Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2020
gepubliceerd op 06 november 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2020043181
pub.
06/11/2020
prom.
27/10/2020
ELI
eli/besluit/2020/10/27/2020043181/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 353bis, eerste lid, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/05/1997 pub. 25/06/1997 numac 1997009448 bron ministerie van justitie Wet strekkende tot de bespoediging van de procedure voor het Hof van Cassatie sluiten en gewijzigd bij de wetten van 24 maart 1999, 12 april 1999 en 25 april 2007 en artikel 354, eerste lid, vervangen bij de wet van 25 april 2007 en gewijzigd bij de wet van 10 april 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juli 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 21 augustus 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 augustus 2020;

Gelet op het protocol nr. 491 houdende de besluiten van de onderhandelingen van het Sectorcomité III Justitie, op datum van 15 september 2020;

Gelet op het protocol nr. 63 van het onderhandelingscomité van de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de Rechterlijke Orde, afgesloten op 15 september 2020;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de rechtszekerheid voor de personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, dient te worden beveiligd door zonder uitstel de regeling voor deze personeelsleden in overeenstemming te brengen met de wet van 12 juni 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/06/2020 pub. 18/06/2020 numac 2020202682 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust sluiten tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en de in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust met het oog op gelijke behandeling van alle vrouwelijke personeelsleden voor wat betreft de toekenning van de moederschapsrust;

Eveneens overwegende dat de berekeningswijze van het recht op moederschapsrust werd aangepast met ingang van 1 maart 2020 en dat bijgevolg de administratieve toestand dient te worden geregeld van de personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan die sinds die datum op moederschapsrust aanspraak kunnen maken;

Gelet op advies nr. 68.052/1 van de Raad van State, gegeven op 24 september 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 22 van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 juli 2006 en van 31 juli 2009, wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 2.Artikel 23 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 juli 2006 en van 31 juli 2009, wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 25 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/07/2009 pub. 19/08/2009 numac 2009009580 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan en houdende wijzigingen van diverse bepalingen betreffende de controle van afwezigheden wegens ziekte van de personeelsleden sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het tweede lid, wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt : "5° de afwezigheden wegens ziekte;"; b) het tweede lid wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende: "6° de volledige werkverwijdering bedoeld in artikel 28;"; c) het derde lid wordt opgeheven;d) in het vierde lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "en het derde " opgeheven.

Art. 4.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden de woorden "De artikelen 21 tot 23" vervangen door de woorden "De artikelen 21 en 22".

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020.

Het recht op de verlenging van de periode van arbeidsonderbreking na de negende week met een bijkomende week overeenkomstig artikel 25, derde lid, van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, zoals bepaald vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijft van toepassing op het vrouwelijk personeelslid die, op grond van artikel 25, tweede lid, 5°, van het koninklijk besluit van 16 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/03/2001 pub. 03/04/2001 numac 2001009191 bron ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan sluiten betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan zoals bepaald na de inwerkingtreding van dit besluit, niet kan genieten van de verlenging van de postnatale rust, met meer dan vier weken, of meer dan zes weken in geval van de geboorte van een meerling.

Art. 6.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

^