27 OKTOBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de modaliteiten van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bewakingsdiensten" (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de let van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten, betreffende de modaliteiten van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bewakingsdiensten".

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2008 Modaliteiten van het sectorale reservefonds bestemd voor het sectoraal pensioenplan georganiseerd door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bewakingsdiensten" (Overeenkomst geregistreerd op 26 januari 2009 onder het nummer 90421/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van bedrijven die binnen het Paritair Comité voor de bewakings- en/of toezichtsdiensten vallen.

Met "werknemers" worden zowel arbeiders als bedienden, ongeacht hun geslacht, bedoeld. HOOFDSTUK II. - Doel en modaliteiten

Art. 2.De bijdragen die voor het sectorale reservefonds worden geheven, zijn uitsluitend bedoeld voor het opstellen, organiseren en onderhouden van een sectoraal pensioenplan (tweede pensioenpijler) dat ten vroegste op 1 januari 2010 van kracht moet zijn.

Art. 3.Conform artikel 1 van zijn statuten (collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 2003 - koninklijk besluit van 7 april 2005) is het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bewakingsdiensten" (hierna het fonds genoemd), dat wordt aangeduid, de inrichter van het sectorale pensioenplan, belast met het innen en beheren van de bijdragen voor het sectorale reservefonds

Art. 4.Voor de periode van 1 januari 2009 tot 31 december 2009 bestaat het sectorale reservefonds uit de volgende werkgeversbijdragen : 0,25 pct. van de brutojaarwedde waarop inhoudingen voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden verricht en volgens onderstaande formule : * Voor de bedienden : gewoon (vast en variabel) basisloon X 13/12. * Voor de arbeiders : gewoon loon RSZ tot 108 pct. X 13/12.

Met uitzondering van buitengewone lonen, verbrekingsvergoedingen en vakantiegeld.

Art. 5.De werkgevers bedoeld in artikel 1 moeten werkgeversbijdragen betalen die speciaal voor het sectorale reservefonds bestemd zijn.

Deze bijdragen moeten rechtstreeks aan het fonds worden gestort.

Krachtens artikel 6, § 1 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid moeten de werkgevers maandelijkse aanbetalingen doen. HOOFDSTUK III. - Ontbinding, liquidatie

Art. 6.In geval het sectorale pensioenplan wordt ingetrokken, wordt het sectorale reservefonds geheel noch gedeeltelijk aan de inrichter of aan de werkgevers teruggestort. Het wordt verdeeld tussen de personen die actief bij het pensioenplan zijn aangesloten, met uitzondering van renteniers, afhankelijk van de reserves op de individuele rekeningen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december 2009 (of 4 multifunctionele aangiftes (DMFA).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET