Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 1999
gepubliceerd op 01 januari 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot toekenning van een eindejaarstoelage

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012739
pub.
01/01/2000
prom.
27/10/1999
ELI
eli/besluit/1999/10/27/1999012739/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot toekenning van een eindejaarstoelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot toekenning van een eindejaarstoelage.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 1997 Toekenning van een eindejaarstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 1998 onder het nummer 47071/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de door Kind en Gezin betoelaagde crèches, peutertuinen en diensten voor opvanggezinnen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder werknemers wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.

Art. 2.§ 1. De in artikel 1 bedoelde werknemers ontvangen ten laste van hun werkgever een eindejaarstoelage bestaande uit een forfaitair deel ten bedrage van 9 398 F en uit een veranderlijk deel dat 2,5 pct. bedraagt van de jaarlijkse brutobezoldiging. § 2. Het bedrag van 9 398 F stemt overeen met het forfaitair deel dat zou verschuldigd zijn met betrekking tot het uitbetalingsjaar 1993.

Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast met het quotiënt van de deling van het indexcijfer der consumptieprijzen van oktober van het uitbetalingsjaar door het indexcijfer der consumptieprijzen van oktober van het vorig jaar. Dit quotiënt wordt berekend tot op vier decimalen. § 3. Onder "jaarlijkse brutobezoldiging" dient te worden verstaan : het met twaalf vermenigvuldigde geïndexeerde brutoloon van de maand oktober van het uitbetalingsjaar, desgevallend vermeerderd met de overeenstemmende haard- of standplaatstoelage, dat aan de werknemer verschuldigd is of zou geweest zijn indien deze gedurende de gehele maand voltijdse arbeidsprestaties had verricht.

Het brutoloon is het ingeschaalde salaris. § 4. In geval van uitdiensttreding vóór de maand oktober, worden bovenvermelde berekeningen gemaakt op basis van : a) het forfaitair gedeelte : het bedrag toepasselijk voor het vorige uitbetalingsjaar;b) het veranderlijk gedeelte : het met twaalf vermenigvuldigde geïndexeerde brutoloon voor de maand gedurende dewelke de werknemer het laatst in dienst was, desgevallend vermeerderd met de overeenstemmende haard- of standplaatstoelage, dat aan de werknemer verschuldigd is of zou geweest zijn indien deze gedurende de gehele vermelde maand voltijdse arbeidsprestaties had verricht. § 5. Het uitbetalingsjaar is het jaar waarin de referentieperiode valt. De referentieperiode is de periode gaande van 1 januari tot 30 september daaropvolgend.

Art. 3.§ 1. Elke gehele maand voltijdse werkelijke arbeidsprestaties of daarmede gelijkgesteld gedurende de referentieperiode geeft recht op één negende van het gehele bedrag van de eindejaarstoelage.

De gelijkgestelde arbeidsprestaties en de duur van de gelijkstelling zijn deze bedoeld in de artikelen 16, 41 en 43 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 betreffende de jaarlijkse vakantie. § 2. Indien de werknemer deeltijdse arbeidsprestaties of daarmede gelijkgesteld verricht heeft tijdens de referentieperiode, dan wordt het gehele bedrag van de eindejaarstoelage toegekend naar rata van de gemiddelde tewerkstellingstijd, berekend over de gehele referentieperiode. Voor de berekening van de gemiddelde tewerkstellingstijd wordt enkel rekening gehouden met de gehele maanden werkelijke arbeidsprestaties of daarmee gelijkgesteld.

Art. 4.De eindejaarstoelage wordt betaald op het einde van de maand december. De werknemer wiens arbeidsovereenkomst geschorst is, ontvangt de eindejaarstoelage op hetzelfde ogenblik als de andere werknemers.

De werknemer wiens arbeidsovereenkomst een einde neemt, ontvangt desgevallend de eindejaarstoelage op het einde van de laatste maand dat hij in dienst was.

Art. 5.De eindejaarstoelage is niet verschuldigd aan de om dringende reden ontslagen werknemers.

Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die reeds een eindejaarstoelage genieten welke tenminste gelijkwaardig is. § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1 van dit artikel, vervangt de in artikel 2 bedoelde eindejaarstoelage alle andere toelagen welke tot op heden als eindejaarstoelage of eindejaarspremie zijn toegekend.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en treedt in werking op 1 januari 1997. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1988 tot toekenning van een eindejaarstoelage voor het jaar 1988 en de volgende jaren, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1988 (Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1988).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de ondertekende partijen, mits opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 oktober 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^