gepubliceerd op 10 juni 2013
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 1999 betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps
28 MEI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/1999 pub. 13/06/1999 numac 1999000513 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps sluiten betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, artikel 9, § 1, tweede lid, vervangen bij de wet van 16 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 25 maart 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/1999 pub. 13/06/1999 numac 1999000513 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps sluiten betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps;
Gelet op de betrokkenheid van de regeringen van de gewesten bij het ontwerp van dit besluit;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 april 2012;
Gelet op het protocol nr. 2012/02 van 22 mei 2012 en nr. 2013/01 van 6 februari 2013 van het Comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 22 oktober 2012;
Gelet op het advies nr. 52.508/4 van de Raad van State, gegeven op 27 december 2012 en het advies nr 53.123/4 gegeven op 24 april 2013;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 3 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/06/1999 pub. 13/06/1999 numac 1999000513 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps sluiten betreffende de invoering van de mogelijkheid van een verlof voorafgaand aan de pensionering voor de leden van een beroepsbrandweerkorps worden de woorden « leden van een beroepsbrandweerkorps » vervangen door de woorden « operationele beroepspersoneelsleden van een openbaar brandweerkorps ».
Art. 2.In artikel 1, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden « de Brusselse Hoofdstedelijke raad » vervangen door de woorden « van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ».
Art. 3.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « binnen een periode van maximaal negen jaar die ingaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit » geschrapt.
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt : « § 2. Naar keuze van de gemeenteraad kan dit verlof van toepassing zijn op de personeelsleden van alle graden of van sommige categorieën van graden.
De gemeenteraad bepaalt de maximumduur van het verlof op 4, 3 of 2 jaar. »
Art. 5.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt : « § 3. Om in aanmerking te komen voor het verlof, moet het personeelslid aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° ten minste 25 jaar aanneembare dienstjaren tellen voor de opening van het recht op pensioen in de openbare sector, met uitsluiting van de bonificaties voor studies en van andere periodes die voor de vaststelling van de wedde in aanmerking worden genomen;2° de leeftijd hebben van ten minste a) 56, 5 jaar voor het verlof dat ingaat in 2013;b) 57 jaar voor het verlof dat ingaat in 2014;c) 57,5 jaar voor het verlof dat ingaat in 2015;d) 58 jaar voor het verlof dat ingaat in 2016 of later;3° op het einde van het verlof, rekening houdend met de maximumduur van het verlof bedoeld in paragraaf 2, voldoen aan de voorwaarden om aanspraak te maken op vervroegd pensioen zoals bedoeld in artikel 46 van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen.»
Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « en ten vroegste een jaar » ingevoegd tussen de woorden « ten minste 2 maanden » en de woorden « vóór de datum »;2° het vierde lid wordt vervangen als volgt : « De beslissing van de gemeenteraad tot het invoeren van de mogelijkheid van het verlof kan deze mogelijkheid invoeren voor maximaal 5 jaar vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van de beslissing van de gemeenteraad.»
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de volgende aanpassingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het personeelslid is met verlof tot en met de maand waarin hij voldoet aan de voorwaarden voor het nemen van het vervroegd pensioen overeenkomstig artikel 46 van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen.»; 2° in het laatste lid worden de woorden « van 60 jaar » vervangen door de woorden « waarop hij de voorwaarden voor vervroegd pensioen vervult ».
Art. 8.In het opschrift van Hoofdstuk III van hetzelfde besluit worden de woorden « Overgangs- en » ingevoegd voor het woord « slotbepalingen ».
Art. 9.In hetzelfde besluit wordt in Hoofdstuk III een artikel 9/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 9/1.§ 1. Dit artikel is van toepassing op de beroepspersoneelsleden van de gemeenten waar een mogelijkheid van verlof voorafgaand aan de pensionering werd ingevoerd vóór 1 januari 2013 en dat nog loopt. § 2. Moet het beroepspersoneelslid dat zijn aanvraag indient vanaf 1 januari 2013, bij de aanvang van zijn verlof voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 3. § 3. Het beroepspersoneelslid, dat het verlof aangevraagd heeft na 31 december 2011 en wiens aanvraag goedgekeurd werd tussen 5 maart 2012 en 1 april 2013 en dat op de leeftijd van 60 jaar niet voldoet aan de voorwaarden voor het nemen van het vervroegd pensioen overeenkomstig artikel 46 van de wet van 15 mei 1984Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/1984 pub. 21/02/2012 numac 2012201027 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen sluiten houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen, blijft in verlof tot en met de maand waarin hij voldoet aan de voorwaarden voor het nemen van het vervroegd pensioen.
Het personeelslid is verplicht het vervroegd pensioen op te nemen zodra hij voldoet aan de voorwaarden daartoe.
De gemeente betaalt aan het personeelslid het wachtgeld bedoeld in artikel 6 voor de periode van verlof voorafgaand aan de pensionering. § 4. Onder voorbehoud van artikel 88, vierde lid van de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen, vervangen bij de wet van 13 december 2012, vervallen de aanvragen die ingediend zijn vroeger dan een jaar vóór de datum van aanvang van het verlof. Het beroepspersoneelslid kan een nieuwe aanvraag indienen overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, tweede lid. § 5. Onder voorbehoud van artikel 88, vierde lid van de wet van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011021115 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen, vervangen bij de wet van 13 december 2012 en onder voorbehoud van paragraaf 3 en onverminderd paragraaf 4, moet het personeelslid wiens verlof aanvangt vanaf 1 januari 2013, bij de aanvang van zijn verlof voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 3. »
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Art. 11.De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET