gepubliceerd op 06 december 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de effectenbeursvennootschap van Brussel
27 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de effectenbeursvennootschap van Brussel
VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. De toenemende concurrentie tussen de markten die, met name, het gevolg is van de omschakeling naar de euro en de gewijzigde omvang van de Europese financiële markten, plaatst het Brusselse financieel centrum voor aanzienlijke uitdagingen en heeft geleid tot het concept van de oprichting van de « Trading Facility » markt, teneinde financiële instrumenten te kunnen verhandelen die reeds opgenomen of toegelaten zijn tot de verhandeling op andere regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markten, aangevraagd door een marktlid van de Effectenbeursvennootschap van Brussel.Deze financiële instrumenten zullen op deze manier kunnen genieten van de volledige of gedeeltelijke vrijstelling van prospectus door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 31 oktober 1991 over de prospectus dat moet worden gepubliceerd bij de openbare uitgifte van effecten en waarden.
Het gaat hier natuurlijk niet over de oprichting van een « andere » markt in de zin van de artikelen 30 en volgende van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs, maar, in navolging van de tijdens de oprichting van de markt « EuroNM » gevolgde procedure, over het installeren van een markt binnen het algemeen kader van de activiteiten van de effectenbeurs van Brussel en meer bepaald ingevolge het artikel 14, 1° van voormelde wet van 6 april 1995.
De oprichting van deze markt draagt bij tot de bevordering van het financieel centrum van Brussel en zal toelaten, in navolging van de beurzen van London (SEAQ International), Berlijn en de Easdaq, financiële instrumenten te verhandelen die naar de mening van de marktautoriteit voldoende internationale bekendheid genieten.
Het is niet de bedoeling van BXS om deze mogelijkheid open te stellen voor de financiële instrumenten die al genoteerd zijn op één van de Euronextmarkten.
Deze « Trading Facility » markt zal order gedreven zijn en zal bijgevolg volledige garantie inzake transparante prijsvorming bieden.
Zij zal functioneren volgens het systeem van continue notering en de liquiditeit ervan zal door arbitrage met de plaats van oorsprong gegarandeerd worden. 2. Het besluit dat heden aan Uwe Majesteit ter ondertekening wordt voorgelegd heeft tot doel U de inrichting van deze markt door de E.B.V.B. voor te stellen, alsook haar regels van toelating, werking en organisatie. 3. Artikel 1 heeft tot doel deze markt op te nemen in de lijst van markten die deel uitmaken van de notering van de E.B.V.B.-markten. Zij zal eveneens op de lijst van de gereglementeerde markten moeten toegevoegd worden overeenkomstig artikel 1, § 3 van de wet van 6 april 1995. 4. Artikel 2 van het koninklijk besluit definieert deze « Trading Facilitymarkt ». 5. In artikel 3 van het koninklijk besluit wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd in het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel d.d. 16 februari 1996, dat de toelatingsprocedure van de financiële instrumenten op deze markt en verplichtingen voor de aanvragers reglementeert.
Artikel 172 van bovenvermeld beursreglement behandelt de toelatingsvoorwaarden tot de « trading facility » markt, waarvan de belangrijkste zijn : het bestaan van een ontheffing van een prospectus, de aanwezigheid van een specialist die de liquiditeit van het effect verzekert, een voorzienbare beurskapitalisatie van 100 miljoen euro, de aanwezigheid in België van een financiële dienst en de mogelijkheid het financieel instrument door één van de door de EBVB aangeduide afwikkelingsorganismen te laten afwikkelen.
Wat de bij de toetredingsaanvraag toe te voegen documenten betreft, naast de in artikel 176 van het beursreglement vermelde, wordt stilzwijgend aangenomen dat diegene die het lid moet verstrekken overeenkomstig artikel 10, alinea 2, 3° van het koninklijk besluit van 31 oktober 1991 aangaande de prospectus dat bij openbare uitgifte van effecten en waarden, zich reeds in het bezit van de marktautoriteit van de EBVB bevinden.
Tenslotte, wat de verplichtingen van de leden betreft, leek het essentieel hun de informatieverplichting op te leggen die overeenstemt met degene die reeds geldt op de buitenlandse markt van oorsprong, overeenkomstig artikel 10, alinea 2, 3°, e) van het voornoemd koninklijk besluit van 31 oktober 1991.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS
27 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de effectenbeursvennootschap van Brussel ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, zoals gewijzigd bij de wetten van 30 januari 1996 en van 10 maart 1999, inzonderheid op de artikelen 3, 10, 14 tot 21bis;
Gelet op het voorstel van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;
Gelet op het advies van de marktautoriteit van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;
Gelet op het advies van de tuchtcommissie van de markt van de Effectenbeursvennootschap van Brussel;
Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de uiterste hoogdringendheid;
Overwegende dat op de « Trading Facility »-markt financiële instrumenten tot de verhandeling worden toegelaten, die reeds zijn opgenomen of toegelaten tot de verhandeling op een regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt en hierdoor door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen volledig of gedeeltelijk kunnen worden vrijgesteld van de publicatie van de prospectus, overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 31 oktober 1991 over de prospectus dat moet worden gepubliceerd bij openbare uitgifte van effecten en waarden;
Overwegende dat de oprichting van deze markt bijdraagt tot de bevordering van het Brusselse financiële centrum dat op die manier vlug het hoofd kan bieden aan de groeiende concurrentie met andere markten; dat daarom de inrichting en de werkingsregels ervan onverwijld moeten worden vastgelegd.
Op de voordracht van onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt
Artikel 1.In artikel 91 van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de effectenbeursvennootschap van Brussel worden de woorden « d) de « Trading Facility »- markt » toegevoegd na de woorden « c) de Nieuwe Markt ».
Art. 2.Een artikel 97ter, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel : «
Art. 97ter.De « Trading Facility »-markt is een gereglementeerde markt die geen officiële notering is en waarop op aanvraag van een lid van de Effectenbeursvennootschap van Brussel, overeenkomstig hoofdstuk X van dit reglement, financiële instrumenten tot de verhandeling worden toegelaten die reeds toegelaten zijn tot de verhandeling op een regelmatig werkende, erkende en voor het publiek toegankelijke markt ».
Art. 3.Een hoofdstuk X met de artikelen 171 tot 178, luidend als volgt, wordt ingevoegd in het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het beursreglement van de effectenbeursvennootschap van Brussel : « HOOFDSTUK X. Toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt Afdeling 1. - Toepassingsgebied van dit hoofdstuk
Art. 171.Dit hoofdstuk is van toepassing op de financiële instrumenten waarvoor de toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt zoals bepaald in artikel 97ter van huidig reglement is aangevraagd.
Het is echter niet van toepassing op de financiële instrumenten die zijn opgenomen op de eerste, de tweede en nieuwe markten of die worden verhandeld op de Openbare Veilingen, noch op deze die beoogd worden in artikel 22, lid 1 van de wet van 6 april 1995, noch, tenslotte, op deze waarvoor de wettelijke of reglementaire voorschriften uitsluitend de opneming of de toelating tot de verhandeling op een bijzondere markt voorbehouden. Afdeling 2. - Toelatingsvoorwaarden tot de verhandeling op de «
Trading Facility »-markt
Art. 172.Alle in artikel 171 van dit reglement beoogde financiële instrumenten kunnen worden toegelaten tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt, indien aan volgende voorwaarden is voldaan : 1. Al naargelang het geval over een volledige of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het publiceren van één prospectus beschikken overeenkomstig artikel 10 van het koninklijk besluit van 31 oktober 1991 over de prospectus dat moet worden gepubliceerd bij openbare uitgifte van effecten en waarden;2. De marktautoriteit heeft de zekerheid dat minstens een specialist zoals gedefinieerd in artikel 1, 21° van het ministerieel besluit van 16 april 1996 tot goedkeuring van het marktreglement van de Beurs van Brussel instaat voor de afwikkeling van de tot de verhandeling toegelaten financiële instrumenten op de « Trading Facility »-markt;3. De verwachte beurskapitalisatie van de tot de verhandeling toegelaten financiële instrumenten op de « Trading Facility »-markt moet minstens 100 miljoen euro bedragen;4. Indien het verzoek om toelating tot verhandeling op de « Trading Facility »- markt betrekking heeft op een financieel instrument dat verwijst naar een index of een indexkorf, dan moet deze index of indexkorf eerst erkend zijn door de marktautoriteit op basis van objectieve criteria.Deze criteria en de op basis van deze criteria genomen beslissingen worden bekendgemaakt door de marktautoriteit op elke wijze die ze gepast acht; 5. De marktautoriteit heeft de zekerheid dat de houders van financiële instrumenten hun financiële rechten kunnen uitoefenen bij een of meer instellingen die de financiële dienst verzorgen en aanwezig zijn in België;6. De transacties in financiële instrumenten waarvoor de toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt is aangevraagd, moeten kunnen worden afgewikkeld door één van de door de Effectenbeursvennootschap van Brussel aangeduide afwikkelingsorganen;7. De toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt heeft betrekking op alle financiële instrumenten van een zelfde categorie of een zelfde uitgifte, toegelaten tot de verhandeling of opgenomen op een andere markt, waarop de in punt 1 van dit artikel beoogde vrijstelling betrekking heeft. Afdeling 3. - Afwijkingen en bijkomende opnemingsvoorwaarden op de
Trading Facility-markt
Art. 173.Voor bepaalde financiële instrumenten kan de marktautoriteit afwijken van de in de punten 2 tot 7 van dit artikel 172 bedoelde voorwaarden, voorzover haar beslissingen algemeen van toepassing zijn.
De door de marktautoriteit toegelaten afwijkingen worden met redenen omkleed en openbaar gemaakt op elke wijze die ze gepast acht.
Art. 174.In het uitsluitend belang van de goede werking van de markt of met het oog op de bescherming van het spaarwezen, kan de marktautoriteit de toelating tot de verhandeling van een bepaald financieel instrument doen afhangen van een bijzondere voorwaarde. Ze brengt het lid die om de opneming verzoekt hiervan schriftelijk op de hoogte alsook, in voorkomend geval, de vennootschap waarvan de financiële instrumenten het onderwerp uitmaken van de aanvraag of de beheersvennootschap van het gemeenschappelijk beleggingsfonds waarvan de aandelen het onderwerp uitmaken van de aanvraag. Afdeling 4. - De opnemingsprocedure op de « Trading Facility »-markt
Onderafdeling 1. - Indiening van het verzoek om toelating en beslissing van de marktautoriteit
Art. 175.Onder voorbehoud van wat volgt, zijn de artikelen 107 en 109 tot 112 van dit reglement van toepassing op elk verzoek om toelating tot de verhandeling van financiële instrumenten op de « Trading Facility »-markt.
De leden die het verzoek indienen, voegen bij hun aanvraag de documenten als beoogd in artikel 176 van dit reglement.
Onderafdeling 2 - Toe te voegen documenten aan het verzoek om toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt
Art. 176.Bij het verzoek om toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility »-markt moeten volgende documenten worden gevoegd : 1. het bewijs van de volledige of gedeeltelijke vrijstelling van publicatie van de prospectus, afgeleverd door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen;2. de verbintenis van minstens één specialist om in te staan voor de afwikkeling van het tot de verhandeling toegelaten financiële instrument, overeenkomstig het marktreglement;3. het bewijs dat de beurskapitalisatie van 100 miljoen euro bereikt is;4. in voorkomend geval, het verzoek om erkenning van de index of indexkorf door de marktautoriteit;5. het bewijs van de financiële instelling(en) waar de houders van financiële instrumenten hun financiële rechten kunnen uitoefenen;6. de bevestiging dat de transacties in financiële instrumenten waarvoor de toelating tot de verhandeling op de « Trading Facility « -markt is aangevraagd, zullen worden afgewikkeld door een van de door BXS aangeduide afwikkelingsorganen. Afdeling 5. - Verplichtingen van de leden die om de toelating van een
financieel instrument op de « Trading Facility »-markt verzoeken
Art. 177.Het lid dat om de toelating tot de verhandeling van een financieel instrument op de Trading Facility -markt verzoekt, moet de verbintenis aangaan : 1. om overeenkomstig de regels van de markt, te waken over de verspreiding van de occasionele of periodieke informatie die openbaar wordt gemaakt door de uitgevende instelling van de financiële instrumenten;2. de door de raad van bestuur vastgestelde bijdrage te betalen, die aan de Effectenbeursvennootschap van Brussel vereffend moet worden binnen de twee maanden na de beslissing tot toelating. Afdeling 6. - Inrichtings- en werkingsregels van de « Trading Facility
»-markt
Art. 178.De inrichtings- en werkingsregels van de « Trading Facility »-markt worden vastgelegd in de artikelen 154 en 155 van het voornoemd marktreglement van de Beurs van Brussel. Afdeling 7 - Schorsing en schrapping van financiële instrumenten op de
« Trading Facility »-markt
Art. 179.De artikelen 121 tot 127 van dit reglement zijn van toepassing op de « Trading Facility »-markt. » HOOFDSTUK II. - Diverse bepalingen
Art. 4.De artikelen 171, 172 en 173 van het koninklijk besluit van 16 februari 1996 tot vaststelling van het reglement van de Effectenbeursvennootschap van Brussel, worden respectievelijk de artikelen 180, 181 en 182.
Art. 5.Dit koninklijk besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 november 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën D. REYNDERS