Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 november 2001
gepubliceerd op 24 januari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de loons- en arbeidsvoorwaarden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013177
pub.
24/01/2002
prom.
28/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/28/2001013177/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de loons- en arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de loons- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1997 Bevordering van de tewerkstelling en loons- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nummer 44272/COB/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die vallen onder het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 ter bevordering van de werkgelegenheid en ter preventieve vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, en meer in het bijzonder het hoofdstuk IV van titel III van deze wet, evenals van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende meer precieze voorwaarden betreffende de tewerkstellingsakkoorden in uitvoering van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de vermelde wet.

Ze herneemt de bepalingen van het sectoraal protocolakkoord, getekend in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 28 maart 1997. HOOFDSTUK II. - Bevordering van de tewerkstelling

Art. 3.Artikel 102bis van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de loons- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 13 december 1989, ingevoegd door de overeenkomst van 26 juni 1991 en gewijzigd door de overeenkomsten van 2 september 1993 en 9 september 1996, algemeen verbindend verklaard door de koninklijke besluiten van 21 september 1990 en 15 februari 1993, wordt vervangen door de hierna volgende tekst : « In geval van onderbreking van de beroepsloopbaan, bedoeld door de bepalingen van afdeling 5 van het hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd door het koninklijk besluit nr. 424 van 1 augustus 1986, zal door het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" een toeslag bovenop de uitkering toegekend door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, uitbetaald worden, voor zover : - het een werknemer betreft met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een leeftijd van 50 jaar of ouder; - het een werknemer betreft tewerkgesteld voor 27 uren of meer per week en die een beroepsloopbaanonderbreking vraagt waardoor zijn arbeidsprestaties worden teruggebracht tot 18 uren per week; - dat deze beroepsloopbaanonderbreking een definitief karakter heeft; - dat de toeslag niet onderworpen wordt aan sociale zekerheidsbijdragen; - dat de werknemer zich ertoe verbindt zijn pensioen te nemen op 60 jaar voor een vrouw en op 65 jaar voor een man.

De vraag met betrekking tot de uitbreiding voor de vrouwelijke werknemers boven 60 jaar zal vóór 30 juni 1997 onderzocht worden in het paritair comité; - dat deze prestaties geleverd worden in een variabel uurrooster, met minimale prestaties van 4 uren.

Deze toeslag zal toegekend worden aan werknemers die een bijzondere stiel uitoefenen (slagers, bakkers, banketbakkers, technici) mits voorwaarde van mobiliteit binnen de regio. Hij zal niet kunnen toegekend worden aan werknemers behorend tot de categorieën V, VI of VII, behalve in bijzondere gevallen.

Wanneer een ondernemingsovereenkomst inzake brugpensioen bestaat, zullen de betrokken werknemers in het voltijds brugpensioenstelsel kunnen instappen, voor zover de wetgeving dit toelaat.

De vervanging van de werknemers met beroepsloopbaanonderbreking gebeurt door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur of door toekenning van uren voor onbepaalde duur aan deeltijdse werknemers om een minimum van 30 uren per week te bereiken.

Het bedrag van de toeslag beloopt 6 000 BEF per maand voor degenen die voltijds tewerkgesteld geweest zijn en een pro rata ervan voor degenen die deeltijds (27 uur of meer) tewerkgesteld geweest zijn. »

Art. 4.In dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt een artikel 68bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 68bis.Het personeel met uitzondering van de categorieën V, VI en VII dat vrijwillig zijn arbeidsprestaties wenst te herleiden van 36 tot 32 uren per week, kan dat doen onder de volgende voorwaarden : - prestaties gespreid over 4 of 5 dagen in functie van de lokale werkorganisatie en in overleg met de lokale syndicale afvaardiging; - loon aangepast aan 32 uren.

De ondernemingen verbinden zich ertoe de aldus vrijgekomen uren te compenseren door een verhoging van de interne contracten of door externe aanwervingen, na informatie van de lokale syndicale afvaardigingen. »

Art. 5.De collectieve arbeidsovereenkomst inzake werkzekerheid, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 10 januari 1977, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 juli 1977, wordt behouden voor onbepaalde duur.

Ze kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd met een opzeggingsperiode van 3 maand.

Art. 6.Het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" kent financiële tegemoetkomingen toe in de kost van de initiatieven ter bevordering van de tewerkstelling, in het bijzonder van de risicogroepen zoals bepaald door artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Met het oog op de financiering van deze tussenkomsten, storten de werkgevers in november 1997 en in november 1998 aan het sociaal fonds een bijdrage van 0,20 pct. berekend op basis van vier maal de brutolonen van de werknemers van het derde trimester.

De werkgevers laten aan het sociaal fonds, vóór 1 november van beide jaren een kopie van de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor het derde trimester. Deze aangifte dient als basis voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde bijdrage.

De bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 1981 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd het "Sociaal Fonds voor de warenhuizen" en tot vaststelling van de statuten ervan, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 mei 1981, zijn van toepassing.

De bijdrage van 0,20 pct. zal het de werkgevers mogelijk maken de vrijstelling te vragen van de verplichtingen inzake Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening-stages en eerste werkervaring-contracten, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen terzake. HOOFDSTUK III. - Arbeids- en loonsvoorwaarden

Art. 7.Het tweede lid van de artikelen 17, 19, 26 en 28 evenals het vierde lid van artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeids- en loonsvoorwaarden van de werknemers, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 13 december 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1990, worden aangevuld als volgt : « - op 1 oktober 1998 : met 300 BEF. »

Art. 8.Het tweede lid van de artikelen 31, 33 en 34 van dezelfde overeenkomst wordt aangevuld als volgt : « - op 1 oktober 1998 : met 1,9230 BEF. »

Art. 9.Op 1 oktober 1998, worden de werkelijke maandwedden van de voltijdse werknemers verhoogd met 300 BEF (voor de deeltijdse werknemers wordt dit bedrag toegepast in evenredigheid met het aantal gepresteerde uren).

De werkelijke uurlonen van de werknemers worden verhoogd met 1,9230 BEF.

Art. 10.In dezelfde overeenkomst wordt na het artikel 59ter een punt 6 en een artikel 59quater ingevoegd, die luiden als volgt : « 6. Eenmalige en niet-terugkerende premie.

Een eenmalige en niet-terugkerende premie van 10 000 BEF, betaalbaar voor de helft in mei 1997 en voor de andere helft in mei 1998, wordt toegekend aan de werknemers die gebonden zijn door een arbeidsovereenkomst in de maand van betaling.

De modaliteiten voor de toekenning van deze premie zijn dezelfde als deze voor het dubbel vakantiegeld, maar als referteperiode worden de twaalf maanden voorafgaand aan de maand van betaling genomen.

Voor de N.V. Inno, zullen bijzondere toekenningsvoorwaarden vastgesteld worden op het niveau van de onderneming. »

Art. 11.Artikel 84 van dezelfde overeenkomst wordt aangevuld als volgt : « De samenwonenden worden gelijkgesteld met de gehuwde werknemers, op voorwaarde dat een officieel document wordt voorgelegd aan de werkgever, dat de samenwoonst bewijst. »

Art. 12.In dezelfde overeenkomst wordt een titel VIIbis en artikelen 117bis en 117ter ingevoegd, die luiden als volgt : « Titel VIIbis - veiligheid van de werknemers

Art. 117bis.De werkgevers verbinden zich ertoe een opleiding te organiseren over het manueel behandelen van lasten.

Art. 117ter.De werkgevers verbinden zich ertoe tussen te komen in een programma van psychologische bijstand aan de slachtoffers van een hold-up en in de kosten verbonden aan deze bijstand. » HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 13.De bepalingen van hoofdstuk III van deze overeenkomst houden rekening met de loonnorm vastgesteld op basis van de hogervermelde wet van 26 juli 1996.

In overeenstemming met paragraaf 3 van artikel 11 van vermelde wet, is het interprofessioneel correctiemechanisme van toepassing.

Art. 14.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe de sociale vrede te handhaven en niet eenzijdig af te wijken van de bepalingen van deze overeenkomst.

De vakorganisaties verbinden zich ertoe geen bijkomende eisen in te dienen op het vlak van de ondernemingen.

Bedrijfsonderhandelingen in de ondernemingen GB en BIGG's zullen plaatsvinden over punt 1 bedoeld in het sectoraal protocolakkoord, ondertekend in het Paritair Comité voor de warenhuizen op 28 maart 1997.

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en treedt buiten werking op 31 december 1998, behalve voor wat betreft de artikelen die andere overeenkomsten wijzigen of aanvullen, die dezelfde geldingsduur aannemen als de overeenkomst die ze wijzigen of aanvullen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^