gepubliceerd op 11 september 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf"
28 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf".
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 september 1995 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1995 onder het nummer 40055/CO/215)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 2.In artikel 3 van de statuten, vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april 1992, wordt de achtste doelstelling vervangen door de volgende bepalingen : « 8° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 13 § 4 van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 april 1995 houdende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming. » .
Art. 3.Artikel 13, §§ 3 en 4 van dezelfde statuten wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 4° van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na de ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 juli 1993 tot 30 juni 1996 : 1,47 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 : 1,37 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. § 4. Ter uitvoering van artikel 3, 8° van deze statuten, maakt het fonds, onmiddellijk na de ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie" (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 juli 1993 tot 30 juni 1996 : 22,06 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 : 27,40 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. » .
Art. 4.Artikel 14 van dezelfde statuten wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 14.§ 1. Van 1 juli 1993 tot 30 juni 1996 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 0,68 pct. van de brutolonen van de bedienden. § 2. Van 1 juli 1996 tot 30 juni 1997 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 0,73 pct. van de brutolonen van de bedienden. § 3. Het bedrag van de bijdrage kan alleen worden gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit".
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van28 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld