gepubliceerd op 25 januari 2007
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de presentiegelden toegekend aan de Voorzitter en de leden van de Federale commissie « Rechten van de patiënt » ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de presentiegelden toegekend aan de Voorzitter en de leden van de Federale commissie « Rechten van de patiënt » ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2003 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale commissie « Rechten van de patiënt » ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 23 februari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 juli 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Voorzitter en de leden van de Federale commissie « Rechten van de patiënt » opgericht bij de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van Voedselketen en Leefmilieu kunnen aanspraak maken op een presentiegeld van 25 EURO voor de Voorzitter en van 20 EURO voor de andere leden, per plenaire vergadering die twee uren duurt.
De Voorzitter en de leden van het Bureau van voornoemde commissie, kunnen aanspraak maken op een presentiegeld van 25 EURO voor de Voorzitter en van 20 EURO voor de leden, per vergadering van het Bureau.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE