird die Überschrift durch folgende Überschrift ersetzt: « F . Fachrat für Bandagen, Orthesen und Prothesen ».

Art. 16 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. Die Bestimmungen von Artikel 6 über den Fachrat für diagnostische Mittel und Pflegematerial werden jedoch wirksam mit 1. Dezember 2002. Die Bestimmungen von Artikel 15 werden wirksam mit 18. April 1997.

Die Mandate der Mitglieder, die vor In-Kraft-Treten des vorliegenden Erlasses in den Organen, auf die die Bestimmungen des vorliegenden Erlasses anwendbar sind, ernannt waren, enden zu dem Zeitpunkt, an dem die Mandate der in Anwendung des vorliegenden Erlasses ernannten Mitglieder beginnen.

Art. 17 - Unser Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 10. Dezember 2002 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Angelegenheiten und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL