gepubliceerd op 17 januari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen
27 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005 Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 13 april 2006 onder het nummer 79440/CO/320) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).
Art. 3.De in artikel 1 bedoelde werkgevers verbinden zich ertoe om, vanaf 1 januari 2006, maatregelen te nemen ten voordele van werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werklieden en werksters uit de sector, die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is, en dit ten belope van 0,10 pct. berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters uit de betrokken sector, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.
Art. 4.Als risicogroepen worden voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald : - langdurig werklozen : Onder "langdurig werkloze" wordt verstaan : de werkzoekende die, gedurende de 12 maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of wachtuitkeringen voor alle dagen van de week; - laaggeschoolde werklozen : Onder "laaggeschoolde werkloze" wordt verstaan : de werkzoekende, ouder dan 18 jaar, die geen houder is van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs; - laaggeschoolde werknemers : Onder "laaggeschoolde werknemers wordt" verstaan : de werknemer, ouder dan 18 jaar, die geen houder is van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs; - gehandicapten : Onder "gehandicapte" wordt verstaan : de werkzoekende mindervalide die, op het ogenblik van zijn indienstneming, bij het Rijksfonds voor Sociale Reclassering van de Mindervaliden of bij één van haar rechtsopvolgers ingeschreven is; - deeltijds leerplichtigen : Onder "deeltijds leerplichtige" wordt verstaan : de werkzoekende van minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt; - herintreders, jongeren, 45-plussers, allochtonen : Onder "herintreder" wordt verstaan : de werkzoekende die tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : 1) hij mag geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten hebben gedurende de periode van 3 jaar die zijn indienstneming voorafgaat;2) hij mag geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van 3 jaar die zijn indienstneming voorafgaat;3) vóór de periode van 3 jaar voorzien in 1) en 2), moet hij zijn beroepsactiviteit onderbroken hebben, of nooit een beroepsactiviteit begonnen zijn; - bestaansminimumtrekkers : Onder "bestaansminimumtrekker" wordt verstaan : de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens 6 maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 5.De onder artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vernoemde bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die ze op haar beurt overmaakt aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2005.
De raad van beheer van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de begrafenisondernemingen" bepaalt de praktische toepassingsmodaliteiten.
Art. 6.Partijen komen overeen om jaarlijks een evaluatieverslag en een financieel overzicht van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst neer te leggen op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve arbeidsbetrekkingen van het Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg tegen uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN