gepubliceerd op 26 april 2007
Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 19 december 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
28 MAART 2007. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 19 december 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 19 december 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN
Bijlage Beslissing van 19 december 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Enig artikel Artikel 7 van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, wordt vervangen als volgt : «
Art. 7.De uitbater die na een herinnering nalaat om de nodige elementen aan te geven voor het vastleggen van de billijke vergoeding binnen de termijnen bedoeld in artikel 10, is gehouden het bedrag van de verschuldigde billijke vergoeding te betalen verhoogd met 15 % met een minimale verhoging van 150 euro.
Voor de berekening van de billijke vergoeding dienen de beheersvennootschappen of hun mandataris de gekende oppervlakte(s) in acht te nemen, en bij gebrek hieraan hetgeen men vermoedt, van de uitbatingen bedoeld in artikel 3, 1°, 2°, 3° en 8°. » Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 maart 2007 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 19 december 2006 houdende wijziging van de beslissing van 10 november 1998 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door de verkooppunten en handelsgalerijen, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN