Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2010
gepubliceerd op 20 juli 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen, betreffende de invoering van een regeling van brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010202074
pub.
20/07/2010
prom.
28/04/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen, betreffende de invoering van een regeling van brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen, betreffende de invoering van een regeling van brugpensioen.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2009 Invoering van een regeling van brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95256/CO/315.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de luchtvaartmaatschappijen.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de beroepscategoriën van piloten en vliegende boordwerktuigkundigen.

Art. 3.In toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, wordt de regeling brugpensioen uitgebreid tot de werklieden van 58 jaar en ouder.

Art. 4.Bij overgang van een arbeidstijdregeling zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001 betreffende een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, naar het brugpensioen, moet voor de berekening van de aanvullende vergoeding bedoeld in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, rekening worden gehouden met het voltijds loon, desgevallend beperkt tot het netto-referteloon bepaald in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Art. 5.De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze overeenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

De werknemers die zijn ontslagen in het kader van deze overeenkomst behouden het recht op de aanvullende vergoeding ten laste van de laatste werkgever, ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Voor de concrete toepassingsmodaliteiten van het behoud van het recht op een aanvullende vergoeding zoals bepaald in voorgaande paragrafen, gelden dezelfde als deze bepaald in de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 1974, tot invoering van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers die worden ontslagen.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in voege op 1 januari 2010 en is gesloten voor een bepaalde duur van twee jaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^