Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 1999
gepubliceerd op 28 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van sommige bemanningsleden die slachtoffers zijn geweest van stakingen tijdens de maand november 1996 in Frankrijk en in Denemarken

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012743
pub.
28/12/1999
prom.
27/10/1999
ELI
eli/besluit/1999/10/27/1999012743/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van sommige bemanningsleden die slachtoffers zijn geweest van stakingen tijdens de maand november 1996 in Frankrijk en in Denemarken (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van sommige bemanningsleden die slachtoffers zijn geweest van stakingen tijdens de maand november 1996 in Frankrijk en in Denemarken.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996 Toestand van sommige bemanningsleden die slachtoffers zijn geweest van stakingen tijdens de maand november 1996 in Frankrijk en in Denemarken (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 1997 onder het nummer 46484/CO/140.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden behorend tot de categorie van de bemanningsleden van de ondernemingen van goederenvervoer over de weg voor rekening van derden, met uitzondering van de verhuisondernemingen en van de taxi- en taxibestelwagenbedrijven, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer.

Onder werklieden, wordt bedoeld de werkers en werksters. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving

Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst bedoeld men onder : 1° "werkloosheid tengevolge van stakingen" : het feit dat het personeelslid behorend tot de categorie van het rijdend personeel het aangevat werk niet kan voortzetten of het werk niet kan aanvatten;2° "staking" : de sociale actie gevoerd door Franse of Deense chauffeurs en die een aanvang heeft genomen in de maand november 1996;3° "werkloosheidsdag" : alle dagen van de week;4° "Sociaal Fonds" : het "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen". HOOFDSTUK III Bemanningsleden die niet uit België konden vertrekken

Art. 3.Dit hoofdstuk is van toepassing op de bemanningsleden die de werkgever niet heeft laten of doen vertrekken gezien de stakingen bedoeld in artikel 2, 2°.

Art. 4.Indien de werkman te veel gepresteerde uren moet inhalen, per volledige schijf van 8 uren in te halen, betaalt de werkgever het loon met betrekking tot een arbeidsdag.

Art. 5.Voor de overige niet gepresteerde dagen tengevolge de stakingen bedoelde in deze overeenkomst betaalt de werkgever, namens het Sociaal Fonds een voorschot op werkloosheidsuitkeringen.

Art. 6.De modaliteiten met betrekking tot het voorschot op werkloosheidsuitkeringen zijn geregeld door hoofdstukV van deze overeenkomst. HOOFDSTUK IV Toestand van de bemanningsleden die in het buitenland geblokkeerd werden

Art. 7.Dit hoofdstuk is van toepassing op de bemanningsleden die in het buitenland werden geblokkeerd ten gevolge de in artikel 2, 2° bedoelde stakingen op voorwaarde dat de werkgever hen niet heeft laten of doen vertrekken vanaf : * dinsdag 26 november 1996 vanaf 12 uur naar Frankrijk; * vrijdag 29 november 1996 vanaf 0 uur naar Denemarken.

Art. 8.De toestand van de bemanningsleden die uit het toepassingsgebied van dit hoofdstuk zijn gesloten is geregeld door een specifieke overeenkomst gesloten op 20 december 1996.

Art. 9.Ten aanzien van de bemanningsleden die tengevolge de stakingen in Frankrijk geblokkeerd is de werkgever er toe gehouden het loon met betrekking tot de arbeidsuren en tot de overbruggingsuren voor de volgende dagen : 1° de eerste dag van de blokkade;2° 2 december 1996 op voorwaarde dat het bemanningslid geblokkeerd werd tot minstens 2 december 1996 om 0 uur. Ten aanzien van de bemanningsleden die tengevolge de stakingen in Denemarken geblokkeerd zijn, is de werkgever er toe gehouden het loon met betrekking tot de arbeidsuren en tot de overbruggingsuren voor de volgende dagen : 1° de eerste dag van de blokkade;2° 30 november op voorwaarde dat het bemanningslid geblokkeerd werd tot minstens 30 november 1996 om 0 uur.

Art. 11.Met betrekking tot de bezoldigde dagen krachtens de bepalingen van artikel 9 of 10 betaalt de werkgever bovendien de vergoedingen voorzien in artikel 3, 3.1 en 3.3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 betreffende de verblijfs- en verfrissingsvergoedingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1985).

Art. 12.Indien het bemanningslid geblokkeerd werd gedurende andere dagen dan deze bedoeld ofwel in artikel 9 ofwel in artikel 10 en indien hij te veel gepresteerde uren moet inhalen, per volledige schijf van 8 uren in te halen, betaalt de werkgever het loon voorzien ingeval van vast verblijf in het buitenland.

Met betrekking tot de dagen bezoldigd krachtens de bepalingen van dit artikel betaalt de werkgever bovendien de vergoedingen voorzien in artikel 3, 3.1 en 3.3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 betreffende de verblijfs- en verfrissingsvergoedingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1985).

Art. 13.Voor de dagen van blokkade die niet beloond zijn bij toepassing van de artikelen 9, 10 of 12 betaalt de werkgever aan het bemanningslid : 1° de vergoedingen voorzien in artikel 3, 3.1 en 3.3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 betreffende de verblijfs- en verfrissingsvergoedingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1985); 2° namens het sociaal fonds, een voorschot op werkloosheidsuitkeringen dat door de bepalingen van hoofdstuk V geregeld is.

Art. 14.Voor de in artikel 13 bedoelde dagen, zondag inbegrepen, heeft de werkman recht op een aanvullende werkloosheidsuitkering van 750 F per dag.

De werkgever houdt een voorheffing van 11 pct. in op het in toepassing van het bij vorig lid verschuldigd bedrag.

Het sociaal fonds geeft de aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de administratie van de belastingen aan en stort aan deze administratie de voorheffing.

De aanvullende werkloosheidsvergoeding is door de werkgever voorgeschoten die er de terugbetaling van krijgt van het sociaal fonds op basis van de documenten bedoeld in artikel 16 van deze overeenkomst. HOOFDSTUK V. - Voorschot op werkloosheidsuitkeringen

Art. 15.De werkgever stort aan de in de artikelen 6 en 13 bedoelde bemanningsleden een voorschot op werkloosheidsuitkeringen aan de voorwaarden en volgens de modaliteiten vastgesteld in dit hoofdstuk.

Art. 16.Om van het voorschot op werkloosheidsuitkeringen te genieten, moet het bemanningslid aan zijn werkgever de volgende documenten overhandigen : 1° een attest van zijn uitbetalingsorganisme van werkloosheidsuitkeringen met de vermelding van de dagelijkse vergoeding waarop hij recht heeft op voorwaarde dat het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening de vergoedbaarheid van de werkloosheid tengevolge de stakingen bedoeld in deze overeenkomst toekent;2° een door hem getekende erkenning van voorschot op werkloosheidsuitkeringen ten gunste van het sociaal fonds;dit document moet overeenstemmen met dit opgenomen in bijlage aan de overeenkomst.

Art. 17.Voor de dagen die niet beloond moeten zijn in uitvoering van deze overeenkomst, met uitzondering van de zondagen, betaalt de werkgever een voorschot gelijk aan 89 pct. van het bedrag bepaald als volgt : 1° het dagelijks bedrag vermeld op het in artikel 16, 1° bedoelde attest vermenigvuldigd met het aantal werkloosheidsdagen tengevolge staking;2° indien het attest vermeldt dat de betrokken arbeider geen recht heeft op werkloosheidsuitkeringen omdat hij aan de stagevoorwaarden niet beantwoordt, het dagelijks bedrag bepaald overeenkomstig artikel 18 vermenigvuldigd met het aantal werkloosheidsdagen ten gevolge staking;3° indien het attest vermeldt dat de arbeider geen recht heeft op werkloosheidsuitkeringen ten gevolge een uitsluiting of een schorsing, het dagelijks bedrag bepaald overeenkomstig artikel 18 vermenigvuldigd met het aantal werkloosheidsdagen ten gevolge staking.

Art. 18.In de in artikel 17, 2° en 3° bedoelde gevallentoestanden, is het in aanmerking te nemen dagelijkse bedrag gelijk aan 60 pct. van het loon met betrekking op een betaalde feestdag.

Het dagelijks bedrag is begrensd op 1 315 F.

Art. 19.De werkgever stuurt naar het sociaal fonds de documenten bedoeld in artikel 16 alsook het bewijs van storting van het voorschot op werkloosheidsuitkeringen en van de aanvullende werkloosheidsvergoeding betaald in toepassing van artikel 14. HOOFDSTUK VI. - Rol van het sociaal fonds

Art. 20.Het sociaal fonds betaalt aan de werkgever terug : 1° de in toepassing van deze overeenkomst betaalde aanvullende werkloosheidsuitkeringen;2° het voorschot op werkloosheidsuitkeringen;

Art. 21.De in artikel 20, 1° bedoelde terugbetaling geschiedt zodra het beheerscomité van het sociaal fonds vaststelt dat het dossier volledig is.

Art. 22.De in artikel 20, 2° bedoelde terugbetaling geschiedt nadat het sociaal fonds vanwege de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening of van het uitbetalingsorganisme van de werkloosheidsuitkeringen het bedrag ontvangen heeft dat met het voorschot overeenstemt.

Art. 23.In afwijking op de bepalingen van artikel 22 betaalt het sociaal fonds het voorschot op werkloosheidsuitkeringen met betrekking tot de werklieden bedoeld in artikel 17, 2° en 3° zodra het het bewijs gekregen heeft dat de werkman aande voorwaarden bepaald in het voornoemd artikel, beantwoordt.

Art. 24.Het sociaal fonds is belast met : 1° het versturen naar de gewestelijke werkloosheidsbureaus van de erkenningen van ontvangst van voorschotten getekend door de arbeiders;2° de storting van de bedrijfsvoorheffing met betrekking tot de aanvullende werkloosheidsuitkeringen en tot de voorschotten bedoeld in artikel 23;3° de aangifte van de bedragen voor dewelke het fonds de bedrijfsvoorheffing betaald heeft.

Art. 25.Het beheerscomité van het sociaal fonds is belast met het bepalen van alle maatregelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Eindejaarspremie

Art. 26.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkloosheidsdagen ten gevolge staking worden in aanmerking genomen voor de berekening van de eindejaarspremie 1997.

Art. 27.Voor iedere in artikel 26 bedoelde dag wordt het loon dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de eindejaarspremie bepaald overeenkomstig de bepalingen met betrekking tot het loon van de gelijkgestelde dagen in het kader van de wetgeving "jaarlijkse vakantie". HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur

Art. 28.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 18 november 1996 en houdt op van kracht te zijn op 2 december 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996 betreffende de toestand van sommige bemanningsleden die slachtoffer zijn geweest van stakingen tijdens de maand november 1996 in Frankrijk en in Denemarken.

ERKENNING VAN ONTVANGST VAN VOORSCHOT OP WERKLOOSHEIDSUITKERINGEN Ik, ondergetekende, (naam en voornaam) Rijksregisternummer Straat en nummer Gemeente erken bij deze een voorschot op werkloosheidsuitkeringen vanwege het Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen te hebben ontvangen ten bedrage van........................F. (bedrag in letters) Het voorschot werd mij toegekend ten gevolge de werkloosheid waarvan ik slachtoffer ben geweest ingevolge de staking in Frankrijk en in Denemarken.

Ik geef toelating aan de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening en aan mijn uitbetalingsorganisme van werkloosheidsuitkeringen dit bedrag aan het voornoemd sociaal fonds rechtstreeks terug te betalen.

Gedaan te......................, op............................

Handtekening, Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^