gepubliceerd op 23 november 2016
Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie en werking van de Federale Raad voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen, in uitvoering van artikel 68/3, § 7, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
28 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de organisatie en werking van de Federale Raad voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen, in uitvoering van artikel 68/3, § 7, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 68/3, § 7, vervangen bij de wet van 10 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2016 pub. 29/07/2016 numac 2016024159 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot wijziging van de wet van 4 april 2014 tot regeling van de geestelijke gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en tot wijziging van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 anderzijds sluiten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 augustus 2016;
Gelet op advies nr. 60.094/2 van de Raad van State, gegeven op 5 oktober 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;2° De Federale Raad : de Federale Raad voor de geestelijke gezondheidszorgberoepen.
Art. 2.De Federale Raad beschikt over een secretariaat, bestaande uit minstens één ambtenaar die de Minister vertegenwoordigt.
Deze ambtenaar/ambtenaren heeft/hebben zitting met raadgevende stem.
Art. 3.§ 1. De Federale Raad heeft een bureau dat bestaat uit : 1° de voorzitter en de ondervoorzitter;2° vijf leden, welke door de Federale Raad worden aangewezen onder zijn leden;3° de ambtenaar/ambtenaren die het secretariaat waarneemt/waarnemen, zoals bedoeld in artikel 2. § 2. Het bureau regelt de werkzaamheden van de Federale Raad.
Art. 4.Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter en ondervoorzitter wordt de vergadering van de Federale Raad voorgezeten door het oudste lid in jaren.
Art. 5.De Minister kan ambtenaren aanduiden om de zittingen van de Federale Raad en van de werkgroepen bij te wonen met raadgevende stem.
Art. 6.§ 1. Indien de Minister de Federale Raad om advies verzoekt, brengt deze zijn advies uit binnen de twee maanden; op gemotiveerd verzoek van de Federale Raad kan de Minister deze termijn met twee maanden verlengen.
In uitzonderlijke gevallen kan de Minister een dringend advies vragen; hij bepaalt alsdan de termijn die niet minder dan vijftien dagen mag zijn. § 2. Bij dit advies wordt de uitslag van de stemming gevoegd; samen met het meerderheidsadvies worden de minderheidsstandpunten meegedeeld.
Art. 7.De Federale Raad maakt zijn huishoudelijk reglement op en legt het ter goedkeuring voor aan de Minister.
Art. 8.De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Federale Raad hebben recht op : 1° een presentiegeld, overeenkomstig de bepalingen van het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid en van Leefmilieu afhangen.De leden die ambtenaar zijn kunnen alleen aanspraak erop maken in de mate waarin hun aanwezigheid op de vergaderingen prestaties vergt buiten hun gewone diensturen; 2° de terugbetaling van de reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965, houdende algemene regeling inzake reiskosten;3° de terugbetaling van de verblijfskosten, overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964, tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten. Voor de toepassing van dit artikel worden de leden van de Federale Raad die geen ambtenaar zijn gelijkgesteld met de ambtenaren van klasse A4 en A5.
De ambtenaren bedoeld in artikel 5 hebben eveneens recht op het presentiegeld alsook op de terugbetaling van de reis-en verblijfskosten, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Art. 9.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 oktober 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Maggie DE BLOCK