Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2010
gepubliceerd op 23 juli 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, betreffende het brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010202201
pub.
23/07/2010
prom.
28/04/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, betreffende het brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, betreffende het brugpensioen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 Brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95207/CO/218) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden behoren. § 2. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Ontslag

Art. 2.De aanvullende vergoeding, ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, wordt toegekend aan de bedienden die worden ontslagen om een andere reden dan om dringende reden en die voldoen aan de hier verder vermelde voorwaarden. HOOFDSTUK III. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Art. 3.§ 1. De leeftijdsvoorwaarde van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 wordt verlaagd tot 58 jaar voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke loopbaanvoorwaarden, met name : - In de periode 1 juli 2009 tot 31 december 2009 : - 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannelijke bedienden; - 30 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de vrouwelijke bedienden. - In de periode 1 januari 2010 tot 30 juni 2011 : - 37 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannelijke bedienden; - 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de vrouwelijke bedienden. - En voor zover zij een anciënniteit hebben in de onderneming van minimum 2 jaar op het ogenblik van hun ontslag.

De vermelde leeftijdsvoorwaarde van 58 jaar moetvervuld zijn in de periode tussen 1 juli 2009 en 30 juni 2011 en bovendien op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst. § 2. De leeftijdsvoorwaarde van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 wordt verlaagd tot 56 jaar voor zover de betrokkene voldoet aan de reglementaire voorwaarde van 33 dienstjaren als loontrekkende waarvan : - minstens 20 jaar in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990; - en minstens 10 jaar bij de laatste werkgever.

De vermelde leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar moet vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2009 en 31 december 2010 en bovendien op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Tegemoetkoming van het fonds

Art. 4.De werkgever kan een tegemoetkoming van het sociaal fonds verkrijgen voor de bruggepensioneerden van wie de opzegging ingaat met ingang van 1 juli 2009 en voor zover de opzegging wordt gegeven in het kader van een vertrek met brugpensioen vanaf 59 jaar. Het recht op de tegemoetkoming geldt slechts tot de bruggepensioneerde de leeftijd van 60 jaar bereikt. De terugbetaling van de aanvullende vergoeding wordt beperkt tot het bedrag dat bepaald is in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen. HOOFDSTUK V. - Toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad

Art. 5.Voor al wat niet uitdrukkelijk is bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale Arbeidsraad van toepassing, waaronder artikel 4bis dat voorziet in het behoud van de aanvullende vergoeding ten gunste van de bruggepensioneerde werknemer die het werk als loontrekkende of als zelfstandige in hoofdberoep hervat. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 juli 2009 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2011 met uitzondering van artikel 3, § 2, dat in werking treedt op 1 januari 2009 en ophoudt van kracht te zijn op 31 december 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^