Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 november 2001
gepubliceerd op 28 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1998 en 21 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector van de provincie Brabant

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013170
pub.
28/12/2001
prom.
28/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/28/2001013170/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1998 en 21 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector van de provincie Brabant (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1998 en 21 december 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de eindejaarspremie in de metaalsector van de provincie Brabant.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Eindejaarspremie in de metaalsector van de provincie Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1998 en 21 december 1998 (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 1999 onder het nummer 49959/CO/111.01.02) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw en die gelegen zijn te Brussel en in de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant, evenals op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : zowel de arbeiders als de arbeidsters.

Toekenningsvoorwaarden

Art. 2.De arbeiders hebben recht op een eindejaarspremie zoals voorzien bij deze collectieve arbeidsovereenkomst voorzover zij op het einde van de referteperiode drie maanden ononderbroken dienst hebben als loontrekkende in de onderneming.

Referteperiode

Art. 3.De referteperiode is de periode gelegen tussen 1 december van het voorgaande kalenderjaar en 30 november van het lopende kalenderjaar.

Bedrag

Art. 4.De eindejaarspremie is gelijk aan 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon verdiend tijdens het refertejaar.

Het jaarlijks brutoloon is gelijk aan het loon overeenstemmend met de effectieve prestaties.

Worden gelijkgesteld met effectieve prestaties : 1. De 10 betaalde feestdagen;2. De eventueel toegekende vrije dag of vrije uren voor de dag van Sint-Elooi;3. De anciënniteitsdagen;4. De betaalde dagen arbeidsduurvermindering;5. De dagen klein verlet;6. Het gewaarborgd dagloon (artikel 27 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten);7. De uitoefening van het mandaat van vakbondsafgevaardigde, van lid van de ondernemingsraad of lid van het comité voor preventie en bescherming;8. De dagen syndicale vorming;9. De dagen tijdelijkse werkloosheid om economische redenen ten belope van ten hoogste 30 arbeidsdagen per jaar;10. De dagen arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte of een ongeval van gemeen recht ten belope van ten hoogste één ononderbroken periode van 14 kalenderdagen per jaar;11. De dagen volledige arbeidsongeschiktheid tengevolge een beroepsziekte of een arbeidsongeval ten belope van ten hoogste de eerste periode van 12 maanden Voor de gevallen 1 tot en met 8 wordt het effectief betaalde loon in aanmerking genomen.Voor de gevallen 9 en 10 wordt het loon in aanmerking genomen dat zou betaald zijn geweest indien de arbeider wel had gewerkt. Voor het geval 11 wordt voor de eerste 30 kalenderdagen het gewaarborgd loon genomen en voor de periode daaropvolgend enkel het gedeelte van het loon dat niet gedekt is door de arbeidsongevallenverzekering of de vergoeding in het kader van de beroepsziekten; voor deze tweede periode wordt een fictief loon genomen gelijk aan 6 536 BEF per maand arbeidsongeschiktheid; dit bedrag wordt gekoppeld aan de index volgens de modaliteiten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 inzake de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Ogenblik van betaling

Art. 5.Onverminderd het bepaalde bij artikel 6, dient de eindejaarspremie betaald te worden in de loop van de maand december van het betrokken jaar.

Uitdiensttreding

Art. 6.De eindejaarspremie wordt pro rata temporis toegekend aan de arbeider waarvan de arbeidsovereenkomst voor om het even welke reden - behalve ontslag voor een dringende reden - een einde neemt gedurende het refertejaar, en voorzover hij op de datum van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst drie maanden dienst heeft in de onderneming.

Suppletieve regeling

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is suppletief. Dit betekent dat de ondernemingsregelingen betreffende een eindejaarspremie die globaal gunstiger zijn, welke benaming er ook aan gegeven wordt, integraal van toepassing blijven, en niet beïnvloed worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst. Onder globaal gunstiger wordt verstaan enerzijds voor het geheel van de arbeiders van de onderneming en anderzijds de regeling in zijn globale voorwaarden en modaliteiten.

Slotbepaling

Art. 8.Hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1989, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de provincie Brabant, wordt opgeheven.

Duur

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1998 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij kan opgezegd worden door één van de ondertekenende partijen met een opzegging van 6 maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^