Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 januari 2002
gepubliceerd op 24 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de beroepsopleiding tijdens de arbeidsuren in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012231
pub.
24/10/2002
prom.
28/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/28/2002012231/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de beroepsopleiding tijdens de arbeidsuren in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer, Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de beroepsopleiding tijdens de arbeidsuren in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999 Beroepsopleiding tijdens de arbeidsuren in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder het nummer 53185/CO/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land" : wordt verstaan de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : - de ongeregelde diensten, de pendeldiensten en de internationale geregelde diensten; - het geregeld vervoer; - het bijzonder geregeld vervoer; - de pendeldiensten naar luchthavens, havens, enz. door middel van voertuigen van minder dan 9 plaatsen; - het verhuur met chauffeur van voertuigen van meer dan 9 plaatsen; - het personenvervoer verricht door een persoon die geen houder is van een vergunning voor uitbating van een taxionderneming en die geen dienst heeft voor het verhuren van voertuigen met chauffeur is volgens de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999-2000 en van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.

Zij voert het artikel 15 uit van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1999 houdende een tewerkstellingsakkoord in de subsector voor het gemeenschappelijk vervoer te land. HOOFDSTUK III. - Opleiding : een recht en een plicht

Art. 3.Zowel de werkgever als de werkman moeten de mogelijkheid krijgen gebruik te maken van een in de subsector uitgewerkte opleidingsmodule.

Art. 4.De opleidingsmodules uitgewerkt door de subsector overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst zullen zowel basisopleidingen als opleidingen gericht naar de specifieke behoeften van de ondernemingen bevatten.

Art. 5.Indien de vorming binnen de onderneming gegeven wordt zal haar organisatie het voorwerp uitmaken van overleg in de ondernemingsraad of, bij ontstentenis van ondernemingsraad, met de syndicale afvaardiging of, bij ontstentenis van ondernemingsraad en van syndicale afvaardiging, in de schoot van de opleidingscel vermeld in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.Zowel werkgever als werkman zal positief ingaan op het initiatief van de andere partij inzake opleiding. HOOFDSTUK IV. - Rol van de "opleidingscel" van het sociaal fonds

Art. 7.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt bedoeld onder : - "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten"; - "opleidingscel" : de instantie opgericht op vlak van het sociaal fonds om de beroepsopleiding en de risicogroepen ten laste te nemen.

Art. 8.De opleidingscel stelt de prioriteiten vast, geeft de doelgroepen aan en volgt de genomen initiatieven op.

De opleidingscel heeft eveneens tot taak : - een databank samenstellen van het opleidingsaanbod; - de kostprijs van elke opleiding vaststellen alsook de financiële inbreng van overheids- en andere instanties nauwkeurig in kaart brengen; - de opleidingsmodules uitwerken.

Art. 9.De werkgevers worden uitgenodigd aan de voorzitter van het paritair comité de volgende inlichtingen mede te delen : - de lijst en de inhoud van de opleidingsprogramma's die zij nu op ondernemingsvlak organiseren; - de huidige behoeften inzake opleiding binnen hun onderneming; - eventueel, voorstellen inzake opleiding. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is voor een duur van twee jaar gesloten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^