gepubliceerd op 04 november 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen
27 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 september 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999, onder het nummer 51282/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Arbeidsorganisatie
Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen (koninklijk besluit van 16 januari 1989, Belgisch Staatsblad van 2 februari 1989) wordt aangevuld met een artikel 4bis luidende als volgt : «
Art. 4bis.Onderhavig artikel is niet van toepassing op de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen. De referteperiode voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur en de toekenning van de inhaalrust in toepassing van artikel 26bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt vastgesteld op 12 maanden. Deze periode loopt telkens van 1 januari tot 31 december behoudens vaststelling van een andere periode van 12 maanden in het arbeidsreglement.
Bij elke definitieve betaling ontvangen de arbeiders een staat van hun prestaties in verhouding met de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur die zij gehouden zijn te presteren, zoals het koninklijk besluit van 18 januari 1984 betreffende de informatie van de werknemers over de staat van hun prestaties het voorschrijft.
De toepassing van dit artikel doet geen afbreuk aan de betaling van supplementen voor eventuele overuren in toepassing van de arbeidswet van 16 maart 1971. »
Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen wordt aangevuld met een artikel 8bis luidende als volgt : « Arbeid op feestdagen.
Art. 8bis.De in artikel 1 bedoelde ondernemingen of afdelingen van deze ondernemingen, met uitzondering van de sector van de bakkerijen en de artisanale banketbakkerijen, kunnen in geval van tijdelijke vermeerdering van werk afwijken van het verbod van tewerkstelling op feestdagen zoals bepaald in de wet van 4 januari 1974. »
Art. 4.Artikel 13, b, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen wordt vervangen door de volgende bepaling : « Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming kunnen de nieuwe arbeidstijdregelingen zoals voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst op het vlak van de onderneming ingevoerd worden door een collectieve arbeidsovereenkomst. »
Art. 5.Artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen wordt vervangen door de volgende bepaling : « In geval van specifieke noodzaak eigen aan een onderneming waarbij deze afwijkingen niet zouden volstaan, doch binnen de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen en de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 42 vallen, kunnen andere regelingen overeengekomen worden in een collectieve arbeidsovereenkomst. »
Art. 6.Artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1988 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Looptijd van de overeenkomst
Art. 7.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op 1 januari 1999 en gelden voor onbepaalde duur.
Ze kunnen worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van 3 maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 september 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX