gepubliceerd op 11 augustus 2009
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden in de externe diensten voor bescherming en preventie op het werk en de gezondheidscentra
28 JUNI 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden in de externe diensten voor bescherming en preventie op het werk en de gezondheidscentra (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden in de externe diensten voor bescherming en preventie op het werk en de gezondheidscentra.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 januari 2009 Vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden in de externe diensten voor bescherming en preventie op het werk en de gezondheidscentra (Overeenkomst geregistreerd op 24 februari 2009 onder het nummer 91043/CO/330) HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de externe diensten voor bescherming en preventie op het werk en de gezondheidscentra.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.
Art. 2.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regelen vast welke van toepassing zijn op al de werknemers en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt overgelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen, mits rekening te houden met de bijzondere bekwaamheid en de persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.
Zij mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen welke voor de werknemers gunstiger zijn, daar waar dergelijke toestand bestaat.
Art. 3.De opsomming van de functies, gerangschikt in de verschillende hierna vastgestelde categorieën, geldt als voorbeeld en is niet beperkend. HOOFDSTUK II Werknemers die in hoofdzaak handarbeid verrichten 1. Beroepsindeling Art.4. De werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten zijn in vijf categorieën ingedeeld, bepaald als volgt : Eerste categorie : ongeschoolden Hulparbeider, schoonmaker, dienstbode, nachtwaker, huisbewaarder, ongeschoolde landarbeider.
Tweede categorie : halfgeschoolden Wasvrouw, helper-tuinier, ketelstoker, werkman in laboratorium, strijkster, linnennaaister, niet-gediplomeerde bomensnoeier, portier, helper van geschoolde arbeider.
Derde categorie : geschoolden Slager, bakker, elektricien, tuinier, metselaar, schrijnwerker, loodgieter, schilder, ontsmetter, werkman voor radiografie, magazijnier, autobestuurder, bomensnoeier houder van een studiegetuigschrift, geschoolde landarbeider.
Worden als geschoolde landarbeiders beschouwd : De werklieden houders van een studiegetuigschrift van de landbouwscholen, of De werklieden die alle opgelegde werken volledig uitvoeren op zelfstandige wijze en die eventueel bekwaam zijn de werktuigen of de machines welke zij gebruiken zelf te regelen, met uitsluiting van het werk van een mecanicien.
Vierde categorie : meer dan geschoolden De werknemers die houder zijn van een diploma of een attest waaruit hun kwalificatie onbetwistbaar blijkt zoals : linnennaaister-snijdster, linnennaaisterkleermaakster, bakker, tuinier, mecanicien, loodgieter van sanitaire installaties, schrijnwerker, elektricien, kok.
Vijfde categorie : meesterpersoneel De werklieden die voor een groep werklieden verantwoordelijk zijn, zoals : chef, meestergast, chef van de strijkerij, chef-tuinier. 2. Lonen Art.5. De schalen van de minimumjaarlonen worden als volgt vastgesteld :
Nbre années ancienneté - Aantal jaren anciënniteit
Ouv Cat 1 - WL Cat 1
Ouv Cat 2 - WL Cat 2
Ouv Cat 3 - WL Cat 3
Ouv Cat 4 - WL Cat 4
Ouv Cat 5 WL Cat 5
0
11.539,59
11.783,72
12.446,19
12.837,17
13.647,26
1
11.700,48
11.944,63
12.607,07
12.998,05
13.759,08
2
11.861,36
12.105,51
12.767,98
13.158,96
13.870,96
3
12.022,27
12.266,39
12.928,86
13.319,84
13.982,83
4
12.022,27
12.266,39
12.928,86
13.319,84
13.982,83
5
12.135,65
12.379,80
13.042,25
13.472,57
14.135,53
6
12.135,65
12.379,80
13.042,25
13.472,57
14.135,53
7
12.249,04
12.493,19
13.155,63
13.625,29
14.288,26
8
12.249,04
12.493,19
13.155,63
13.625,29
14.288,26
9
12.362,45
12.645,92
13.308,34
13.778,00
14.440,96
10
12.362,45
12.645,92
13.308,34
13.778,00
14.440,96
11
12.475,81
12.798,62
13.461,06
13.930,72
14.593,69
12
12.475,81
12.798,62
13.461,06
13.930,72
14.593,69
13
12.589,20
12.951,35
13.613,79
14.083,43
14.746,42
14
12.589,20
12.951,35
13.613,79
14.083,43
14.746,42
15
12.702,58
13.104,05
13.766,49
14.236,15
14.899,12
16
12.702,58
13.104,05
13.766,49
14.236,15
14.899,12
17
12.816,00
13.256,78
13.919,22
14.388,88
15.051,85
18
12.816,00
13.256,78
13.919,22
14.388,88
15.051,85
19
12.929,38
13.409,50
14.071,92
14.562,53
15.225,50
20
12.929,38
13.409,50
14.071,92
14.562,53
15.225,50
21
13.042,74
13.562,21
14.224,65
14.736,20
15.399,17
22
13.042,74
13.562,21
14.224,65
14.736,20
15.399,17
23
13.156,16
13.714,93
14.377,38
14.909,85
15.572,82
24
13.156,16
13.714,93
14.377,38
14.909,85
15.572,82
25
13.269,54
13.867,63
14.530,08
15.083,50
15.746,47
26
13.269,54
13.867,63
14.530,08
15.083,50
15.746,47
27
13.269,54
14.020,36
14.682,81
15.257,18
15.920,14
28
13.269,54
14.020,36
14.682,81
15.257,18
15.920,14
29
13.269,54
14.020,36
14.682,81
15.257,18
15.920,14
30
13.269,54
14.020,36
14.682,81
15.257,18
15.920,14
31
13.269,54
14.020,36
14.682,81
15.257,18
15.920,14
HOOFDSTUK III Werknemers die in hoofdzaak hoofdarbeid verrichten 1. Beroepsindeling A.Administratief personeel
Art. 6.Het administratief personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald : Eerste categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : -vereiste kennis : deze die overeenstemt met het leerplan van het lager onderwijs en welke voldoende is voor het uitoefenen van functies van het laagste niveau welke als van intellectuele aard worden erkend; - de juiste uitvoering van eenvoudig werk.
Voorbeelden : Bediende die in hoofdzaak belast is met eenvoudig schrijfwerk, rekenwerk, inschrijvingen in registers, het houden van steekkaarten, het opmaken van overzichten dat niet verder gaat dan louter kopieerwerk; telefonist van enkelvoudige post.
Opmerking : in de mate waarin de uitgeoefende functies beantwoorden aan de onder punt 1 hierboven vermelde maatstaf, worden de volgende beroepen in de eerste categorie ingedeeld : huisbewaarder, portier, kamerbewaarder, nachtwaker, loopjongen.
Tweede categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het leerplan van het beroepssecundair onderwijs; - de juiste uitvoering van weinig uiteenlopende werkzaamheden die worden uitgevoerd onder rechtstreekse controle.
Voorbeelden : - economaatklerk (inventarissen, verdelingen, verificaties); - telefonist van centrale of belast met het beantwoorden van oproepen op eigen initiatief; - bediende belast met de ontvangst; - typist (40 woorden per minuut); - beginnende stenotypist; - bediende belast met de elementaire boekhouding; - ponser.
Derde categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze die overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs; - de juiste uitvoering van uiteenlopende werkzaamheden, die zelfstandig uitgevoerd worden en waarvoor tevens de verantwoordelijkheid gedragen wordt.
Voorbeelden : - tariefberekenaar; - bediende die nota's en facturen opmaakt; - verzorgt aan de hand van summiere aanwijzingen; - stenotypist (100 woorden per minuut bij het stenograferen, 40 woorden per minuut bij het typen) in één enkele landstaal; - bediende van de dienst "lonen en sociale wetten" die de verschillende werkzaamheden van de dienst kan verrichten; - typist die berichten en gewone briefwisseling hulpboekhouder; - kassier; - operateur.
Vierde categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs aangevuld met speciaal vakonderwijs of met een praktische opleiding door stages of door het bekleden van gelijkaardige betrekkingen; - de juiste uitvoering van gespecialiseerde werkzaamheden; de controle op de kwaliteit van het werk uitgevoerd door het personeel behorend tot de lagere categorieën en het zelfstandig samenvoegen van de door dit personeel uitgevoerde deeltaken.
Voorbeelden : - stenotypist secretaris bekwaam om initiatieven te nemen; - stenotypist die in de twee landstalen of in één landstaal en in één vreemde taal kan werken; - hoofdbediende van de dienst "lonen en sociale wetten"; - boekhouder; - hoofdbediende van het economaat; - de bediende belast met de administratieve functie in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg; - kleuterleidster, indien het diploma kleuterleidster vereist is bij de indienstneming.
Vijfde categorie : Bedienden houder van een diploma van het hoger onderwijs en dat vereist is bij de indienstneming.
Voorbeelden : - maatschappelijk assistent; - medisch secretaris; - gegradueerde van het economisch hoger onderwijs van het korte type; - boekhouder, informaticus.
B. Technisch en paramedisch personeel
Art. 7.Het technisch en paramedisch personeel wordt in vijf categorieën ingedeeld, welke door de volgende algemene maatstaven worden bepaald : Eerste categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het leerplan van het lager onderwijs en welke voldoende is voor het uitoefenen van functies van het laagste niveau welke als van intellectuele aard worden erkend; - de juiste uitvoering van eenvoudig werk.
Voorbeelden : - laboratoriumjongen (ontsmetting, opruiming, boodschappen); - hulplaborant-beginneling belast onder meer met eenvoudige analyses en preparaten.
Tweede categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het leerplan van het beroepssecundair onderwijs; - de juiste uitvoering van weinig uiteenlopende werkzaamheden die worden uitgevoerd onder rechtstreekse controle.
Voorbeelden : - technicus van de donkere kamer, belast met het ontwikkelen van rontgenplaten; - hulplaborant met drie jaar praktijk.
Derde categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs; - de juiste uitvoering met gespecialiseerde apparaten van uiteenlopende werkzaamheden en waarvoor tevens de verantwoordelijkheid gedragen wordt.
Voorbeeld : - technicus die volgens de richtlijnen van een arts de medische toestellen doet werken (radiografie, enz...).
Vierde categorie : Bedienden wier functie wordt gekenmerkt door : - vereiste kennis : deze welke overeenstemt met het getuigschrift van hoger secundair onderwijs, aangevuld met speciaal vakonderwijs of met een praktische opleiding door stages of door het bekleden van gelijkaardige betrekkingen; - de juiste uitvoering van uiteenlopende gespecialiseerde werkzaamheden; de controle op de kwaliteit van het werk uitgevoerd door het personeel behorend tot de lagere categorieën en het zelfstandig samenvoegen van de door dit personeel uitgevoerde deeltaken.
Voorbeeld : laborant.
Vijfde categorie : Bedienden houder van een diploma van het hoger onderwijs en dat vereist is bij de indienstneming.
Voorbeelden : - diëtist; - orthopedagoog; - logopedist; - kinesitherapeut; - laborant; - assistent-psycholoog; - maatschappelijk assistent tewerkgesteld in een centrum voor geestelijke gezondheidszorg.
C. Verplegingspersoneel
Art. 8.Het verplegingspersoneel wordt in de volgende vijf categorieën ingedeeld : Eerste categorie : - verzorgingshelper; - gezinshelper; - bejaardenhelper : - nursing-hostess.
Tweede categorie : Personeel houder van het studiegetuigschrift beroepssecundair onderwijs onderverdeling gezins- en sanitaire hulp of brevet van kinderverzorging.
Derde categorie : - ziekenhuisassistent gebrevetteerd in de zin van het koninklijk besluit van 17 augustus 1957; - ziekenhuisoppasser in de zin van het besluit van de Regent van 11 januari 1946 tot invoering van een getuigschrift van ziekenhuisoppasser en tot oprichting der studies strekkende tot de verkrijging ervan; - verzorger in de zin van het ministerieel besluit van 14 september 1926 betreffende de inrichting van eenjarige cursussen tot het oppassen van zieken.
Vierde categorie : Personeel houder van een brevet van ziekenhuisverpleger in de zin van het koninklijk besluit van 9 juli 1960 en wanneer dit brevet vereist is bij de indienstneming.
Vijfde categorie : Personeel houder van het diploma van gegradueerde verpleegkundige of vroedvrouw en wanneer dit diploma vereist is bij de indienstneming. 2. Loonschalen A.Administratief personeel
Art. 9.De schalen van de minimum jaarlonen van het administratief personeel worden per categorie als volgt vastgesteld :
Nbre années ancienneté - Aantal jaren anciënniteit
AD Cat 1 - AD Cat 1
AD Cat 2 AD Cat 2
AD Cat 3 AD Cat 3
AD Cat 4 AD Cat 4
AD Cat 5 AD Cat 5
0
11.783,72
12.138,70
12.965,90
13.653,38
15.625,67
1
11.944,63
12.277,65
13.230,72
13.918,21
15.934,67
2
12.105,51
12.416,57
13.495,55
14.183,03
16.243,69
3
12.266,39
12.555,51
13.760,37
14.447,88
16.552,69
4
12.266,39
12.555,51
13.760,37
14.447,88
16.552,69
5
12.379,80
12.776,66
14.015,75
14.712,68
17.082,62
6
12.379,80
12.776,66
14.015,75
14.712,68
17.082,62
7
12.493,19
12.997,80
14.271,13
15.065,88
19.643,83
8
12.493,19
12.997,80
14.271,13
15.065,88
19.643,83
9
12.645,92
13.218,97
14.889,43
15.772,52
20.173,72
10
12.645,92
13.218,97
14.889,43
15.772,52
20.173,72
11
12.798,62
13.440,14
15.507,70
16.479,17
20.703,65
12
12.798,62
13.440,14
15.507,70
16.479,17
20.703,65
13
12.951,35
13.661,29
16.125,97
17.097,44
21.233,57
14
12.951,35
13.661,29
16.125,97
17.097,44
21.233,57
15
13.104,05
14.013,72
16.744,24
17.715,71
21.763,46
16
13.104,05
14.013,72
16.744,24
17.715,71
23.589,70
17
13.256,78
14.366,15
17.362,51
18.333,98
24.124,73
18
13.256,78
14.366,15
17.362,51
18.333,98
24.877,06
19
13.409,50
14.718,58
17.980,81
18.952,25
25.406,98
20
13.409,50
14.718,58
17.980,81
18.952,25
25.406,98
21
13.562,21
15.070,98
18.599,08
19.570,55
25.936,88
22
13.562,21
15.070,98
18.599,08
19.570,55
25.936,88
23
13.714,93
15.423,41
19.217,35
20.188,82
26.466,80
24
13.714,93
15.423,41
19.217,35
20.188,82
26.466,80
25
13.867,63
15.775,84
19.835,60
20.807,07
26.996,72
26
13.867,63
15.775,84
19.835,60
20.807,07
26.996,72
27
14.020,36
16.128,27
20.453,87
21.425,34
27.526,62
28
14.020,36
16.128,27
20.453,87
21.425,34
27.526,62
29
14.020,36
16.480,68
21.072,16
22.043,61
27.526,62
30
14.020,36
16.480,68
21.072,16
22.043,61
27.526,62
31
14.020,36
16.480,68
21.072,16
22.043,61
27.526,62
B. Technisch en paramedisch personeel
Art. 10.De schalen van de minimum jaarlonen van het technisch en paramedisch personeel worden per categorie als volgt vastgesteld :
Nbre années ancienneté Aantal jaren anciënniteit
T/PM Cat 1 T/PM Cat 1
T/PM Cat 2 T/PM Cat 2
T/PM Cat 3 T/PM Cat 3
T/PM Cat 4 T/PM Cat 4
T/PM Cat 5 T/PM Cat 5
0
11.783,72
12.618,33
14.006,80
14.448,37
15.625,67
1
11.944,63
12.757,25
14.228,00
14.713,22
15.934,67
2
12.105,51
12.896,19
14.449,14
14.978,02
16.243,69
3
12.266,39
13.035,08
14.670,29
15.242,85
16.552,69
4
12.266,39
13.035,08
14.670,29
15.242,85
16.552,69
5
12.379,80
13.283,85
14.935,11
15.507,70
17.082,62
6
12.379,80
13.283,85
14.935,11
15.507,70
17.082,62
7
12.493,19
13.532,58
15.199,96
15.860,87
19.643,83
8
12.493,19
13.532,58
15.199,96
15.860,87
19.643,83
9
12.645,92
13.781,32
15.464,79
16.567,52
20.173,72
10
12.645,92
13.781,32
15.464,79
16.567,52
20.173,72
11
12.798,62
14.030,08
15.729,61
17.274,14
20.703,65
12
12.798,62
14.030,08
15.729,61
17.274,14
20.703,65
13
12.951,35
14.278,79
16.082,81
17.892,41
21.233,57
14
12.951,35
14.278,79
16.082,81
17.892,41
21.233,57
15
13.104,05
14.631,22
16.436,01
18.510,71
21.763,46
16
13.104,05
14.631,22
16.436,01
18.510,71
23.589,70
17
13.256,78
14.983,65
16.789,18
19.128,98
24.124,73
18
13.256,78
14.983,65
16.789,18
19.128,98
24.877,06
19
13.409,50
15.336,06
17.142,38
19.747,25
25.406,98
20
13.409,50
15.336,06
17.142,38
19.747,25
25.406,98
21
13.562,21
15.688,49
17.495,58
20.365,52
25.936,88
22
13.562,21
15.688,49
17.495,58
20.365,52
25.936,88
23
13.714,93
16.040,92
17.848,76
20.983,79
26.466,80
24
13.714,93
16.040,92
17.848,76
20.983,79
26.466,80
25
13.867,63
16.393,35
18.201,95
21.602,09
26.996,72
26
13.867,63
16.393,35
18.201,95
21.602,09
26.996,72
27
14.020,36
16.745,75
18.555,13
22.220,36
27.526,62
28
14.020,36
16.745,75
18.555,13
22.220,36
27.526,62
29
14.020,36
17.098,18
18.908,33
22.838,63
27.526,62
30
14.020,36
17.098,18
18.908,33
22.838,63
27.526,62
31
14.020,36
17.098,18
19.261,53
22.838,63
27.526,62
C. Verplegingspersoneel
Art. 11.De schalen van de minimum jaarlonen van het verplegingspersoneel worden per categorie als volgt vastgesteld :
Nbre années ancienneté Aantal jaren anciënniteit
VP Cat 1 VP Cat 1
VP Cat 2 VP Cat 2
VP Cat 3 VP Cat 3
VP Cat 4 VP Cat 4
VP Cat 5 VP Cat 5
0
12.446,19
12.618,33
14.006,80
14.448,37
15.625,67
1
12.607,07
12.757,25
14.228,00
14.713,22
15.934,67
2
12.767,98
12.896,19
14.449,14
14.978,02
16.243,69
3
12.928,86
13.035,08
14.670,29
15.242,85
16.552,69
4
12.928,86
13.035,08
14.670,29
15.242,85
16.552,69
5
13.042,25
13.283,85
14.935,11
15.507,70
17.082,62
6
13.042,25
13.283,85
14.935,11
15.507,70
17.082,62
7
13.155,63
13.532,58
15.199,96
15.860,87
19.643,83
8
13.155,63
13.532,58
15.199,96
15.860,87
19.643,83
9
13.308,34
13.781,32
15.464,79
16.567,52
20.173,72
10
13.308,34
13.781,32
15.464,79
16.567,52
20.173,72
11
13.461,06
14.030,08
15.729,61
17.274,14
20.703,65
12
13.461,06
14.030,08
15.729,61
17.274,14
20.703,65
13
13.613,79
14.278,79
16.082,81
17.892,41
21.233,57
14
13.613,79
14.278,79
16.082,81
17.892,41
21.233,57
15
13.766,49
14.631,22
16.436,01
18.510,71
21.763,46
16
13.766,49
14.631,22
16.436,01
18.510,71
23.589,70
17
13.919,22
14.983,65
16.789,18
19.128,98
24.124,73
18
13.919,22
14.983,65
16.789,18
19.128,98
24.877,06
19
14.071,92
15.336,06
17.142,38
19.747,25
25.406,98
20
14.071,92
15.336,06
17.142,38
19.747,25
25.406,98
21
14.224,65
15.688,49
17.495,58
20.365,52
25.936,88
22
14.224,65
15.688,49
17.495,58
20.365,52
25.936,88
23
14.377,38
16.040,92
17.848,76
20.983,79
26.466,80
24
14.377,38
16.040,92
17.848,76
20.983,79
26.466,80
25
14.530,08
16.393,35
18.201,95
21.602,09
26.996,72
26
14.530,08
16.393,35
18.201,95
21.602,09
26.996,72
27
14.682,81
16.745,75
18.555,13
22.220,36
27.526,62
28
14.682,81
16.745,75
18.555,13
22.220,36
27.526,62
29
14.682,81
17.098,18
18.908,33
22.838,63
27.526,62
30
14.682,81
17.098,18
18.908,33
22.838,63
27.526,62
31
14.682,81
17.098,18
19.261,53
22.838,63
27.526,62
3. Bijzondere bepalingen Art.12. Op het ogenblik van zijn bevordering van een categorie naar een andere, heeft elk lid van het administratief, het technisch en paramedisch en het verplegingspersoneel onmiddellijk recht op de loonschaal van de nieuwe functie welke hij uitoefent, rekening houdend met de verworven baremieke anciënniteit. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen A. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 13.§ 1. Al de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene lonen, evenals de werkelijk uitbetaalde lonen, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten welke zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid van de arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.
Zij worden beschouwd als zijnde in overeenstemming met het spilindexcijfer 138.01 (basis 1981) (cfr. 102.02 basis 1988), vereffening aan 100 pct. op 1 januari 1990. Bij het sluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt de vereffeningscoëfficiënt van 148,59 pct. die sinds 1 september 2008 van kracht is. § 2. Het geïndexeerde maandloon is gelijk aan het door twaalf gedeelde geïndexeerde jaarloon met twee decimalen.
Het geïndexeerde uurloon is gelijk aan het door 1976 (in het stelsel van de 38-urenweek) gedeelde jaarloon, met vier decimalen. De afronding gebeurt door het cijfer na de af te ronden decimaal te verwaarlozen als het lager is dan vijf en door het af te ronden decimaal naar de hogere eenheid te brengen als gelijk is aan of hoger is dan vijf.
B. Voordelen in natura
Art. 14.De werknemers die inwonen moeten de kosten ervan dragen volgens een met de werkgever te sluiten overeenkomst.
De inwoningskosten mogen evenwel maandelijks de bedragen niet overschrijden welke zijn vastgesteld bij artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
C. Onregelmatige prestaties
Art. 15.Aan de werknemer die op zondag, >s nachts of in onderbroken dienst moet werken, dit wil zeggen een dienst bij dag welke met minstens vier achtereenvolgende uren wordt onderbroken, wordt een toeslag van 20 pct. op het werkelijke loon toegekend pro rata de duur van de effectief verrichte onregelmatige arbeidsprestaties.
D. Verlof voor deelneming aan examens
Art. 16.De werknemer mag, mits tien kalenderdagen vooraf de werkgever te verwittigen, afwezig zijn de dag van een examen dat betrekking heeft op de functies uitgeoefend in de instelling.
E. Dagloon
Art. 17.In afwijking van de gebruikelijke berekeningswijze van het dagloon in de private sector, wanneer het maandloon niet volledig verschuldigd is, wordt, rekening houdend met het systeem van het Rijk, het dagloon in dertigsten van het geïndexeerde maandloon berekend overeenkomstig de volgende modaliteiten : - bedraagt het werkelijk aantal te betalen dagen vijftien of minder, dan is het aantal verschuldigde dertigsten gelijk aan het werkelijk aantal te betalen dagen; - bedraagt het werkelijk aantal te betalen dagen meer dan vijftien, dan is het aantal verschuldigde dertigsten gelijk aan het verschil tussen dertig en het werkelijk aantal niet te betalen dagen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden herzien of opgezegd op vraag van de meest gerede partij, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, voor wat de interbedrijfsgeneeskundige diensten en de gezondheidscentra betreft, de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1993 gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 19 oktober 1994), gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1996 (Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1997).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2009.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET