Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 mei 1997
gepubliceerd op 27 november 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard de collectieve arbeidsovereenkomsten van 16 maart en 6 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012272
pub.
27/11/1997
prom.
27/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/27/1997012272/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard de collectieve arbeidsovereenkomsten van 16 maart en 6 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomsten 16 maart en 9 september 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomsten van 16 maart en 6 september 1993 Nationaal akkoord 1993-1994 voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid (overeenkomsten geregistreerd op 15 april en 16 november 1993 onder de nummers 32417/CO/209 en 34167/CO/209 Werkzekerheid

Artikel 1.Voor de duur van het akkoord zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot collectief ontslag vooraleer alle andere tewerkstellingsbehoudende maatregelen uitgeput zijn.

Indien zich echter onvoorziene en onvoorzienbare economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen waardoor deze maatregelen economisch onhoudbaar worden, zal de toestand paritair onderzocht worden op het gepaste niveau om een oplossing na te streven.

Brugpensioen

Art. 2.De afspraken uit onderstaande provinciale of subgewestelijke collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in 1991 of 1992 worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot 31 december 1994 : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 1991 inzake brugpensioen voor de bedienden van de provincie Limburg, geregistreerd onder het nr. 28851/CO/209 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1991 inzake brugpensioen voor de bedienden van de provincie Limburg, geregistreerd onder het nr. 29151/CO/209; - artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 1992 voor de bedienden van de provincies Oost- en West Vlaanderen (behoudens het Land van Waas), geregistreerd onder het nr. 30729/CO/209.1 & 2; - artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1992 voor de bedienden van de provincie Brabant, geregistreerd onder het nr. 30065/CO/209; - de artikelen 14 en 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1991 voor de bedienden van de streek van het Centrum, geregistreerd onder het nr. 27682/CO/209; - de artikelen 11 en 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1991 voor de bedienden van het nijverheidsbekken van Bergen-Borinage, geregistreerd onder het nr. 27684/CO/209; - artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1991 voor de bedienden van de provincie Namen, geregistreerd onder het nr. 27681/CO/209; - artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1991 voor de bedienden van de provincie Antwerpen, geregistreerd onder het nr. 27247/CO/209; - artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1991 voor de bedienden van het Land van Waas, geregistreerd onder het nr. 27246/CO/209; - artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1991 voor de bedienden van het Doornikse (West-Henegouwen), geregistreerd onder het nr. 27683/CO/209; - de artikelen 16 en 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1991 voor de bedienden van het bekken van Charleroi, geregistreerd onder het nr. 27680/CO/209.

Paritaire fondsen

Art. 3.§ 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord zal een bijdrage van 0,15 pct. voor de risicogroepen op nationaal vlak geïnd worden door de Vereniging zonder winstoogmerk "Paritair Instituut voor de Naschoolse Opleiding van de Metaalverwerkende Nijverheid - Bedienden", afgekort V.Z.W. "INOM - bedienden".

Ten einde de inning ervan te vereenvoudigen, wordt het bedrag ervan forfaitair vastgesteld op 1 800 F per jaar per werknemer, tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor bedienden.

De opbrengst van de aldus door de V.Z.W. "INOM - bedienden" geïnde bijdrage zal integraal doorgestort worden aan de paritaire opleidingsfondsen voor de bedienden die op provinciaal of subgewestelijk vlak bestaan of worden opgestart. De opleidingsfondsen zullen deze middelen aanwenden voor de opleiding en tewerkstelling van de risicogroepen. § 2. De ondernemingen, gelegen in de provincies of subgewesten waar in 1991 en/of 1992 geen collectieve arbeidsovereenkomst gesloten werd inzake de bijdrage voor de risicogroepen, en die vóór 16 maart 1993 een eigen collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak gesloten hebben inzake opleiding en tewerkstelling voor risicogroepen, geheel of gedeeltelijk van toepassing voor de jaren 1993 en 1994, kunnen in 1993 en 1994 geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van de betaling van de bijdrage, bepaald in § 1, tegen voorlegging van de op ondernemingsvlak terzake gesloten collectieve arbeidsovereenkomst aan het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid. § 3. De inning van de bijdrage aan de V.Z.W. "INOM - Bedienden" van 0,1 pct. (650 F per jaar en per bediende), bestemd voor de opleiding van de bedienden en op nationaal vlak ingesteld door artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei en 19 oktober 1987, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 maart 1988, wordt voor 1993 en 1994 als volgt geregeld : - voor het jaar 1993 wordt de normale bijdrage geïnd; - voor het jaar 1994 zal vanuit de bestaande middelen een dotatie aan de beheerscomités, bevoegd voor de gemeenschappen, conform het huishoudelijk reglement van de V.Z.W. "INOM - bedienden", toegekend worden. Deze dotatie is gelijk aan het budget dat jaarlijks vanuit de bijdragen door de Raad van Bestuur geaffecteerd wordt aan de twee beheerscomités. Voor het jaar 1994 zal bijgevolg de bovengenoemde bijdrage van 0,1 pct. aan de V.Z.W. "INOM - bedienden" niet geïnd worden.

Dit doet dus geen afbreuk aan de onbepaalde duur van de bepalingen terzake van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei en 19 oktober 1987 en garandeert de huidige werking van de V.Z.W. "INOM - bedienden". § 4. De in de provinciale en subgewestelijke collectieve arbeidsovereenkomsten bepaalde en door de regionale opleidingsfondsen in 1992 geïnde bijdragen, bestemd voor de opleiding van de bedienden, worden verlengd in 1993 en 1994, mits vermindering van deze bijdragen met 0,25 pct. (0,1 pct. bestemd voor het begeleidingsplan en 0,15 pct. bestemd voor risicogroepen) tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Nationale minimumweddeschalen Art 4. Door een aparte collectieve arbeidsovereenkomst zullen de nationale minimumweddeschalen voor de bedienden van toepassing in de sector sinds 1 mei 1987 op dezelfde hoogte gebracht worden als de bestaande minimumweddeschalen voor de bedienden van de provincie Limburg, zodat, vanaf 1 januari 1996, in alle provincies en subgewesten dezelfde minimumweddeschalen voor de bedienden worden verkregen, met uitzondering van het nijverheidsbekken van Bergen-Borinage.

Deze operatie zal doorgevoerd worden in vier gelijke stappen : de eerste stap zal op 1 april 1993 gerealiseerd worden, de volgende stappen zullen gezet worden op 1 januari 1994, 1 januari 1995 en 1 januari 1996.

De nationale minimumweddeschalen zullen aangepast worden aan de verhogingen als gevolg van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 1974 houdende de koppeling van de wedden aan het prijsindexcijfer bij consumptie en aan de op nationaal vlak afgesproken loonsverhogingen.

Koopkrachtverhoging

Art. 5.De effectieve wedden van de voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden worden verhoogd : - met 600 F bruto per maand vanaf 1 januari 1994; - met 600 F bruto per maand vanaf 1 juni 1994.

Voor de deeltijds tewerkgestelde gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden worden de effectieve wedden met eenzelfde bedrag verhoogd, pro rata hun arbeidsprestaties.

Indexpremie

Art. 6.De artikelen 6 tot 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 1974 houdende de koppeling van de wedden aan het prijsindexcijfer bij consumptie, die de toekenning van een aanvullende vergoeding ("indexpremie") regelen, worden opgeheven vanaf 1 januari 1993.

Voor de bedienden die nog in dienst zijn op 1 januari 1993 wordt uitdrukkelijk bepaald dat de betaling van deze aanvullende vergoeding niet als een verworven recht kan worden beschouwd in de zin van artikel 23 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Syndicale waarborgen

Art. 7.De jaarlijkse bijdragen aan het "Fonds voor syndicale waarborgen en het Speciaal Fonds voor de bedienden", waarvan sprake in de artikelen 5 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1985 en 14 april 1986 betreffende het bovengenoemde fonds, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 mei 1986, worden, vanaf het jaar 1993, als volgt verhoogd : - voor de ondernemingen met 100 en meer bedienden : de bijdrage gaat van 1 200 F naar 2 000 F; - voor de ondernemingen met minder dan 100 bedienden : de bijdrage gaat van 520 F naar 1 220 F. Het bedrag van deze verhoging van de bijdrage aan het "Fonds voor syndicale waarborgen en het Speciaal Fonds voor de bedienden" komt niet in aanmerking voor de berekening van de afhoudingen wegens het uitbreken van onregelmatige stakingen, zoals bepaald in artikel 8 van de bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

Syndicale delegatie

Art. 8.De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juli 1953 betreffende het statuut van de syndicale delegatie, zal aangepast worden.

De aanpassingen kunnen enkel betrekking hebben op technische aspecten.

Uitzonderingsclausules

Art. 9.De in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen weddeverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen die reeds door een sociaal programma-akkoord gedekt zijn voor de jaren 1993 en 1994. De gewestelijke verzoeningscomités zijn bevoegd om de eventuele toepassingsmoeilijkheden te regelen.

Deze bepalingen zijn evenmin van toepassing op de ondernemingen die zich in de economische onmogelijkheid bevinden deze voordelen toe te passen.

De gewestelijke verzoeningscomités zijn belast met de bepaling van de ondernemingen die zich volledig of gedeeltelijk in deze toestand bevinden. Zij dienen daarbij rekening te houden met duidelijk aanwijsbare feiten en de toestand van de onderneming.

De ondernemingen, getroffen door een ingrijpende reorganisatie en/of herstructurering, kunnen zich tot de gewestelijke verzoeningscomités wenden om, op aanwijsbare feiten, een afwijking of een herschikking van de voordelen te bekomen.

Sociale vrede

Art. 10.De sociale vrede zal in de sector gedurende de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst verzekerd zijn.

Bijgevolg zal op provinciaal, subgewestelijk of op ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen, voorzien in deze collectieve arbeidsovereenkomst, uit te breiden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

Duur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur gaande van 1 januari 1993 tot 31 december 1994.

De bepalingen evenwel inzake de nationale minimumweddeschalen (artikel 4), de "indexpremie" (artikel 6), de syndicale waarborgen (artikel 7) en het statuut van de vakbondsafvaardiging (artikel 8) zijn van onbepaalde duur.

Deze bepalingen kunnen worden opgezegd mits een opzegtermijn van drie maanden wordt betekend met een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritaire Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^