Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 januari 2002
gepubliceerd op 25 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de verlenging van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012230
pub.
25/04/2002
prom.
28/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/28/2002012230/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de verlenging van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de verlenging van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1998 Verlenging van het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 27 augustus 1998 onder het nummer 48961/CO/319) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en het werklieden- en bediendenpersoneel van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder de Vlaamse Gemeenschap en onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen.

Art. 2.Behoudens voor de in onderhavige afwijkende bedingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gebonden aan de regelen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 16 januari 1975. HOOFDSTUK II. - Invoering van het conventioneel brugpensioen

Art. 3.Een stelsel van aanvullende vergoeding ten gunste van de werknemers van 58 jaar en ouder die worden ontslagen - hier genoemd : conventioneel brugpensioen - wordt in de in artikel 1 bedoelde voorzieningen ingesteld.

Art. 4.De bovenvermelde werknemers hebben recht op een aanvullende vergoeding ten laste van hun werkgever(s), voor zover zij aan de voorwaarden voldoen bepaald bij de artikelen 5 tot 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 5.Voor de algemene toepassingsmodaliteiten wordt verwezen naar de bepalingen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, inzonderheid met betrekking tot de algemene toekenningsvoorwaarden, de bepalingen van het bedrag, de berekening en de aanpassing van de aanvullende vergoeding, het cumulatieverbod met andere voordelen, de te volgen ontslagprocedure en de duur van de opzeggingstermijn.

Art. 6.Komen in aanmerking voor het verkrijgen van het conventioneel brugpensioen, de werknemers die aan volgende voorwaarden voldoen : 1. verbonden zijn krachtens een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met uitzondering van de arbeidsovereenkomsten gesloten in het kader van bijzondere tewerkstellingsstelsels (als daar onder meer zijn : Derde Arbeidscircuit, Interdepartementaal Begrotingsfonds, tewerkgestelde werklozen), behoudens tegenstrijdig beding in die overeenkomsten zelf;2. niet ontslagen worden om dringende redenen;3. ten laaste de dag waarop de opzeggingstermijn effectief verstrijkt, de leeftijdsvoorwaarde voorzien in artikel 3 vervullen.De opzeggingstermijn mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover aan de leeftijdsvoorwaarden wordt voldaan tijdens deze geldigheidsduur; 4. op het ogenblik van de toepassing van het stelsel en voor de ganse toepassingsperiode ervan werkloosheidsuitkeringen ontvangen.Het zal de werkgever toegelaten zijn op elk ogenblik het bewijs op te vragen van de vervulling van deze laatste voorwaarde.

Art. 7.De aanvullende vergoeding is de tussenkomst ten laste van de werkgever bepaald bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr 17.

Ze bedraagt de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de normale werkloosheidsuitkeringen.

Het maandloon dat als netto-referteloon dient, is gelijk aan het jaarloon van de werknemer gedeeld door twaalf, evenwel begrensd overeenkomstig artikel 6 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Onder jaarloon dient te worden verstaan : elk loon, iedere toeslag of premie gedurende de laatste twaalf maanden, te rekenen vanaf de laatste maand van de tewerkstelling, aan de betrokken werknemer uitbetaald en waarvoor bijdragen aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid werden afgedragen.

Indien de betrokken werknemer wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst tijdens de laatste twaalf maanden, te rekenen vanaf de laatste maand van de tewerkstelling, geen volledige bezoldiging heeft ontvangen, zullen de tijdens die periode uitgekeerde lonen zoals hiervoor bedoeld als berekeningsbasis dienen voor de omzetting naar een volledig jaarloon.

Art. 8.Op de aanvullende vergoeding worden desgevallend de wettelijke afhoudingen ten laste van de werknemers verricht.

Art. 9.De werkgever verbindt er zich toe de betrokken werknemer te vervangen. De werknemers die de bruggepensioneerde vervangen, worden in dienst genomen met een contract van onbepaalde duur. De vervangingen zullen gemeld worden aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging.

Art. 10.Het recht op conventioneel brugpensioen gaat in elk geval verloren bij het overlijden van de betrokkene of bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.

Art. 11.Voor alles wat niet uitdrukkelijk in deze collectieve arbeidsovereenkomst is voorzien gelden de wettelijke en reglementaire bepalingen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2001.

Zij is gesloten ter verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomsen van 9 januari 1990, 19 november 1992 en 27 juni 1995 betreffende de instelling van het stelsel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^