Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 februari 2002
gepubliceerd op 27 maart 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022240
pub.
27/03/2002
prom.
28/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/28/2002022240/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op de artikelen 12 en 16, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, inzonderheid op artikel 23, § 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 1992;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie van 11 juli 2001;

Gelet het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juli 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 4 september 2001;

Gelet op het advies 32.232/1 van de Raad van State, gegeven op 17 januari 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 23, § 3, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3. Onverminderd de bijzondere regelen waarin kan worden voorzien door de organieke besluiten der bijzondere vakantiefondsen, wordt het vakantiegeld aan de werknemer, op diens verzoek, via overschrijving op een bankrekening of een postchequerekening uitbetaald. Bij gebrek hieraan gebeurt de betaling per circulaire cheque of door middel van een ander beschikbaar betaalmiddel.

Enkel de uitgiftekosten voor de gebruikte betalingswijze worden door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie of de Bijzondere Vakantiefondsen gedragen. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^