gepubliceerd op 06 mei 2021
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018 tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers
28 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 februari 2021;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Vrijwilligers, gegeven op 9 maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 19 maart 2021;
Overeenkomstig artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit uitgezonderd van een regelgevingsimpactanalyse gezien de hoogdringendheid gemotiveerd door het gezondheidsrisico die het coronavirus COVID-19 met zich meebrengt;
Gezien het feit dat veel organisaties in het kader van hun ondersteunende interventies in verband met de COVID-19-crisis hebben kunnen rekenen op de voortdurende inzet van veel vrijwilligers;
Gezien het feit dat voor veel vrijwilligers de opdrachten frequenter zijn en de reizen langer duren dan in de gebruikelijke context;
Gezien het feit dat in deze context van gezondheidscrisis een aantal vrijwilligers, die in het bijzonder betrokken zijn bij operationele opdrachten die rechtstreeks verband houden met de gezondheidscrisis, in 2021 het jaarlijkse plafond van de vaste kostenvergoedingen, zoals bepaald in artikel 10 van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, kan bereiken;
Dat dit zou betekenen dat ze niet langer zouden kunnen worden ingezet voor opdrachten die verband houden met Covid-19 of voor opdrachten die verband houden met de gebruikelijke operaties waarvan de voortzetting essentieel is;
Gelet op de hoogdringendheid;
Gelet op het advies nr. 69.151/1 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2021 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, van de Minister van Financiën, van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, zesde streepje, van het koninklijk besluit van 20 december 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2018 pub. 28/12/2018 numac 2018040765 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers. sluiten tot verhoging van het jaarlijks kostenplafond, zoals bepaald in artikel 10, eerste lid van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers sluiten betreffende de rechten van de vrijwilligers, voor bepaalde categorieën van vrijwilligers, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 december 2020, worden de woorden "in het eerste kwartaal van 2021" vervangen door de woorden "in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021".
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2021.
Art. 3.De minister bevoegd voor Werk, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken, Fr. VANDENBROUCKE