gepubliceerd op 16 november 2006
Koninklijk besluit dat het pensioenstelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
27 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit dat het pensioenstelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 toepasselijk maakt op de personeelsleden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 juni 1985 en 5 juli 1990;
Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 van de Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende oprichting van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 1 juni 2006 waarbij de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gemachtigd om deel te nemen aan de pensioenregeling ingesteld door de wet van 28 april 1958;
Overwegende dat om evidente redenen van rechtszekerheid de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onmiddellijk de toelating moet krijgen om deel te nemen aan het pensioenstelsel dat ingesteld is door de wet van 28 april 1958 met uitwerking vanaf de datum van de indeling bij de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van het personeel afkomstig van de Gewestelijke Economische Raad voor Brabant;
Op voorstel van Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het pensioenstelsel dat ingesteld is door de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden, is toepasselijk op de personeelsleden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de dag van de inwerkingtreding van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering waarbij het personeel, afkomstig van de Gewestelijke Economische Raad voor Brabant, ingedeeld wordt bij de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 3.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 october 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK