Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 november 2001
gepubliceerd op 28 februari 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013161
pub.
28/02/2002
prom.
27/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/27/2001013161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2000 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 8 mei 2000 onder het nummer 54842/CO/323) TITEL I. - Oprichting

Artikel 1.Het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen sluit, bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een collectieve arbeidsovereenkomst tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen ressorteren.

Onder "werknemers" worden verstaan de bedienden en de werknemers en werkneemsters.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2000 en is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen.

TITEL II. - Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Met ingang van 1 januari 2000 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht genoemd : "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de huisbewaarders".

Art. 5.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 9051 Gent, Derbystraat 241 - bloc B. Hij kan bij beslissing van het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen verplaatst worden. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 6.Het fonds heeft tot doel het bevorderen en de financiering van tewerkstellings- en/of opleidingsinitiatieven, ten behoeve van werknemers die zijn of kunnen aangeworven worden in de sector. Het fonds heeft inzonderheid als taak de daartoe door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geinde bijdragen te ontvangen, te beheren en toe te wijzen voor de doeleinden waarvoor ze bestemd zijn. HOOFDSTUK III. - Toepassingsgebied

Art. 7.Deze statuten zijn van toepassing op : a) de werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen, hierna het paritair comité genoemd;b) de werknemers, tewerkgesteld door de sub a) bedoelde werkgevers. HOOFDSTUK IV. - Bestuur

Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een raad van bestuur, paritair samengesteld uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers.

Deze raad bestaat uit zes effectieve en zes plaatsvervangende leden, hetzij drie effectieve en drie plaatsvervangende werkgeversafgevaardigden en drie effectieve en drie plaatsvervangende werknemersafgevaardigden.

De leden van de raad van bestuur worden aangeduid door het paritair comité onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité.

Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het paritair comité. In dat geval, worden zij voor voleindiging van het mandaat vervangen door een lid van het paritair comité, behorend tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde nam.

Art. 9.Om de drie jaar, duidt de raad van bestuur in haar midden, een voorzitter en een ondervoorzitter aan. Deze zijn herkiesbaar. Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefent de ondervoorzitter zijn functies uit.

Art. 10.De raad van bestuur vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is ertoe gehouden de raad minstens éénmaal per jaar bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad van bestuur erom verzoeken. De oproepingen vermelden de agenda. De verslagen worden opgemaakt door de secretaris, aangeduid door de raad van bestuur, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee bestuurders.

De beslissingen worden genomen met eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden.

De stemming is geldig wanneer ten minste vier leden aanwezig zijn waarvan de helft van de leden die de werkgevers vertegenwoordigen en de helft van de leden die de werknemers vertegenwoordigen aanwezig zijn en op voorwaarde dat het ter stemming gebracht punt duidelijk vermeld werd op de agenda van de bijeenkomst van de vergadering.

Art. 11.De raad van bestuur heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen welke nodig blijken voor zijn goede werking. Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheer en het besturen van het fonds.

De raad van bestuur treedt in rechte op in naam van het fonds op vervolging en benaarstiging van de voorzitter of van de beheerder daartoe afgevaardigd.

Voor al de andere akten dan die waarvoor de raad bijzondere opdrachten werden gegeven, volstaat, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd weze tegenover derden, de gezamelijke handtekening van twee beheerders, één van iedere groep, zonder dat deze beheerders van enige beraadslaging of machtiging moeten laten blijken.

De bestuurders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 12.De inkomsten van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de in artikel 7, a) bedoelde werkgevers.

Art. 13.De bijdrage van de werkgevers wordt vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 14.De bijdragen worden geind en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en worden aan de sector gestort op de rekening 290-0508293-34.

Art. 15.De werkingskosten van het fonds worden elk jaar vastgesteld door de raad van bestuur genoemd in artikel 8. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen

Art. 16.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 17.Elk jaar, op 31 december worden de balans en de rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten.

De balans en de rekeningen moeten op gebied van boekhouding duidelijk omschreven zijn. HOOFDSTUK VII. - Toezicht

Art. 18.De raad van bestuur, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het paritair comité aangewezen revisor of accountant brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

De balans, samen met hogerbedoelde schriftelijke jaarlijkse verslagen dienen uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring aan het paritair comité voorgelegd te worden. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 19.De ontbinding van het fonds wordt uitgesproken door het Paritair Comité voor de huisbewaarders van flatgebouwen. Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na aanzuivering van het passief en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming welke in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.

Het paritair comité duidt de in artikel 8 bedoelde leden van de raad van bestuur aan als vereffenaars.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^