Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 juni 2011
gepubliceerd op 02 februari 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen tot oprichting van erkenningscommissies voor de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2011024184
pub.
02/02/2012
prom.
28/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/28/2011024184/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JUNI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 april 1983Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/1983 pub. 26/11/2018 numac 2018014763 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen tot oprichting van erkenningscommissies voor de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 35sexies, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/1983 pub. 26/11/2018 numac 2018014763 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 februari 2010;

Gelet op het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting, gegeven op 2 juni 2010;

Gelet op het advies 47.850/3 van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 21 april 1983Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/04/1983 pub. 26/11/2018 numac 2018014763 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van artsen-specialisten en van huisartsen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen worden de woorden « Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin » vervangen door de woorden « Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu ».

Art. 2.In artikel 4, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « voor elk van de geneeskundige specialiteiten vastgesteld door de wetten en verordeningen betreffende de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering » vervangen door de woorden « voor elk van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts, zoals door Ons bepaald ».

Art. 3.Artikel 4bis van hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel 4ter.

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 4bis.De Minister kan bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een erkenningscommissie van geneesheren-specialisten oprichten voor elk van de bijzondere beroepstitels, zoals door Ons bepaald, voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel zoals door Ons bepaald.

Indien er voor een van deze bijzondere beroepstitels geen specifieke erkenningscommissie wordt opgericht, worden de taken van deze commissie door de Minister aan een of meerdere in artikel 4, 2°, bedoelde erkenningscommissies toevertrouwd. ».

Art. 5.In artikel 7, § 2, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden « en ten hoogste acht » geschrapt.

Art. 6.Artikel 7, § 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een 3°, luidend als volgt : « 3° wanneer krachtens artikel 4bis, tweede lid, een in artikel 4, 2°, bedoelde commissie ook door de Minister belast wordt met de taken betreffende een of meerdere van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, wordt de samenstelling van elke kamer van deze commissie verhoogd met ten minste drie leden houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts, die een academisch ambt bekleden of hebben bekleed, die erkend zijn voor de bijzondere beroepstitel, voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, in kwestie, en die te benoemen zijn uit een lijst van dubbeltallen voorgedragen door de faculteiten geneeskunde en met evenveel leden houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts, die erkend zijn voor de bijzondere beroepstitel, voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, in kwestie, en die te benoemen zijn uit een lijst van dubbeltallen voorgedragen door hun beroepsverenigingen. ».

Art. 7.Artikel 7, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met een 4°, luidend als volgt : « 4° ingeval een commissie wordt opgericht overeenkomstig artikel 4bis voor een van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, kan de Minister specifieke criteria vastleggen voor de samenstelling van de kamers van deze erkenningscommissie. ».

Art. 8.Artikel 8, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. Om geldig te beraadslagen moet ten minste de helft van de leden van de kamer aanwezig zijn.

Wanneer krachtens artikel 4bis, tweede lid, de erkenningscommissie in kwestie ook door de Minister belast wordt met de taken betreffende een of meerdere van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, moet ook ten minste de helft van de leden bedoeld in artikel 7, § 2, 3°, aanwezig zijn opdat de kamer geldig zou kunnen beraadslagen.

Indien de leden van de kamer niet in voldoende aantal aanwezig zijn, belegt de voorzitter een tweede vergadering met dezelfde agenda; de kamer kan dan geldig beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.

De kamer spreekt zich uit bij meerderheid der aanwezige leden. Bij staking van stemmen is het punt waarover werd gestemd niet aangenomen.

Ingeval overeenkomstig artikel 4bis een commissie wordt opgericht voor een van de bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de houders van een master in de geneeskunde of van de academische graad van arts die reeds houder zijn van een bijzondere beroepstitel, kan de Minister een specifieke wijze van beraadslaging vastleggen voor de kamers van deze erkenningscommissie.

De beraadslagingen van de kamer zijn geheim. De adviezen moeten met redenen omkleed zijn. ».

Art. 9.Artikel 45, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « In afwijking van de bepalingen van artikel 7, §§ 2 en 3, kan de Minister, voor de erkenningscommissie bevoegd voor een nieuw bepaalde bijzondere beroepstitel of bij een met bijzondere redenen omklede beslissing, één of meerdere leden van een erkenningscommissie benoemen die niet erkend zijn in de bijzondere beroepstitel in kwestie maar van wie algemeen bekend is dat zij bevoegd zijn in deze discipline. Het mandaat van deze leden vervalt een jaar na hun benoeming, behalve indien zij inmiddels in deze bijzondere beroepstitel erkend zijn. ».

Art. 10.Artikel 45, § 4, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 11.De Minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^