gepubliceerd op 19 juni 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen
27 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 23, § 2, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999, 22 augustus 2002, 13 juli 2006 en 23 december 2009 en bij het koninklijk besluit van 25 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen;
Gelet op het advies van het College van Geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 21 december 2011;
Gelet op het advies van de Raad voor Advies inzake Revalidatie, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 10 mei 2012;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 12 december 2012;
Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 17 december 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 maart 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 4 april 2014;
Gelet op het advies 56.048/2 van de Raad van State, gegeven op 7 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en de prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, wordt punt C, eerste streepje van hoofdstuk V (getiteld "Verstrekkingen inzake educatie van diabetespatiënten" ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 2010) vervangen door de volgende bepalingen : " - De verstrekkingen worden verleend bij de rechthebbende thuis of in de praktijkkamer van de huisarts of in de praktijkkamer van de educator of in een regiohuis van een door de verzekering voor geneeskundige verzorging gesubsidieerd lokaal multidisciplinair netwerk.
Indien een deel of het geheel van de verstrekkingen 794054 in de praktijkkamer van de educator verleend worden, moeten de volgende voorwaarden nageleefd worden : o Vooraleer de educator verstrekkingen 794054 in zijn praktijkkamer mag verrichten, moeten minstens twee verstrekkingen 794054 bij de rechthebbende thuis verleend zijn en, o mag het totaal aantal verstrekkingen 794054 die in de praktijkkamer van de educator verleend worden, op geen enkel ogenblik het aantal verstrekkingen 794054 die bij de rechthebbende thuis verleend worden, overschrijden.
De educator moet erop toezien dat de voormelde voorwaarden nageleefd worden indien verstrekkingen 794054 in zijn praktijkkamer verleend worden. "
Art. 2.In de bijlage bij datzelfde besluit worden na de woorden "de gerealiseerde educatie", in punt C., vierde streepje van hoofdstuk V betreffende het verslag van de educator, de volgende woorden toegevoegd : ", inclusief de plaats waar de verstrekkingen verleend zijn. "
Art. 3.Dit koninklijk besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Art. 4.De minister bevoegd voor van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX