Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 augustus 2002
gepubliceerd op 24 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds de sécurité d'existence du transport urbain et régional wallon" en tot vaststelling van de statuten ervan

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012977
pub.
24/10/2002
prom.
28/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/28/2002012977/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds de sécurité d'existence du transport urbain et régional wallon" en tot vaststelling van de statuten ervan (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds de sécurité d'existence du transport urbain et régional wallon" en tot vaststelling van de statuten ervan.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2001 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds de sécurité d'existence du transport urbain et régional wallon" en tot vaststelling van de statuten ervan (Overeenkomst geregistreerd op 5 juni 2001 onder het nummer 57363/CO/328.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.

Onder werknemers worden de mannelijke en vrouwelijke werknemers, zowel arbeiders als bedienden verstaan.

Art. 2.Het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest beslist om, met toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een fonds voor bestaanszekerheid op te richten voor de ondernemingen van het stads- en streekvervoer waarvan de zetel gevestigd is in het Waalse Gewest, fonds voor bestaanszekerheid waarvan de statuten hierna zijn opgenomen.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 22 november 1995 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Elke ondertekenende partij kan deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van 6 maanden betekend aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest. In dat geval moet de partij die deze overeenkomst opzegt een nieuw tekstontwerp voorstellen. De kennisgeving van de opzeg mag de opzeg niet tot gevolg hebben vóór 1 januari van een jaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2001 Statuten HOOFDSTUK I. - Oprichting en zetel

Artikel 1.Met ingang van 1 juli 1993 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor het Waalse stads- en streekvervoer".

Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd in de Naamse agglomeratie. HOOFDSTUK II. - Opdrachten

Art. 3.Het fonds heeft tot doel voor de financiering, de toekenning en de vereffening te zorgen van aanvullende voordelen bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst die toepasbaar is op de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Waalse Gewest.

Art. 4.De inkomsten van het fonds bestaan uit : a) de bijdragen verschuldigd door de werkgevers beoogd in artikel 3;b) de intresten van het kapitaal dat gevormd wordt door de storting van de bijdragen.

Art. 5.De bedragen van de bijdragen beoogd in artikel 4, a), worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst die toepasbaar is op de werkgevers beoogd in artikel 3.

De bijdragen omvatten enerzijds de bijdrage tot de financiering van het vakbondsfonds, en anderzijds een forfaitair bedrag per gelijkgestelde arbeidsdag van de werknemers beoogd in artikel 3.

Art. 6.De inning van de bijdragen loopt over de periode van 1 januari van elk jaar tot 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 7.Het fonds staat in voor de inning van de bijdragen.

Art. 8.De bijdragen zijn verschuldigd door de werkgevers op de vier volgende data van het boekjaar : 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december.

De bijdragen die verschuldigd zijn voor het kwartaal dat ten einde is gelopen, moeten worden gestort tegen de laatste dag van de maand die volgt op het einde van het betrokken kwartaal.

De bijdragen worden gestort op de bankrekening die werd geopend op naam van het fonds.

Art. 9.De werkgever bezorgt de kwartaalaangifte die de bijdragen rechtvaardigt aan het fonds, uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het afgelopen kwartaal.

De aangifteformulieren moeten worden ingevuld door de werkgever die er de gevraagde inlichtingen in aanduidt. HOOFDSTUK III. - Toekenning en vereffening van de aanvullende voordelen

Art. 10.De werknemers beoogd in artikel 3 hebben recht op de aanvullende voordelen waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de vereffeningsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst die toepasbaar is op de werkgevers beoogd in artikel 3.

De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het paritair subcomité waaronder de werkgevers beoogd in artikel 3 ressorteren.

Art. 11.In geen geval mag de vereffening van de aanvullende voordelen ondergeschikt zijn aan de storting door de werkgever van de bijdragen die hem opgelegd zijn. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 12.Het fonds wordt beheerd door een Paritair Beheerscomité dat samengesteld is uit 12 effectieve leden die de beheerders van het fonds zijn.

De helft van de leden wordt aangewezen door het paritair subcomité waaronder de werkgevers ressorteren die worden beoogd in artikel 3 op voorstel van de werkgevers.

De andere helft van de leden wordt aangewezen door het paritair subcomité waaronder de werkgevers ressorteren die worden beoogd in artikel 3 op voorstel van de representatieve werknemersorganisaties ten belope van : a) 3 leden die worden voorgedragen door het Algemeen Belgisch Vakverbond;b) 2 leden die worden voorgedragen door het Algemeen Christelijk Vakverbond;c) 1 lid dat wordt voorgedragen door de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden in België. De leden van het Paritair Beheerscomité worden aangewezen voor een termijn van 4 jaar. De eerste termijn vangt aan op 1 juli 1993.

Het Paritair Beheerscomité wordt aangevuld door hetzelfde aantal plaatsvervangende leden die, zoals bepaald, worden aangewezen voor de effectieve leden.

In geval van tijdelijke verhindering, vervangen de plaatsvervangende leden de effectieve leden en oefenen zij hun bevoegdheden uit.

De functies van effectief of plaatsvervangend lid van het Paritair Beheerscomité lopen ten einde : a) wanneer het mandaat ten einde loopt;b) in geval van ontslag;c) in geval van overlijden;d) in geval van ontslag dat gegeven wordt door de organisatie die het lid heeft aangewezen. Het lid dat wordt aangewezen ter vervanging van een ander lid beëindigt het mandaat van diegene die hij vervangt.

Het mandaat van de effectieve en plaatsvervangende leden van het Paritair Beheerscomité is vernieuwbaar in dezelfde omstandigheden als die waarin zij werden aangewezen.

Art. 13.De bestuurskosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door het Paritair Beheerscomité vermeld in artikel 12.

Deze kosten worden gedekt door een bedrag dat jaarlijks wordt bepaald door het Paritair Beheerscomité.

Art. 14.De beheerders van het fonds gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan betreffende de verbintenissen van het fonds. Hun aansprakelijkheid is beperkt tot de uitoefening van het beheersmandaat dat zij hebben ontvangen.

Art. 15.Elk jaar verkiest het Paritair Beheerscomité een voorzitter en een ondervoorzitter onder de leden die de werknemers vertegenwoordigen.

Art. 16.Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden die door de wet of deze statuten worden voorbehouden voor het paritair subcomité waaronder de werkgevers vermeld in artikel 3 ressorteren, heeft het Paritair Beheerscomité de ruimste bevoegdheden voor het beheer en het bestuur van het fonds.

Het Paritair Beheerscomité heeft met name als opdrachten : a) te controleren en alle noodzakelijke maatregelen te nemen voor de uitvoering van dit besluit;b) de bestuurskosten te bepalen alsook de aandeelsverhouding van de jaarlijkse inkomsten die zullen dienen om deze te dekken;c) de jaarlijkse begroting, de balansen en rekeningen van het fonds vast te stellen;d) schriftelijk verslag uit te brengen aan het paritair subcomité waaronder de werkgevers ressorteren die vermeld worden in artikel 3 over het vervullen van haar opdracht.

Art. 17.Het fonds wordt bestuurd door de "Société régionale wallone du Transport".

Art. 18.Het Paritair Beheerscomité vergadert ten minste één keer per kwartaal.

Het vergadert eveneens na oproeping door de voorzitter telkens als deze dit nuttig acht of op verzoek van ten minste de helft van de leden.

Art. 19.Het Paritair Beheerscomité kan enkel geldig beraadslagen en beslissen als ten minste de helft van de leden aanwezig is.

De beslissingen van het Paritair Beheerscomité worden genomen door de meerderheid van de aanwezige leden die de werkgevers vertegenwoordigen en de meerderheid van de leden die de werknemers vertegenwoordigen.

Enkel de effectieve leden en de plaatsvervangende leden die zitting hebben ter vervanging van effectieve leden zijn stemgerechtigd. HOOFDSTUK V. - Controle

Art. 20.Conform artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 oefent de bedrijfsrevisor die deze functie vervult voor de "Société régionale wallonne du Transport" deze eveneens uit voor het fonds.

Hij controleert het beheer van het fonds.

Hij brengt ten minste één keer per jaar verslag uit over zijn opdracht aan het paritair subcomité waaronder de werkgevers beoogd in artikel 3 ressorteren.

Bovendien informeert hij regelmatig het Paritair Beheerscomité van het fonds over het resultaat van zijn onderzoek en doet de aanbevelingen die hij nuttig acht. HOOFDSTUK VI. - Begroting, balans en rekeningen

Art. 21.Elk jaar maakt het Paritair Beheerscomité van het fonds de begroting op voor het volgende jaar. Hij legt deze begroting ter goedkeuring voor aan het paritair subcomité waaronder de werkgevers beoogd in artikel 3 ressorteren.

De begroting moet uiterlijk op 1 december ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bovenvermelde paritair subcomité.

Art. 22.Elk jaar worden op datum van 31 december de balans en rekeningen van het begrotingsjaar van het afgelopen kalenderjaar vastgesteld.

Art. 23.Het Paritair Beheerscomité legt aan het paritair subcomité waaronder de werkgevers vermeld in artikel 3 ressorteren de balans en rekeningen van het afgelopen boekjaar voor, samen met het verslag van de revisor en het verslag over de uitoefening van de opdracht van het Paritair Beheerscomité. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening

Art. 24.De ontbinding van het fonds wordt uitgesproken door het paritair subcomité waaronder de werkgevers vermeld in artikel 3 ressorteren. Dit beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na vereffening van het passief door hieraan een bestemming te geven overeenkomstig de doelstelling waarvoor het fonds werd opgericht.

Het paritair subcomité waaronder de werkgevers vermeld in artikel 3 ressorteren wijst de effectieve leden van het Paritair Beheerscomité aan als vereffenaars.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^